Tirade. Jaargang 22 (nrs. 232-241)(1978)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] C. Buddingh' Vier gedichten Zo zwalkt Nog steeds ben 'k er op 't kantje af doorgerold. Oorlog. Tb. Darmabces. Longontsteking. Als 'k maar tien jaar eerder geboren was lag ik al lang onder de groene zoden. Maar nee: penicilline, sulfa, PAS, werden voor mij net op tijd uitgevonden. Soms denk ik zelfs, dat er Iets moet bestaan, dat wil dat 'k tot op heden door blijf otteren. Maar als ik mij afvragen ga waarom ben ik onmiddellijk weer één brok scepsis: nee, het moet allemaal louter toeval zijn. Zo zwalkt de ene schildpad meer dan 'n eeuw door de oceanen rond, terwijl zijn broertje al opgeslokt wordt tussen ei en zee. [pagina 173] [p. 173] Huiver Soms mocht ik met de slagersjongen mee voor op de fiets: 't was heerlijk, maar ook angstig: hij reed zo hard en zijn mand klepperde zo: 'k was als de dood dat we om zouden vallen. Misschien dateert vanuit die dagen wel mijn hoogtevrees. Of kwam die, toen 'k bij Bikart over 'n soort brandweerladder wippen moest, en hij er enkel vals bij stond te lachen? Dat jongetje, op de Buitenwalevest, zijn benen rustig bungelend boven 't water, een hengel in zijn hand, ben ik dat echt? Nu durf ik Theems- en Seinebruggen enkel nog over als 'k vlak bij de stoeprand blijf. Het is de huiver van Vor dem Gesetz. [pagina 174] [p. 174] Honger winter Zo tegen twaalven ging ik met ons pannetje naar 't badhuis toe, waar de gaarkeuken was. Daar werden dan 'n paar lepels van een drabbige waterdunne substantie ingekwakt. 'n Heel enkele keer dreef hier en daar een balletje, of iets wat te herkennen viel als peen. Het smaakte in de verte naar aardappel, en was al 't warme eten dat je kreeg. Op, 's avonds, soms, suikerbietkoekjes na, die in de Mayo werden bruingeblakerd. Ze golden als extraatje en lekkernij. Dan praatte je, soms even na-kokhalzend, over als de Engelsen kwamen en je dronk er en kopje thee van lindebloesem bij. [pagina 175] [p. 175] Als poëzie = energie Als poëzie = energie, dan heb ik wel een enorme gasbel aangeboord. Het werd ook tijd: het begon koud te worden rondom mijn hart, gal, lever, enzovoort. Een dichter die niet dicht, is als 'n voetballer die is gedoemd tot de reservebank. 't Hoeft heus niet altijd op papier te komen, als 't in je hoofd maar lekker vonkt en vlamt. Vroeger had ik het ook, dat panische: al in drie weken niet één enkele regel. Nu glimlach ik, sereen en soeverein. Duizenden nuggets liggen in mijn hoofd te wachten om te worden opgedolven. En wat dan nog, als 't af en toe koper blijkt? Vorige Volgende