De reis was langer dan ik gedacht had. Van Soria, zoals Terborgh dat zo prachtig beschreven heeft, is weinig meer over. Het omliggende Aragon is tot woestijn verstoven en vanuit de hooggelegen parador zou je een luchtfoto kunnen maken van die grote leegte. In de stad zelf veel bordeauxrode nieuwbouw tussen de bezienswaardigheden uit de Michelin gids. Ne vaut pas le détour. Er is een straat waar ik zeven grafsteenhouwers telde. Hun handwerk stond in naargeestige étalages uitgestald; op de replica's van kinderzerkjes zoetelijke foto's met kleverige teksten. Druipsteengrotten van sentimentaliteit boven het echte verdriet. Voor anderen wil ik graag geloven in de troostrijkdom van de Heilige Moederkerk. De postbode kwam er langs, een voortsloffend kind werd vanuit een raam tot opschieten gemaand. Bijna was ik tegen een oude, geheel in het zwart geklede vrouw opgelopen. Ze bleef me met haar boze oog nog lang nastaren; een bekroonde foto.
Op weg naar Logroño een col van de tweede categorie. Laaghangende wolken, stroken vuile sneeuw en paarse twijgen onder de rijp. Doodstil. In Navarra wordt het landschap weer vrolijker. Grote doeken zon op verafgelegen bergen, terwijl men zelf in de schaduw rijdt is een belichting waar ik veel van houd.
Vlak buiten Pamplona stop ik om mijn wagen vol te laden met twee jonge meisjes.
Aan de universiteit van Navarra is het rustig, verklaren deze studentes in de biologie en farmacie tevreden.
Uit het donker doemen de wee riekende papierfabrieken van Tolosa op. Moeder Natuur als herenkapster, er valt een regentje dat zo uit zo'n verstuiver met oranje gummibal lijkt te komen.
In San Sebastiaan maakt men zich op om morgen de naamdag van de schutspatroon te vieren. De scholen vrij, de kantoren gesloten. Daar heb ik niet op gerekend (de kans is ook maar 0,3%).
Om middernacht - ik lig dan al een uur in mijn bed - barst een openluchtconcert van de plaatselijke tambourkorpsen los.
Ogenblikkelijk klaarwakker. De muzikanten zijn vlakbij, maar blijven onzichtbaar. De balkonplaatsen zijn goed bezet, vlak onder mij geeft een duits echtpaar in unisexpyama lucht aan zijn verontwaardiging over deze