Tirade. Jaargang 21 (nrs. 221-231)(1977)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Vladimir Majakovski Twee gedichten vertaald door Marko Fondse De kiel van de dandy Ik snijd mij zwarte pantalons uit het fluweel van mijn stem. Een kiel uit drie el zonsopgang. Langs geglansde Wereld-Njevski's in mijn geluw hemd flaneer ik dandy met de tred eens Don Juans. Schreeuw maar aarde als een muurbloem zo bezonnen: ‘Verkrachten kom jij mijn groenende lentes!’ Met onbehouwen grijns lanceer ik ter zonne: ‘Ach hoe behaagt het mij op asfaltglad te slenteren!’ Wijl de hemel immers lila blauw is en de aarde mijn maîtresse bij een feestelijke schoonmaak schenk ik u verzen blij als bli-bla-blauw - stug als tandenstokers en precies zo'n noodzaak. Hé vrouwen op mijn vlees belust en wicht daar dat naar me kijkt of ik je broer ben - werpt mij uw glimlach toe! En ik uw dichter zal er mijn dandyhemd mee als met bloemen voeren. 1915 [pagina 49] [p. 49] Justitionele hymne Op de Rode Zee varen slaven en roeien een galei met moeizame handen, brullend boven het rinken der boeien uit van Peru het land der landen. Van het paradijs Peru brullen de Peruanen waar vogels zijn, vrouwen, dansen en waar broodbomen tot de hemel staan in guirlanden van pomeransen. Ananassen, bananen, vreugde volkomen met wijn in verzegelde kruiken. En nu weet men niet hoe en waarom zijn gekomen rechters om Peru te fnuiken, om de vrouwen van Peru, dansen en vogels in hun wetsartikels te strikken. In hun vuilniskuilen smeulen de ogen van de rechters als groenteblikken. Zo kreeg hun oog streng als de vasten de paars-gouden pauw onder gezag. Zij namen vervolgens van het verraste dier de heerlijke staart in beslag. Piepkleine vogeltjes gaan en scheren over de prairies rondom in Peru. De rechters vingen ze en dons en veren ontnamen ze die arme kolibri. [pagina 50] [p. 50] Ook is daar geen dal meer overgebleven met een vulkaan, omdat die kan spoken. Op ieder dal had een rechter geschreven ‘Dal verboden voor rokers’. Arm Peru. Ook mogen er mijn gedichten op straffe van marteling niet worden verkocht. De rechter sprak: ‘Wat moet dat, die dingen, weg van hier met dat bocht.’ De ekwator dreunt van boeiengerinkel, Peru mist nu mensen en vogels. Er zitten nors achter wetsartikels alleen nog maar treurige rechters verscholen. Weet u, het spijt me toch maar van die mensen ten onrechte daar op die galei. Rechters doen schade aan vogels en dansen, aan Peru, aan u, aan mij. 1915 Vorige Volgende