Tirade. Jaargang 21 (nrs. 221-231)(1977)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 689] [p. 689] Andrej Voznesenski Drie gedichten Vertaald door Marko Fondse Achilleshart In dagen van lijden tot stervens toe had je graag zonder hart geleefd. De bonzen worden niet wervensmoe - maar vergeefs! Nu ik toch zo lek als een zeef ben paai ik die speculantenkliek: ‘Gluur in me door mijn rasterwerk heen, is dat beeldige landschap niet chic?’ Maar laat geen geweer ooit weten waar aan een ziekzwakke draad een haar naast het scherp van de snede jij mijn Achilleshart slaat. [pagina 690] [p. 690] Koest maar lieveling, rust wat... Zoals ik van gewest tot gewest fladder en klapwiek door Rusland maskeert ook een vogel zijn nest. Je schrijnt maar! Draait 's nachts hoge toeren. Een pluspunt weerloosheid hoedt voor een ramp. Niet met harde handen beroeren of ik word gevloerd door kramp. Dat we buigen is uitgesloten al zijn we haast dichtgeklapt, maar vooral dat ooit door een sluipschot het sidderende draadje knapt. (1965) [pagina 691] [p. 691] Kromme ballade Als raket koerst het lot langs een kromme. Gewoonlijk donker omfloerst of een regenboog langs - soms dan. Daar had je die vuurrooie schilder Gauguin zo'n hongerartiest en gewezen handelsagent. Hij moest in het vorstelijk Louvre zijn maar van Mortmartre waagt hij een kromweg over Java, en passant ook Sumatra. Weg was hij, weg uit de waanzin van duimkruid en fiscus, wijvengewouwel en academische stikstof. De zwaartekracht mijdend koos hij de ruimte. En de zieners maar gniffelen boven hun schuimkraag: ‘De rechte is korter, de kromme is steiler. Een kopíe van de hemel - zit daar dan geen heil in?’ Maar als een raket de tegenwind kiezend schoot hij op, jaspanden scheurend en trommelvliezen. En hij haalde het Louvre niet langs de statietrap maar uit zijn kromme door het dak met een nijdige klap! Ieder bereikt zo zijn waarheid, dapper op eigen manier. De mens langs een kromme, de kakkerlak door een kier. [pagina 692] [p. 692] Er was eens een meisje dat woonde bij mij in de wijk. Samen gingen we school en deden 't examen gelijk. Waar ik sindsdien niet uithing! De droes joeg me hot en her door Georgiës welige, dubbelzinnige sterren! Vergeef me - de kromme gelijkenis lijkt wat gewild. In de schoolgang haar kleine schouders als ijs zo kil... O jij, soepel en taai als de top van een zendmast, wat klonk in de donkere kosmos je stem vast! En ik maar koersen bij machte de grond weer te halen van de aarde geleid door jou onderkoelde signalen. Nee, zo'n baan is geen pad met rozen! Spottend met wet, paragraaf, prognose jakkeren liefde, kunst en historie onstuitbaar hun ballistisch circuit door! Siberiëwaarts zal vannacht zijn koers zijn. Zou de rechte dan toch het kortste parcours zijn? (1959) [pagina 693] [p. 693] Goya Goya ben ik. Aanvlagend over mijn land heeft de agressor mijn oogkas gehavend tot bomgat. Goya ben ik - de kommer. De gonzende schreeuw van oorlogswee verzengde steden in ondergesneeuwd eenenveertig van de eeuw negentienhonderd. Goya ben ik - de honger. Ik ben de strot van het wijfje wier opgeknoopt lijf als een klok sloeg op de loze dorpsmarkt. Ik - Goya. O trossen der gramschap! Westwaarts zwalp ik in salvo's de as van de gasten - de ongenoden! En in het zwerk van gedachtenis ram ik mijn onwrikbaar gesternte nagelvast voor altoos en ben Goya. (1959) Vorige Volgende