Tirade. Jaargang 20 (nrs. 211-220)
(1976)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
[Tirade januari 1976]Vijf brieven van Alexander CohenDe hieronder volgende brieven maken deel uit van de uitgave ‘Alexander Cohen. Brieven en documenten 1888-1961’, die wij met steun van zwo in voorbereiding hebben. Het zijn brieven aan Domela Nieuwenhuis, uit de anarchistische periode van Cohen. In 1887 ging Alexander Cohen in Den Haag wonen en vond daar werk als corrector bij Domela's blad Recht voor allen; er ontstond al spoedig vriendschap tussen beiden, die tot de dood van Domela Nieuwenhuis in 1919 heeft geduurd. In 1888 riskeerde Cohen, die al zes maanden moest gaan uitzitten voor majesteitsschennis (hij had Willem III voor gorilla uitgemaakt), een stevige straf voor het schrijven van het artikel ‘Ontboezeming’ in Recht voor allen. Op aanraden van Domela week hij uit naar het buitenland, eerst naar Gent, en toen hij daar op aandringen van de Nederlandse regering door de politie uitgewezen werd, naar Pars. Daar leerde hij zijn toekomstige vrouw Kaya kennen, met wie hij financieel een nogal wankel bestaan leidde. Zijn korrespondentschap voor Recht voor allen, aangevuld met vertaalwerk, bleek vaak onvoldoende om van rond te kunnen komen. Na de bomaanslag op 9 december 1893 op de kamer van afgevaardigden in Parijs door de anarchist Vaillant, werd een groot aantal anarchisten door de franse politie opgepakt, waaronder ook Alexander Cohen en Kaya. Zij werd de volgende dag weer vrijgelaten, hij werd de 25ste december in Le Havre het land uitgezet, naar Engeland, waar hij zich in Londen vestigde.
E. Kummer R. Spoor | |
[pagina 3]
| |
Alexander Cohen aan F. Domela NieuwenhuisParys, 15 juni 1893. 59, rue Lepic. Waarde Nieuwenhuis, Uw brief van 4 dezer ontvangen en had ik tot nu toe letterlyk geen oogenblik tyd om u even te antwoorden. Zelfs nu ben ik overstelpt met werk en weet letterlyk niet wat eerst te doen. Morgen stuur ik eene boekbeschouwing naar R.v.A.Ga naar eind1. en deelde ik dit reeds mee aan Corn. [elissen]Ga naar eind2.. Heb ik tyd dan komt ook een ‘brief’ - Hoe dolgraag ik ook myn artikel in FigaroGa naar eind3. in R.v.A. had gezien was het my, zooals gezegd, letterlyk onmogelyk een oogenblik tyd te vinden. Wilt gy my een allergrootst genoegen doen, vertaal het dan voor my. Had ik tyd, dan deed ik het zelven, maar 't is my onmogelyk. Ik werk thans mee aan tal van revues, waarvan de meeste niets opbrengen, maar dat doet my bekend worden en pluk ik later daarvan de... zilveren of gouden vruchten. Dat hoop ik tenminste. In de Revue Bleue vertaalde ik een gedeelte van de derde acte van Einsame Menschen van Hauptmann,Ga naar eind4. de schryver der WeberGa naar eind4.. De rest verschynt in de Sociéte Nouvelle waaraan ik voor 't volgende nummer de vertaling van Multatuli's: Japansche Gesprekken: Dialogue japonais,Ga naar eind5. zond. Wilt gy zoo goed zyn, nà de verschyning, die aan te kondigen in R.v.A.? Ja, ik ben wel van plan een deel ‘Bloemlezing’ van Multatuli uit te geven en een uitgever is reeds zoo goed als gevonden. Ik heb evenwel nog niet genoeg voor een deel, maar dat zal niet lang meer duren. Maar veel brengt dat niet in. Men betaalt hier slecht. Het eerste duizendtal (‘édition’) wordt betaald aan den auteur met 350 à 400 fr. en dat kan n.l., wanneer de uitgaven talryker worden, verhoogd worden met 50 à 100 fr. per éditie, hoogstens tot 600 à 700 fr. Nu, voor Multatuli bestaat wel hoop, want wat ik reeds publiceerde trok veel de aandacht. Allemane,Ga naar eind6. dien ik naar aanleiding van uw schryven bezocht, schynt my bezield met de beste voornemens voor ZürichGa naar eind7.. Hy heeft allergruwelykst het land aan de guesdisten,Ga naar eind6. die trouwens in 't geheel niet meer socialistisch noch revolutionnair zyn. Hy gaat beslist met u en de revolutionnairen mee. - Wat betreft Argyriadès,Ga naar eind8. dat is een ezel, die zich laat by | |
[pagina 4]
| |
