ven, ook in dit nieuwe tijdschrift onder dak zullen kunnen komen; de aanwezigheid van Marsman in de redactie zou voor ons zelf een stimulans zijn, om ondogmatisch te blijven, terwijl, aan de andere kant, een gemeenschappelijk programma zeer wel te formuleeren is. Moet nu op chevalereske gronden deze mogelijkheid verloren gaan? Dat lijkt mij werkelijk onzinnig: Marsman nog ‘plichtsgetrouw’ meesukkelend met de
‘sloome affaire’, die toch onderwijl beide partijen maar weer flink schade zal doen.
Ik zou nog eens dringend willen vragen: overweeg de zaak nog eens aan alle kanten. Laat geen persoonlijke belangen den voorrang hebben als het om principes gaat. Een weg via de ridderlijkheid is er altijd wel te vinden. De verschillen, die tusschen Marsman en ons bestaan, zijn in dit opzicht van geen belang en eerder stimuleerend, tegenover de Coster-groep en derzelve mentaliteit. Mijn persoonlijke opinie is, dat de V.Bl. dit jaar moeten worden opgeheven en door het nieuwe tijdschrift vervangen. In godsnaam geen onnodige splitsingen!
Ingesloten het contract, zooals Bouws het zich voorstelt. Ik sluit ook een doorslag in van mijn commentaar daarop aan Bouws (die van deze brief weer een doorslag krijgt). Het lijkt me noodzakelijk, in ieder geval eerst de deelname van Marsman veilig te stellen, voor we over het redacteurschap van Roelants gaan praten. Ik heb ook geen enkel bezwaar tegen hem, maar prefereer het driemanschap, dat mij organisch lijkt. Misschien zegt het je nog iets, dat mijn broer Wim, een buitenstaander dus, van de plannen hoorend, dit driemanschap ook als het eenig-aanvaardbare beschouwde. Op dit moment dit triumviraat: zoo zie ik het. In ieder geval heeft de zaak haast. Laat mij dus gauw iets hooren. Je wilt deze brief wel aan Marsman laten lezen en mijn opvatting met hem bespreken? Ik laat het vanwege de haast bij deze onpersoonlijke tikkerij. Tot Zaterdag zit ik nog in Eibergen, daarna weer in Rotterdam.
Hart. gr., ook voor den anderen triumvir en eegade,
je Menno