Tirade. Jaargang 23 (nrs. 242-251)(1979)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 467] [p. 467] Leo Vroman De laatste stuipen van de entropie Binnen de ban van hun lot stampen de grote organen elkander als onderdanen als handen hun vingers kapot. Van de liefde die we vergeten slaat onze borstkas het hardste balt zich de buik om het eten hamert het hart zich te barsten als een zak vol woedende buit. Rondstommelend in den blinde zullen dingen hun uitweg vinden, ze zwermen als gieren uit over de nieuwe woestijn, hun schaduwen spartelen en springen van de gekartelde steen spring dan maar, jullie zijn de enige dartele dingen Waarom leren wij zelfzijn te laat? Omdat wij niets mogen leren dan de zucht naar uiteenverteren als die chaos weer opengaat? [pagina 468] [p. 468] De wetenschap gelooft in het vreetmonster Entropie een en al papkaken die moes maken van ons ooft alsof de enige zin van orde de wanorde is en het doel van ons leven pis en niet eens de cellen daarin. Dat de macht die het bergland plooit en het kuiltje in de wangen ook het einde daarvan moet verlangen o nee dat geloof ik nooit o nee dat moet allemaal blijven dat blote van mensenlijven, dat uiterste van de honden die bang half overstaken en tot harige beenderen braken wordt allemaal in mij hervonden. Daar lopen ze allemaal weer gearmd en ontdaan van hun maden langs een netwerk van heerlijke paden vlak boven het aardse verkeer. Vaak voel ik de doden als bovenburen bewegen ik voel soms de ijle regen van hun larven tegen mijn hals. Brooklyn Mei '79 Vorige Volgende