den neus leiden als een kind. Hy is geen cent waard en doet alles wat hem het z.g.n. comité revolutionnaire central (Vaillant)Ga naar eind9. in het oor blaast. Rekenen kunt gy op dien dikken vreter niet, daar is i te vet en te mollig voor. Bovendien is hy dom en is zeer verdacht zyne artikelen - erg zwaar op de maag, par parenthèse - niet zelf te schryven. Bref, in myne oogen een groote O. - StackelbergGa naar eind10. idem. Die blaast ook, in weerwil van zyne phrasen, elken dag meer den terugtocht. Hy is nog niet bekomen van den schrik, veroorzaakt door de verschillende ‘marmites’ die er in 't vorige jaar sprongen. Bovendien heeft hy, ‘au fond’ wat men noemt ‘le respect des grands hommes’, en is b.v. erg ontsticht door myn artikel in Figaro. Hoewel - dit zult gy toegeven met alle revolutionnaire socialisten die ik sprak - na de lezing er van niemand, die er voor een cent gezond verstand op nahoudt, zal zeggen dat het door een bourgeois en ten voordeele van de bourgeoisie werd geschreven. Neen, wie lezen kan, begrypt dadelyk dat de schryver revolutionnair is en de lummels der sociaal democratische officieele party aanvalt wegens hunne lamlendigheid en gebrek aan revolutionarisme. Niet waar? - Stbg. is een phraseur, die zich dolgaarne zelf spreken hoort en indruk wil maken door declamaties en gebaren. Voilà tout. Ik begryp niet hoe ik dien man 3 jaar lang voor een intelligent mensch heb kunnen aanzien. Zedelyke en physieke moed ontbreken hem geheel. Dat is dus ook al geen kracht. Daarby komt dat hy een innige haat heeft tegen de ‘Jungen’Ga naar eind11. en hy verzekerde my onlangs: ‘qu'il n'avait pour les “jeunes” que le plus profond mépris, daar zy niet anders waren: que purement et simplement des anarchistes!’ Ouf! - Dus niets mee aan te vangen en dat is des te beter. Wat my aangaat, ik wil trachten als correspondent van een of ander blad, Temp[s], Figaro, v.d. keer te komen naar Zürich. Als délégué kom ik bepaald niet, daar ik het nut van congressen niet inzie. D.w.z. van die soort congressen. Ik ben voor mynwerkers-congressen, spoorweg-idem en dgl. Ik geef evenwel toe dat het congres te Zürich ditmaal van belang zyn kan wegens den stryd tusschen revolutionnaire en parlementaire boerenbedriegers. Gaat gy naar Z. over Parys? Dat mocht ik gaarne, dan kunnen we eens spreken. - GravesGa naar eind12. boek is vreeselyk zwaar op de hand. Ik moet niets | |
[pagina 5]
| |
hebben van dat soort doctrinair anarchisme en de Révolte verveelt my allervreeselykst. Ik geef hem nu en dan iets, vooral vertalingen uit de vreemde bladen, maar werk met veel minder plezier mee dan aan R.v.A.b.v. en vroeger aan l'Endehors,Ga naar eind13. toen dat blad nog bestond. Das Leben JesuGa naar eind14. ontving ik niet, wèl die Bibel.Ga naar eind14. Stuur my s.v.p. een exempl. Leben Jesu. De kleine Johannes kreeg ik te leen van van Eeden, maar ik kon daarvoor geen uitgever vinden. - Ik zal probeeren een portret van ReclusGa naar eind15. machtig te worden, maar ik weet waarlyk niet hoe? Naar hem gaan om er een te vragen doe ik liever niet, en bovendien is hy vertrokken naar Brazilië. Ook naar dat van PadlewskyGa naar eind16. wil ik informeeren. Maar om hier portretten te plaatsen, dat is onbegonnen werk. Die van CiprianiGa naar eind17. koopt niemand, want hy wordt niet beschouwd als ‘quelqu'un’. Het is een beste man, heel goed, maar voor zyn ideën geef ik geen sou en hy is vreeselyk ydel. Hy loopt altyd met een aantal levensbeschryvingen van zich zelf in zyn zak en deelt die uit. Een belachelyk boekske en nog belachelyker doordat hy die zelf uitdeelt. Wanneer zal de menschheid daarvan toch eens genezen zyn, van fetichisme en gezag, meen ik. Doe wat mogelyk is s.v.p. voor de vertaling en verschyning van myn artikel in R.v.A. Ik geloof dat dat zyn nut kan hebben, vooral ten opzichte van de neo-socialisten in Holland, de Troelstra's etc.Ga naar eind18.. Kunt gy my ook zeggen of andere Hollandsche bourgeoisbladen, evenals de Amsterdammer (gele) van myn artikel spraken, en my die bezorgen? Dit ware my zeer nuttig. Hartelyke groeten aan al de uwen, en beterschap met de gezondheid uwer vrouw. t.t. J.A. Cohen | |
[pagina 8]
| |
Alexander Cohen aan F. Domela NieuwenhuisParys, 30 augustus 1893. 59, rue Lepic. Waarde Nieuwenhuis, Commençons par le commencement. - Neen, de hand op het hart, ik was in 't minst niet boos om uw vorig schryven, en was dat (die afwezige boosheid meen ik) dan ook niet de oorzaak van myn niet-schryven. - Maar ik had het vreeselijk druk met allerlei werk. Ik ben bezig de laatste hand te leggen aan de vertaling in 't Fransch van een drama van Gerhart Hauptmann (de auteur der Weber) getiteld Einsame Menschen. M'n vertaald stuk wordt dezen winter waarschynlyk opgevoerd te Parys, helaas niet in een groot, veelbetalend theater, maar in een théâtre d'art, wat voor my van belang is, in 't opzicht van ‘bekend worden’. Wat ik thans doe, behalve nu en dan - te zelden, helaas, - een artikel in een groot Parysch blad, als Matin, Figaro etc. brengt my geen sou in, maar ik hoop later de vruchten te plukken van die werkzaamheid. Eindelyk geloof ik myn weg te hebben gevonden, maar