Print Tirade. Jaargang 13 (nrs. 143-152)(1969)– [tijdschrift] Tirade Vorige Volgende [p. 237] [Gedichten] Een belangrijk probleem Niet als Napoleon, nee, maar hoe dan? Als nurks of nozem, de verlopen neven van het miskend genie? Als specialist in hoogstmerkwaardige gegevens? Als orgelman van het wereldraadsel of trainer in kwaadaardigheid? Het staat nog te bezien. In elk geval niet als Napoleon. Dat spreekt. J.A. Emmens [p. 238] Autobiografie van het gezag Bij mijn geboorte met slangen gekneveld groeide ik op tot een monster. Door training verkreeg ik een masker van schoonheid: mijn tweede ik. Aanvallig besluip ik de rustende wereld. Onder mijn tenten, beschutting, een vlies van vertrouwen en in mijn hand: de barstende oorlog, de rottende lijken, de mensonterende schreeuw. J.A. Emmens [p. 239] Futurologisch Mijn vader was verhuisd, verschoven door een mij onbekende macht. Ik zocht hem jaren, lusteloos, tot ik hem aantrof op mijn knie: hij was mijn kind geworden. J.A. Emmens [p. 240] Klein heldendicht Daar zijn ze weer, oude tyrannen, de nabob en de moedergod, de aterling, de geest van de moerassen. ‘Hic est labyrinthus’, noteerde een man. ‘Gij zult vereren en hen niet doorzien.’ Elders trekt men cirkels om spoken te weren. Niet doen. Spreek vierkant tegen. ‘Er is een balk gevallen op de hut van mijn jeugd. Ik zal mijn kapitaal verbranden.’ J.A. Emmens [p. 241] Mededeling Een rammelende beukenoot overgehouden uit een droom. Geluk zit verstopt in de toekomst. Soms denk ik eraan, in het bedrukte verleden gevangen. J.A. Emmens Deze gedichten zijn uit: Een Hond van Pavlov dat binnenkort verschijnt. Vorige Volgende