kende hoorndrager, etc. Waartoe een uitgever zijn auteurs al niet krijgen kan. Een stinkdier als Henk Spaan opent zijn scheldklieren om zijn inhoudsloze invectieven in Het parool te lozen: Brouwers is Rooms, Brouwers is een fascist, Brouwers is een gesubsidieerde fluim. Het stinkdier doet aan
mimicry. Wie is er niet gesubsidieerd, Spaan? De leraar die je Nederlands bij heeft proberen te brengen, de boeren bij Oudesluis, de krant die je honorarium betaalt uit de steun van de ster-pot en de winst van het zusterblad De Volkskrant, de vara waar je ongein mag trappen als sportjournalist, en je zouteloze humor mag toevoegen aan een omroeporganisatie die zoveel van Zout in de Pap houdt, de vpro die je heeft geëngageerd als clown tussen de suitedeuren. Stik in je fluimen en verdwijn in het kwispedoor, Spaan.
Ziet, hoe een ander stuk ongedierte uit Brouwers' beestenspul de strop om eigen hals legt. Wim Sanders in Het parool van 6 december 1979: ‘als Brouwers overtuigend had kunnen aantonen het gelijk aan zijn zijde te hebben, dan legde ik nu de pen neer en knoopte me op, maar gelukkig, meelevende lezers, Brouwers kan dat niet, integendeel: hoewel zijn pamflet volgestopt zit met citaten lijdt het werkje aan een schrikbarend tekort aan argumenten. Inhoudelijke bezwaren voert hij zelden aan; voornamelijk is de vorm het (!) doorn in zijn oog.’ De citaten uit je onbenullenrecensies zijn de argumenten om jezelf nu meteen op te knopen, sukkel. Lees anders blz. 540 tot en met 544 van ‘De nieuwe revisor’ nog eens na.
Treffende illustratie van Brouwers' slotbetoog over de literaire roddeljournalistiek wordt geleverd door het frisse jongensblad Propria Cures, dat op het gebied van gossip, verdachtmakingen en modderspuiterij een traditie van enige jaren heeft op te houden. Niemand zal zich herinneren hoe in het mystificatievodje De klopgeest, zijriool van pc, jaren geleden eens een nauwelijks verhuld antisemitisch stuk over J.B.W. Polak stond waarmee Leo Ross en H.A. Gomperts beentje gelicht moesten worden. Nu beleeft Polak het twijfelachtige genoegen om naar aanleiding van zijn oproep tot sanering van de Nederlandse literatuurkritiek als ‘rabbi’ te worden betiteld; dit in de aanhef van het tweedelige pc-artikel ‘Jeroen de jeugdstormer’ geschreven door Vic van de Reijt. Ons kent ons in dit milieu, en Van de Reijt zal het nog ver schoppen als we letten op de carrière van zijn oudcollega's Spaan en Luijters, die ook bij pc begonnen zijn, net zoals de Cultureel Supplement-redacteur Reinjan Mulder. Die wordt daar kennelijk niet graag aan herinnerd, getuige zijn stuk over ‘De nieuwe revisor’ in de nrc van 23 november 1979. Luijters, Spaan en Sanders zijn Brouwers' aandacht niet waard, betoogt Mulder, kennelijk blij dat hij als medeplichtige aan de verzieking van de kritiek over het hoofd is gezien. Maar het is nog niet zo lang geleden dat zijn recensies stijf stonden van de vlotte jongensterminologie: ‘leuk’, ‘lekker leesbaar’. Deze man heeft zo veel boter op zijn hoofd dat de stralen hem in de ogen lopen; vandaar zijn blindheid.