er behoort taai geduld en ausdauer toe om er te komen, en om 't vol te houden. Enfin, ik heb thans hoop, iets wat vóór een jaar niet het geval was, en hoop doet leven. - Wèl vond ik de reden die gy opgaaft voor het niet-plaatsen van m'n laatste artikel gezocht. Herinner ik my wel, dan noemde ik aan het einde van die brief den heer Pablo LafargueGa naar eind1. een ellendige huichelaar, en daartoe bepaalde zich de geheele, zoo gewraakte scheldery. Ook geloof ik dat myn artikel overvloeide van teksten, ontleend aan collectivistische proza en die dus, à la rigueur, konden beschouwd worden als bewysgronden. Als gy al de zwynery en schurkenstreken dier lui kendet, en wist zooals ik ze weet, op hoe smerig wyze dat ontuig konkelt, kwanselt en principes verloochent om in 't zadel te komen, dan zoudt gy het woord ellendige huichelaar, toegepast op één der chefs de file dier smeerbende niet betrachten als te kras. Zoolang ik in R.v.A. schreef, - en ook in andere, zelfs bourgeoisbladen zooals Figaro etc. diende ik steeds, of meende ik te dienen, m'n idée, dat natuurlyk critiseerbaar is. Indien de lezers van R.v.A. op de hoogte zyn van de politieke verhoudingen en de toestand der verschillende partyen | |
[pagina 9]
| |
in Frankryk, geloof ik daartoe veel te hebben bygedragen. Ook erken ik dat gy my steeds eene groote mate van vryheid liet myne meening te zeggen. Maar aan den anderen kant is het onpleizierig voor my steeds te worden beschuldigd van overdryving, dáár waar ik - dit zult gy erkennen -jaren voorheen reeds voorspelde wat thans zonneklaar is. Ik geloof niet, dat gy na het z.g.n. congres van Zürich nog een schaduw van illusie hebt overgehouden betreffende Duitsche en Fransche marxisten. Gemeene kerels vindt hy de bourgeois niet eens. - Ook moet ik u zeggen dat gy u vergist als gy zegt dat ik meer en meer individualist wordt. Ik 8èn nog wat ik steeds was: een revolutionair, die op elke wyze en met alle middelen de hedendaagsche orde wil omverwerpen. Alleen zyn my de oogen opengegaan voor vele dingen die my verborgen waren en wil ik voornamelyk van geen opoffering van het persoonlyke in den mensch ten voordeele (?) van de gemeenschap hooren. Ook verkies ik eerlyk gesproken de hedendaagsche maatschappy, die ik toch haat als de pest met al de haat waarover ik beschik - en die is niet gering! - boven een dwangstaat als die van de firma LiebknechtGa naar eind2., Guesde en Co. en zal ik die lui tot den dood bekampen met al den spot, de ironie en... de bewyskracht waarover ik disponeer. Overigens ben ik met allen en stryd met allen die op revolutionnaire wyze een eind willen maken aan alle onderdrukking, onverschillig hoe ze zich betitelen: communist, socialist of anarchist. Dit is een duidelyke geloofsbelydenis, niet waar, en voor zoover gy my kent, in alle oprechtheid en eerlykheid afgelegd. Belang zocht ik nimmer, en zal ik dat ook wel nooit doen. Niet uit verdienstelykheid, neen, maar uit natuur. Ik ben nu eenmaal zoo. - Gy behoeft my niet te zeggen, dat gy my niet van belangzucht hebt beschuldigd. Dit weet ik zeer goed, maar ik zeg het alleen maar, omdat ik niet wil dat men uit myn publiceeren van artikels in bourgeoisbladen, concludeert winzucht, zooals die ezel van de Amsterdamsche Courant, dien ik voor de tweede maal niet eens te antwoorden my verwaardigde. Myn eerste artikel tegen de Duitsche officieele schreef ik hoofdzakelyk om die lui en hunne fransche rotgenooten de pest in te jagen. Ik zou het zelfs voor niets hebben gepubliceerd. Het werd ook niet ‘koninklyk’ betaald zooals de Amsterdamsche correspondent insinueerde, maar heel eenvoudig 5 sous (25 | |
[pagina 10]
| |
centimes) per regel. Dit ging dien rekel niets aan en hy schynt vrywel gek te zyn als-i veronderstelt dat ik hem na zal loopen met een nota voor den Figaro. Hoogstens geef ik hem een paar welgemeende opdonders als ik hem by toeval eens ontmoet. A propos, vindt gy myn antwoord aan dien vent goed? Zeg my dat eens. Hy wilde je er met de haren bysleepen, maar dat gelukte niet. - Na de ballotages (Zondag) zal ik een brief voor R.v.A. schryven. - Ik zocht al myne oude artikels op en wil thans boven den volgenden brief het volgnummer van het totaal zetten. Dat is my gemakkelyker. Wanneer wordt myn feuilleton, gy weet wel dat uit het Russisch,Ga naar eind3. opgenomen? Waarom wordt dat nu nooit geplaatst? Het is prachtig mooi, en men beloofde my destyds het in Maart of April te plaatsen. Nu volgt het eene feuilleton het andere op, maar het myne komt nooit. Als gy 't niet wilt, zie het dan ergens