Tirade. Jaargang 26 (nrs. 272-283)
(1982)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
[pagina 95]
| |
2
Louter
mijn stilstand
heb ik getekend.
Mijn schaduw
nauwelijks
in september.
Toch weet ik
mijn hand
nog bezig op een blad
dat ruimte schept
voor leegte:
een akker
naar de vroege
schemer toe
waarop
wat ik toevoeg
zich knetterend
weer opruimt.
| |
[pagina 96]
| |
3
Dit is wat stilte
vraagt: omgespit
de aarde wacht,
het zilte vierkant
dat zich etst
in ons.
Kwetsbaar. In dit landschap.
Met steeds minder
vermeerderd.
Onthecht
de lucht de vleugels
voelt.
Gerucht
dat stil valt
na het schot
dof
boven het bos
in de verte.
|
|