Tirade. Jaargang 16 (nrs. 173-182)
(1972)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 117]
| |
Twee regels voor Leo Verboon, galeriehouder te Den HaagIk kom een schilderijtje halen.
Kan ik misschien met mijn tandarts betalen?
| |
Aangetekend en per expresse (twee regels voor Gerard Stigter)- Het menselijk tekort!
- Leg het maar naast mijn bord.
C. Buddingh' | |
[pagina 118]
| |
De ware emancipatieToen je jong was leek je een beetje op Nefretete.
Nu je ouder wordt lijk je alleen nog op jezelf.
C. Buddingh' | |
[pagina 119]
| |
Haikulucht grijs van nevel en rook
het pindasnoer buigt even door
onder het gewicht van het meesje
C. Buddingh' | |
[pagina 120]
| |
Van zijn vader had hij een kleinvan zijn vader had hij een klein
sigarepijpje geërfd
daarop trommelde hij al vroeg het wilhelmus
daarin ging hij kamperen in wijk-aan-zee
daarmee floot hij zijn hond en - later - zijn vrouw
(en, nog weer wat later, zijn beide dochters)
daarop fietste hij heen en weer naar kantoor
daarop kauwde hij als het hem allemaal wat veel werd
daarin spaarde hij kwartjes voor een home-trainer
daarmee poetste hij elke dag netjes zijn schoenen
daarmee wees hij af en toe boos op zijn voorhoofd
daarin kon hij de zee zo mooi horen ruisen
daarmee schreef hij een brief aan de koningin
daarmee stoorde hij de russische zender
daarin haalde hij 's zaterdag twee ons bief
daarmee nam hij foto's van vrijende paartjes
daarop kon hij zo lekker een uurtje pitten
daarop beet hij zijn laatste hoektand stuk
daarmee sloeg hij soms in op zijn tweede vrouw
daarop reed men hem naar zijn laatste rustplaats
daaruit klonk, ietwat kucherig, psalm 23
(De Heer is mijn Herder, vers 1 tot en met 6)
het was, zo te zien, niets bijzonders:
een klein, haast onooglijk sigarepijpje,
maar hij had het geërfd van zijn vader
C. Buddingh' | |
[pagina 121]
| |
Testament van BeentjeAardappel wat heb je gedaan met je moeder
Mijn moeder was een hoer
die zelfs geen kamerjas had
Aardappel wat heb je gedaan met je vader
Mijn vader was een dronkaard
die mij onder zijn kegel verpletterde
Aardappel je gaat sterven
en je schil zal meer dan een spook draperen
verdwaald in donkere trappenhuizen
maar kijk eerst in je spiegel en zeg mij
of het gaat regenen
Benjamin Péret
| |
[pagina 122]
| |
De piraat in mijn bloedNu het lekkertje is weggevlogen naar andere hemelstreken
moet men zijn voeten afhakken
en ze als huldeblijk offreren aan de eerste de beste rijpe tomaat
Het is, eerlijk gezegd, een huldeblijk
of een belediging
Dat maakt de toekomst wel uit
Vandaag zit ik op een duizendjarige boom
die me werkelijk voortreffelijke raad geeft
maar hij is dan ook duizendjarig
Een oud vrouwtje vraagt me om een aalmoes
ik geef haar een vergeetachtig hoofd
en voeg eraan toe
Van God krijg je nog wel meer prulletjes
Ik ben ook niet meer zo jong
maar ik ben niet duizendjarig
daar ligt mijn ongelijk
als ik duizendjarig was zou ik de zuchten van de rijpe schillen horen
van de loden pantoffels en van de laatste geweerschoten
die de laatste slaven zullen doden van de laatste onaandoenlijke dieren
Benjamin Péret
| |
[pagina 123]
| |
De ogen van de windDe voorstad is blauw als een ligbad
wanneer de rechter voorbijgaat
als de rechter geen rechter was
dan zou je pas eens wat zien
Vier kalveren op een bliksemafleider
schreeuwend uit volle borst
Vrijheid blijheid schatje
En mevrouw daarop
Zoeteliefje
en meneer weer
Hartediefje
Benjamin Péret
|
|