anders te plaatsen, in Morgenrood of zoo iets. - Naar de boeken zal ik aanvraag doen. - O daar vergat ik haast iets belangryks. Wees zoo goed, maar s.v.p. dadelyk want er is groote haast by, voor my en den Mercure de France (een mooi tydschrift waaraan ik medewerk) aan de Dageraad vergunning te vragen tot het reproduceeren van het portret van Multatuli, dat voorkwam in aflevering 9 van den achtsten Jaargang, Multatuli-nummerGa naar eind4.. Ik vertaalde reeds vele fragmenten van Multatuli, en daar ik dat portret bezit wenschte ik en de Mercure ook, dat te reproduceeren voor het volgend nummer, septembre. Echter er is haast by. Wilt gy er dus even naar vragen s.v.p. Ik geloof niet dat ze dat zullen weigeren. Gaarne had ik antwoord, op het laatst, vóór of op 5 september. By voorbaat dank. De groeten aan allen, met name aan Theodoor,Ga naar eind5. van uw vriend J.A. Cohen
Jammer dat gy niet over Parys kwaamt. Excuseer myn vreeselyk schrift. | |
[pagina 11]
| |
Alexander Cohen aan F. Domela NieuwenhuisParys, is november 1893. 59, rue Lepic. Waarde Nieuwenhuis, Vanmorgen verzond ik aan 't adres van R.v.A. een Paryschen BriefGa naar eind1. en een bibliographie.Ga naar eind2. De laatste maakte ik zoo instructief en aantrekkelyk mogelyk voor ons publiek. Mocht, uit plaatsgebrek, m'n bibliographie niet in eens geplaatst kunnen worden, doe het dan maar in 2x, maar wees zoo goed dan toch beide fracties met mijn naam te onderteekenen. Dat is noodig voor de editeurs. Kan ik van de nummers of van het nummer met de boekbeschouwing 'n stuk of 5 à 6 exempl. bekomen? Vraag dat s.v.p. aan Abas.Ga naar eind3. En nu een antwoord op uw laatste briefkaart, - 1o dan: wat aangaat de biographieën van Séverine,Ga naar eind4. Reclus etc. Gy moet weten dat lui als Séverine zoowat ongenaakbaar zyn, en men soms 4 à 5x terug moet komen, om dan nà een paar uren antichambrage misschien niet ontvangen te worden. Overigens voel ik my weinig geschikt inlichtingen, vooral | |
[pagina 12]
| |
biographische, in te winnen by de betreffende personen zelven. Dat valt my zeer zwaar - Reclus vond ik reeds een paar x niet thuis en hy woont nog al uit de buurt. Anders zou ik hem gevraagd hebben dat hy u zelven eenige inlichtingen gaf. Maar ik zal het nu maar vragen aan Grave, van de Révolte, die ik wel eens zie. - Wat aangaat de verlangde boeken, ik heb geregeld al de door u verlangde boodschappen gedaan, en weet ik bepaald u bericht te hebben gegeven van den uitslag myner pogingen. - Reinwald wou geen LétourneauGa naar eind5. geven omdat dat werk reeds meer dan een jaar geleden uitkwam. - By Retaux-Bray zeide men my dat sedert: Le mouvement agraire etc. van Meyer en Ardant niets verschenen was in den laatsten tyd. - Uw brief is bezorgd, gisteren, nadat ik éénmaal in de rue Medicis en 2x rue Marbeuf 5 - het tegenwoordige adres van den heer Kasimir - was zonder hem te vinden. Maar daar gy verlangdet dat ik hem den brief persoonlyk overbracht, liet ik dien natuurlyk niet achter en ging er voor-eergisteren voor de derde x heen, weer zonder succès. Ditmaal liet ik echter een briefje achter waarin ik hem het doel myner komst mededeelde en een rendez-vous verzocht. Dit kreeg ik, en nu is de zaak in orde. De heer K. vroeg my o.a. of gy spoedig in Parys dacht te komen, of ik u onlangs had gezien etc. Hy zeide my tevens dat hy u spoedig zou schryven. Misschien deed hy dat reeds. - Toevallig sprak ik L. MichelGa naar eind6. die een dag of 4 te Parys was. Ik vroeg haar, voor u, naar hare Mémoires waarvan zy my zeide zelve geen enkel exemplaar te hebben. Maar ik ken iemand die 't heeft en zal ik het zoo mogelyk u te leen zenden. - De Histoire Anecdotique van de Révolution Française en die ik zeer goed ken, ik hoorde nooit dat daarvan een derde deel verscheen. Geef my eens den naam en 't adres van den uitgever daarvan op. Bezorgde ik zelf u niet het deel of de deelen die gy bezit? Létourneau's Evolution de la morale et idem de la Justice verschenen niet by Reinwald, zeide men my daar. De brochure van Tabarant,Ga naar eind7. waarvan zooals gy zeidet: ‘zooveel goeds gezegd wordt’ en die ik, par parenthèse, zoo onbeduidend mogelyk vind - de laffe vent op aandringen van eenige socialistische ‘leiders’ liet er het beste hoofdstuk betreffende ‘patriotisme en militarisme’ uit. Die T. is ook al zoo'n laffe mislyke baantjesjager, die alleen zoekt om zyn grenzenlooze heersch- en geldzucht te bevredigen. | |
[pagina 13]
| |
