Tirade. Jaargang 18 (nrs. 193-200)(1974)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 525] [p. 525] Agnes de Graaf Twee gedichten en een brief Uit volle borst en tweestemmig mijn jongste broertje M. dat ongelukkig is en derhalve dan ook het grootste gedeelte van zijn tijd in een katholiek tehuis te N. doorbrengt heeft niet bijster veel vertrouwen in de mensheid zo beziet hij met weerzin en schrik zijn moeder en zijn oudste zus die tijdens een korte wandeling in het bos in een boom zijn geklommen mijn moeder zit natuurlijk het hoogst heb ik wellicht wat meer te verliezen: mijn nog maar nauwelijks begonnen studie aan een rijkshogeschool, mijn opmerkelijk en veelbelovend poëziedebuut, mijn tweede boek dat op stapel staat en dat er op mijn nadrukkelijk verzoek als een echte gedichtenbundel uit gaat zien, mijn briefwisseling met neêrlands aardigste psychiater, mijn innige [pagina 526] [p. 526] vriendschap met een kunstzuster in skandinavië, mijn ongehoord sukses aldaar met de vertolking van droevige en dan ook zelfgemaakte liederen, mijn tot tranen roerende interpretatie van debussy en chopin, het begrip dat ik voor de monumentalist J. de G. te H. heb en dat hij godzijdank ook steeds weer voor mij weet op te brengen en de groei in het hoofd die ik anders zelf wel overhoud van een kursus wetenschapsfilosofie maar schrikken wij samen, mijn broertje M. en ik, er niet voor terug om op zondagmiddag in het met wandelaars volgestroomde bos alle ons bekende kerstliederen te zingen tweestemmig en uit volle borst een spoor van verbijstering achterlatend terwijl wij er op onze tandem flink de vaart in zetten [pagina 527] [p. 527] Ben ik tamelijk vol van je 1 zittend op de plaats waar jij twee dagen geleden zat en mij in ieder geval opmerkte terwijl ik je gade sloeg ben ik tamelijk vol van je daar hoef jij denkelijk zelf niet meer aan te pas te komen och kwam ik jou maar eens op zaterdagmiddag bij vroom & dreesmann samen met je verloofde (die gelukkig in geen enkel opzicht op mij gelijkt en zo hoort het ook) tegen zodat ik niet langer [pagina 528] [p. 528] hoef te denken dat ik werkelijk mooi, intelligent en onderhoudend ben alleen maar omdat ik hoop dat jij dat vinden zal [pagina 529] [p. 529] 2 de opluchting toen wij elkaar op zaterdagmiddag in vroom & dreesmann op de parterre met onze respektievelijke verloofdes tegen kwamen omdat wel bleek dat we alle twee niet zo nodig moesten aangezien we nou ja al min of meer voorzien waren dus kon ik je goed bekijken terwijl je tegen me praatte zag ik dat je ogen groen en je lippen vermoedelijk erg zacht waren en konstateerde ik dat ik me erg op mijn gemak voelde toen je zo dicht bij me stond [pagina 530] [p. 530] 3 in bed deed ik mijn best niet aan je te denken vermenigvuldigde ik getallen van vijf cijfers met elkaar tot ik er opgewonden van werd ook poolzeeën, het mesozoïcum, de watersnood van 1953, het centraal station van amsterdam om vier uur smorgens, de dagzaal van vrouwen-2 te duin-en-bosch, harry mulish geheel ontkleed met alleen zijn sokken aan, een overnachting in osnabrück omdat ik in de trein naar italië was gestapt doch daar niet naar toe wilde & het gat dat ik op mijn eerste schoolreisje in mijn tong viel brachten geen uitkomst er is godzijdank niets waarvoor ik je nodig kan hebben Vorige Volgende