zijde te bepalen en voorop te zetten dat de eerste oorzaak van het conflict bij Gijsen (...) ligt. Ik geloof niet dat, als “Virignia” een goed stuk geweest was, ik het zo lang zou volgehouden hebben de rol van bemiddelaar te spelen, terwijl ik wel mag aannemen dat uw bezwaren, of althans die van Gijsen niet zouden verminderd zijn in zulk geval. Gij weet genoeg dat ik zulke bezwaren ten zeerste respecteer; maar tenslotte is er ook een moraal van de niet-katholiek, en de twee zouden (...) toch weer in botsing gekomen zijn ook wanneer het geval “Virginia” deze maal was bijgelegd.’ (Roman van het tijdschrift Forum, p. 138).
Gesteund. Door Walschap die men niet voor rooms kon verslijten? Walschap nam pas in 1940 met zijn brochure Vaarwel dan afstand van de Belgische clerus, maar worstelde toen, net als in 1935, nog zeer met zijn geloof, en was er dus zeker niet op gebrand de heer van Mechelen nog meer tegen zich in het harnas te jagen. Wat zegt Walschap bijvoorbeeld over zijn roman Carla (1933)? ‘Ik klaag zijdelings wantoestanden aan (...) en voor de rest pleitte ik voor waarheid, katholieke waarheid, maar dan niet met ooglappen, wél in de volle werkelijkheid gezien, de uiterlijke én de innerlijke’ (Albert Westerlinck, Gesprekken met Walschap, dl. 1, p. 83). Walschap, die het in tegenstelling tot Gijsens glaciale cerebraliteit heeft over ‘de strenge en eerlijke Menno ter Braak’ (Idem, p. 99).
‘Later in Gestalten tegenover mij van Vestdijk kreeg Varangot de schuld van alles. “Ik draag Varangot geen goed hart toe omdat hij Forum heeft getorpedeerd, maar dat moest toch eens geschieden, en het was zijn schuld niet”,’ haalt Gijsen Vestdijk aan.
De schuld van alles, ‘en het was zijn schuld niet’? Maar wat schrijft Vestdijk in het bijna gelijktijdig met zijn Gestalten tegenover mij verschenen jubileumboek 1837-1962. 125 jaar Nijgh en Van Ditmar over het einde van Forum? Dat zo goed als alle partijen in een twijfelachtig daglicht komen te staan: ‘de Vlaamse helft van de redactie, Victor Varangot, ikzelf, de Roomse kerk, - alleen Ter Braak niet, die Forum opofferde aan het protest tegen wat hij voor censuur hield. Dat was het ook. Cryptocensuur. Protocensuur.’ (p. 111).
Jan Greshoff moet wel haast gelijk gehad hebben toen hij in zijn ‘Brief aan een Zuiderbroeder’ het verschil tussen de Nederlandse en de Belgische helft van Forum aldus beschreef: ‘De Nederlandsche afdeeling geeft het beeld van een bepaalde letterkundige opvatting (...); terwijl het Vlaamsche gedeelte op een gezellig, vriendelijk kransje gelijkt (...). Er bestaat tusschen die twee afdeelingen een opvallende afstand in tenue en kwaliteit.’ (Rebuten, p. 207-8).
Toen Forum opgedoekt werd, schreef Du Perron daar een stuk over waarvan ik de titel boven dit stukje heb gezet. Ter Braak bedankte hem voor zijn steun in de strijd, ‘want het is soms om den moed bij te verliezen, deze guerilla van flapdrollen’ (Briefwisseling dl. 3, p. 318).
Nog steeds.
S.A.J. van Faassen