Nu wil hy eerst in de gemeenteraad en later naar de Kamer. Ik kan dien kerel niet uitstaan en heb hem leelyk de waarheid gezegd. - AuerbachGa naar eind8. zie ik zeer zelden - tot m'n groot genoegen. Ik vind hem een verwaand joodje. - Met VredevoogdGa naar eind9. die 's morgens aankwam en 's avond tegen 8 uur weer er vandoor ging, was ik uit. Dat schynt my een flinke kerel toe, al is hy dan ook sergeant geweest. - Wy waren op den Eiffeltoren - een bezoek n.b. dat hem zyn trein deed missen en daardoor hem dwong 1e klas te reizen met 'n goede 30 frs supplementaire uitgaven, om nog op tyd in Marseille te komen. 't Grappigst vond ik zyn schelen broer, een erg misanthroperig jongeling. De jongen kwam zaterdag 's morgens aan, had een biljet dat hem vergunde tot zondagavond te blyven, kwam voor de 1e en waarschynlyk laatste maal te Parys - en vertrok den zelfden avond tegen zeven uur weer naar patria, verklarende met de meeste overtuiging... dat hy Parys nu zeer goed gezien had. - Gy vraagt of ik een artikel van u wil vertalen? Wanneer iemand aanspraak kan maken op myne bereidwilligheid in die soort dingen, dan zyt gy het zeker. Gy waart voor my ook altyd hulpvaardig. - Hierover sprekende (en geheel afgescheiden hiervan, alleen maar omdat het my juist te binnen schiet) wil ik u ook zeggen dat ik meer dan eens denk aan het geld dat gy my zoo bereidwillig leende. Gaf ik tot heden nog niets terug, dan was dat niet omdat ik het vergat of my zoo hield, neen, het was my onmogelyk. Ik zit er nog steeds slecht, allerslechtst voor, vooral nu wy, myne vrouw en ik, tezamen zyn. Zy werkt, naaister, maar dat is voor haar zelve nauwelyks voldoende. Echter ben ik nu overtuigd binnen korteren of langeren tyd uit dien benarden toestand te geraken. Het moeilykste is eerst bekend te worden. - Ik wil morgen een artikel schryven over de revol. beweging in Spanje en trachten dat in den Figaro onderdak te brengen. Ik heb wel hoop daarop. Gelukt het, dan stuur ik 't u. Zoo uw artikel erg lang is, geef my dan een paar weken tyd. Het door my vertaalde stuk van Hauptmann wordt binnen kort opgevoerd, en ik moet herhaaldelyk de repetities bywonen.Ga naar eind10. Dit is onvermydelyk. - Hoe 't zy, zend uw artikel maar dadelyk op, dan werk ik er telkens als ik kan een paar uurtjes aan. Hartelyke groeten aan allen van uw vriend J.A. Cohen | |
[pagina 14]
| |
P.S. Neen, 't zou my onmogelyk zyn juist op te geven, wat men my dit jaar zond. Alleen weet ik, dat na het artikel dat ik van morgen afzond, ik nog 9 = negen art. aan R.v.A. schuldig ben. 2e P.S. Ik vind den aanslag van BarcelonaGa naar eind11. alleruitstekendst. De bourgeois zijn doodsbang. | |
[pagina 15]
| |
Alexander Cohen aan F. Domela Nieuwenhuis76 Thorpdale Road, Hornsey Rise, London N. 9 januari 1894. Waarde Nieuwenhuis, Vergeef my indien ik niet eerder schreef. Gy kunt denken dat ik een beetje uit de haak was geraakt door de laatste gebeurtenissen. Uit de bladen (Fransche) zaagt gy zeker hoe de zaak gebeurd is. Ze hebben my een kolossale reclame gemaakt, en als ik ooit in Frankryk terug kom - wat best mogelyk is - dan ben ik voor de toekomst gerust. Voorloopig echter zit ik er beroerd voor met myne vrouw, die zich dapper gedragen heeft tydens myne gevangenschap. Aan Zola ook heb ik veel te danken wegens zyn tusschenkomst. Hy is naar den minister gegaan en heeft alles gedaan wat mogelyk was om my in Frankryk te houden. Maar de schurken wilden natuurlyk niet erkennen dat zy een stommiteit hadden uitgehaald en daarom moest ik er uit. - Terwyl alle andere uitgebannenen in vryheid bleven en 8 dagen kregen ter regeling hunner zaken, bleef ik in 't geheel 16 dagen gevangen - au secret - en werd ik 's nachts geheimzinniglyk opgelicht, en per celwagen, met ketens aan de voeten van | |
[pagina 16]
| |
Parys naar Havre vervoerd. Daar scheepte ik my in naar Southampton en toen naar Londen. - Ik zocht hier om werk maar vond nog niets. Wel beloften. Myne vrouw die eene goede parysche modemaakster is, heeft ook nog geen werk, maar in een paar weken - zeide men my - vangt het goede season aan voor dat soort werk. Krygt Kaya arbeid, dan is dit voor my een groote zorg minder. Trouwens myne vrouw is voor my een groote steun. Zy heeft een yzeren energie betoond, zoo zelfs dat de secretaris van den prefect van politie, toen zy kwam voor de vergunning my te zien, haar toevoegde: ‘Vous avez une manière de nous traiter, madame, qui frise l'insolence!’ De politieschurken hebben alles by my gestolen. Al myne brieven - waaronder de uwen - familiebrieven, zeer vele zelfs dateerende jaren lang vóór m'n komst in Frankryk, alles hebben de honden gestolen. Al de nummers van R.v.A. met myne artikelen, bibliographieën etc. van den beginne af, alles is voor my verloren, wat een groot verlies voor my is daar dit alles een periode van myn leven inhield en niet het minst bewogene. Idem de Fransche bladen en tydschriften waaraan ik medewerkte sedert jaren. - Eenige schreven in de beste bedoeling - zooals Octave Mirbeau in de Echo de Paris, Fournière, Docquois in le Journal, Bissandre in la Libre Parole - dat ik alleen ‘littérateur’ en geen anarchist was.Ga naar eind1. Ik verzond gisteravond een protest aan een Parysch blad, waarin ik hiertegen opkom. Ik wil dolgraag naar Frankryk terug, maar niet ten koste van iets wat ik voor my zelf als eene lafheid beschouw. Ik ben en blyf anarchist, en het is vooral niet in dit tydperk van vervolging dat ik dulden wil dat anderen myne ideeën verzachten of zelfs ontkennen. - Het is een harde slag voor my - juist op het oogenblik dat betere dagen, materieel gesproken - zouden aanbreken. Maar ik ben volstrekt niet geknakt en veerkrachtiger dan ooit. Wy revolutionnairen hebben toch de schoonste rol in alle opzichten. Een handjevol besliste kerels houden tegenwoordig de heele bourgeois moordenaarskliek in angst en schrik. En dat is wel wat onaangenaamheden waard. Vooral in Frankryk en Spanje zit de doodsangst er in by de bourgeois, en de politie is niet op haar gemak. Dat heb ik wel bespeurd. - By al die zaken is altyd wat grappigs. Ge herinnert u wel een cadeautje wat gy my gaaft in '89 tydens de tentoonstelling en dat gy kocht in de Galerie des Madones: een | |
[pagina 17]
| |
breede stalen veer met nickel uiteinde en besloten in een cylindervormige doos van wit metaal. Uitgetrokken vormde die veer een wandelstok. Dat ding hebben ze niet durven openmaken en droegen ze met alle mogelyke voorzorgen naar het gemeentelyk laboratorium. Ik heb me ziek gelachen toen ik die bus op de tafel der ‘pièces de conviction’ zag liggen. - Hoe vindt gy 't verbod der opvoering van Ames Solitaires door de regeering, alleen omdat ik de vertaler ben. (Ik zend u met dezelfde post een exempl. van A.S. Meld my s.v.p. de ontvangst). Natuurlyk doe ik geen stap, noch schryf een woord om in Frankryk terug te keeren. Kunnen letterkundige vrienden, of Zola b.v. myn uitbannings-decreet doen vervallen, zonder my in 't minst te compromitteeren, dan keer ik graag terug. - Londen is wel allerinteressantst, maar blyven kan ik hier niet op den duur. Ik heb zon en licht en kleuren noodig om te leven. En hier is alleen nevel en duisternis. Hebt gy niet wat werk voor my, vertalingen of zoo iets? Tracht iets te vinden s.v.p., want ik zit er pecuniair slecht voor. Myn uitgever maakt gebruik van myne uitbanning door my te bestelen. De kerel beweert dat ik hem A.S. verkocht heb voor 3 uitgaven d.w.z. 3000 deelen, terwyl er alleen afgesproken was voor 1 uitgave en hy nog moeilykheden maakte uit vrees geen 1000 exempl. te verkoopen. Maar nu is er zooveel reclame gemaakt dat hy meer oplagen heeft moeten laten drukken en ik dus meer geld zou moeten hebben. Hy is my voor de 1e duizend 350 francs schuldig waarvan ik nog maar 100 ontving, te Parys nog. Ik werd juist gevangen genomen één dag vóór dat wy ons contract moesten teekenen, zoodat ik nu geen enkel bewys tegen dien schelm in handen heb. Als gy het goed vindt ga ik door met Parysche Brieven voor R.v.A. te schryven. Ik lees de Fransche bladen en dat gaat even goed.Ga naar eind2. Bovendien schryf ik dan Londensche idem, als gy wilt. Zoodra ik een beetje op myn verhaal zal zijn gekomen, ga ik weer aan 't werk voor verschillende revues, die onmiddellyk niets opbrengen, maar dat is toch goed. Den moed heb ik niet verloren! Natuurlyk ontving ik niets sedert myne gevangenneming. Wilt gy zoo goed zyn my, aan myn tegenwoordig adres te zenden alle nummers van R.v.A. verschenen sedert 8 December l.l. Natuurlyk zag ik gaarne wat 't | |
[pagina 18]
| |
blad schreef betreffende myne arrestatie etc. Ik vernam dat de Vorwärts,Ga naar eind3. het orgaan van den verschimmelden ouden heer Liebknecht zich allergemeenst heeft uitgelaten betreffende my. Kunt gy my die nummers daarvan niet sturen, desnoods te leen. Ik zal ze u ongeschonden terug sturen. Ik vind misschien stof die vuile kerels in de Société Nouvelle nog een aan de ooren te trekken. Doe my dat genoegen s.v.p. - Kunt gy my ook - eveneens te leen als 't noodig is - bezorgen de nummers der Nieuwe Rotterdamsche,Ga naar eind4. Handelsblad,Ga naar eind5. Amsterdammer en andere hollandsche bladen die van my spraken. Ik zag in Fransche bladen dat zy allerlei vuiligheden verteld hadden. Eveneens hoorde ik dat van v.d. Goes.Ga naar eind6. Is dat waar? Enfin stuur my s.v.p. wat gy kunt, want ik verlang naar polemiek met al dat gespuis, en al de bladen staan my thans open. - Kryg ik overigens weer geregeld 't blad s.v.p.? Zier hier m'n adres: Mr. White, p.a. Mr. Buchnell, 76 Thorpdale Road, Hornsey Rise, London N. Geen andere naam op 't adres, ook niet van toegezonden bladen. Ik gaf als myn naam C. op, maar tevens dat brieven en bladen zouden komen onder den naam White, myn authors-name. Geef s.v.p. niemand myn adres, met uitzondering van Abas en Cornelissen. Schryf spoedig aan uw vriend J.A. Cohen
Groeten aan al de uwen. | |
[pagina 20]
| |
Alexander Cohen aan F. Domela Nieuwenhuis5 Adpar Street, Edgware Road, London W. 9 april 1894. Waarde Nieuwenhuis, Zooals gy bespeurd zult hebben uit het artikel dat ik u den 6en dezer toezond - een paar uren nà ontvangst van uwen brief - behoor ik nog steeds onder de levenden.Ga naar eind1. Overigens ben ik van plan nog geruimen tyd in dit ondermaansche voort te blyven kuieren. - Neen, alle lust en alle moed zyn niet verdwenen door die uitzettery, al viel het my vreeselyk hard Parys te moeten verlaten, de eenige plaats, naar het my voorkomt, waar het mogelyk is te ademen. Ik tenminste leefde daar in een kring van persoonlykheden die als het ware een onontbeerlyk element uitmaakten van myn geestelyk bestaan. Daarby komt dat ik, na byna zes jaren tobbery om... het hoofd boven water te houden, eindelyk de tyd zag aanbreken waarin het my mogelyk zou zyn betrekkelyk zonder zorgen, materieele n.l. te leven. Ik had my de fransche taal geheel eigen gemaakt, waarin ik, dat erken ik, eene zekere, misschien kinderlyke zelfvoldoening vond, te meer daar ik nooit titel of iota van myne ideeën of zelfs de uiterlyke demonstratie daarvan offerde of verloochende ter wille | |
[pagina 21]
| |
van eenig voordeel. Al wat ik publiceerde, geteekend, anonyme of onder pseudonyme in eenig fransch blad of tydschrift, bourgeoisbladen niet uitgezonderd, heeft myne begrippen gediend en nooit die van de bezitters of uitgevers dier publicaties. - En nu zoo op eens er uit. En dan gedwongen te zyn te leven in zoo'n vervloekte stad als Londen, waaraan ik reeds het land had vóór er ooit gekomen te zyn. Ware ik onmiddellyk van Holland naar hier gekomen, dan zoude alles wat my nu stuit en zelfs kwetst my minder of in het geheel niet opgevallen zyn. Maar na een verblyf van zes jaren te Parys, waar op zedelyk gebied geen plaats is voor eenige huichelary, waar bovendien alles smaak en kunstsmaak verraadt, waar het volk in weerwil van boulangisme, russo-krankzinnigheid en hedendaagsche lamlendigheid toch nog het aangenaamste en vryzinnigste in den omgang is, na zoo'n zesjarig verblyf in Londen te moeten leven, in Londen waar alles aan Hollandsche kleingeestigheid, ruwheid en onbeschoftheid herinnert, ça c'est trop fort. Gy zult myn oordeel over patria niet heel fair vinden, maar de door my opgedane ondervinding kan my niet anders doen spreken. Holland, behalve de weinige vrienden die ik daar heb, en waarvan gy zeker de beste zyt, is my altyd, in vergelyking met andere landen die ik bezocht, het onuitstaanbaarst voorgekomenGa naar voetnoot*. Alleen de revolutionnaire beweging is my daar sympathiek, meer dan ergens anders, altans wat aangaat de massabeweging. (Hieromtrent ben ik van meening en meen ik, alle anarchisten met my, dat zoodra de massa in beweging komt, in ernstig revolutionnaire beweging, individueele daden van rebellie niet meer noodig zijn en van zelf verdwynen. Nu ben ik zonder restrictie vóór wat men noemt: la propagande par le fait, overal waar de massa ingeslapen of indolent is.) Op het oogenbik ben ik bezig met eene kleine studie betreffende de propaganda der daad. Uit den algemeenen schipbreuk - lees uit den diefstal myner papieren, brieven, bladen enz. - heb ik een paar interessante documenten kunnen redden, waaronder een brief van Emile HenryGa naar eind2. destyds gepubliceerd in een anarchistisch blad. Dat factum is uiterst interessant, en getuigt van een volkomen logischen gedachtengang by den schryver. Wanneer gy my in een paar nummers van R.v.A. eenige kolommen wilt afstaan, zal ik dol | |
[pagina 22]
| |
gaarne dit artikel publiceeren. Het zal mogelyk - waarschynlyk zelfs - uitlokken tot polemiek en wat is wenschelyker dan wryving van gedachten? Wellicht publiceer ik bewust artikel in 't Fransch in de Société Nouvelle, waarvan de directeurGa naar eind3. - entre parenthèses - zich by herhaling my tegenover vry smerig gedragen heeft. Ik wil dan ook in zyne revue niets anders meer publiceeren dan wat uit principieel oogpunt eenig nut kan hebben, maar op letterkundig gebied krygt hy niets meer van my. Vindt gy het goed dat ik voortga met Parysche Brieven te schryven? Daar ik de bladen hier tòch ook lees, en goed op de hoogte ben met Fransche toestanden, kan ik evengoed van hier schryven. In 't belang der ‘prestige’, (daar echte Groninger koek uit Groningen, ‘oprechte’ genever uit Schiedam en Theodoor's Koukos ‘helenikos’ van den Parnassus moet komen) zou 't misschien wenschelyk zyn den zetters te verzoeken de anglosaksische afkomst myner gallische correspondentie voor zich te houden. Binnen twee à drie dagen komt een ‘Londensche Brief’ en ik zal trachten zoo geregeld mogelyk te schryven van hier uit, hoewel er weinig of niets voorvalt op speciaal revol. gebied. De sociaal-democraten, de ‘blauwe’, ‘waschechte’ zyn in handen van het walgingwekkende koppel AvelingGa naar eind4.-Marx.Ga naar eind5. De eerste helft van dit misbaarmakende paar ziet er uit als een verloopen jockey en de andere schynt veroordeeld tot een levenslang gekef in vier of vyf talen tegelyk. De zoogenaamde ‘onafhankelyken’ - die in Grafton-Hall hun tenten hebben opgeslagen - schynen my bovenal onafhankelyk te zyn van al wat naar gezond verstand zweemt. Gilles,Ga naar eind6. die tot voor korten tyd daar den scepter heeft gevoerd, vervalt meer en meer tot den rol van een constitutionneel vorst dien de constitutie over 't hoofd groeit en... bedelft. Die Gilles is persoonlyk een goeie kerel, zeer hulpvaardig en ‘opferfähig’ - maar zyn beginselen komen my voor van zwak allooi te zyn. Daarby komt dat hy steeds gelyk wil hebben en het terzelfdertyd iedereen naar den zin wil maken en dat gaat slecht. 't Onvermydelyk resultaat daarvan is sophisme en daar doet de brave man dan ook sterk aan. - Wat aangaat de anarchisten, behalve eenige weinige uitzonderingen waarvan ik het meerendeel reeds kende te Parys, daar is ook weinig aan. Onder de Engelschen daarentegen heb ik eenigen leeren kennen die | |
[pagina 23]
| |
my alleraangenaamst verrasten door hun graad van overtuiging, kennis en radicalisme. Dat was my iets geheel onverwachts. - Dat John BurnsGa naar eind7. afgedaan heeft als socialist weet gy natuurlyk. Die kerel - dien ik nooit heb kunnen uitstaan en steeds als een ambitieus politicus heb gewaardeerd - is geheel in beslag genomen door de Labour-Party, eene party die zich voornamelyk bezig houdt met agitatie tegen de Lords en andere belachelyke dingen. Gy zult misschien denken dat ik te vlug oordeel en veroordeel - ach, neen, dat laatste is me niet eens de moeite waard! - maar herinner u dat ik reeds vóór 3 jaar en eerder in R.v.A. voorspeld heb de rol der bende Guesde, FournièreGa naar eind8., Vaillant etc. En de gebeurtenissen hebben my gelyk gegeven. - Voor ik sluit nog iets. Zooals gy denken kunt, wandel ik hier overal, behalve op rozen. Het is zoo gemakkelyk niet hier weder te beginnen zooals ik te Parys deed. Oogenblikkelyk ben ik bezig met een deel Multatuli-vertaling te voltooien, dat ik te Parys zal uitgeven. Verder denk ik een boek te schryven over myn verblyf en wederwaren te Parys gedurende 6 jaren. (Sub rosa). Maar intusschen verdien ik niets. Myne vrouw die werk had is op 't oogenblik ook zonder; en deze laatste 14 dagen hebben we niet eens onze huur kunnen betalen. Kan R.v.A. niet, zooals toen ik te Parys was, my wat geld vooruit betalen voor te leveren artikels? Gy weet hoe ik steeds nauwgezet vooraf betaald werk afleverde. Bedenk, het is een moeilyk begin en een uiterst harde tyd. Zoo mogelyk laat my dan dadelyk na ontvangst dezes wat geld zenden, minstens 25 gulden, dat ik zaterdag of zondag a.s. huur betalen kan, anders vlieg ik er uit, en weet niet waar heen te trekken. - Kan Morgenrood misschien iets betalen voor schetsen uit het Londensche Leven? - Kunt gy my leenen - gy weet dat ik nauwkeurig ben met boeken - BymholtsGa naar eind9. werk over de arbeidersbeweging in Nederland. Een studie daarover kan ik waarschynlyk plaatsen te Parys in een revue. Groeten aan al de uwen en aan de vrienden van my, en aan u van WernerGa naar eind10. en KampffmeyerGa naar eind11. | |
[pagina 24]
| |
Naar uw kistje voor AustraliëGa naar eind12. informeerde ik, maar kreeg nog geen antwoord. Wat zyn de afmetingen, het gewicht en de inhoud? Kan men aan 't adres van R.v.A. of aan 't uwe (166 Haarlemmerstraat of Haarlemmerdyk?) veilig schryven zonder aan te teekenen? |
|