strekking wetenschappelijk, maar dan niet alléén wetenschappelijk.
Vroman is verteller in dit boek en de jij, die hij al in de eerste alinea bij de hand pakt, laat hij tot aan de laatste zin niet los.
Hij is op z'n tijd een speels en zelfs een van amusant tot humoristisch uitschietend verteller, wiens grapjes meestal een achtergrond vol resonneermogelijkheden hebben maar soms door een teveel aan kneuterigheid niet van de grond komen. Dit laatste mag mij wel eens hinderen, het is een vleugje vooroorlogse Hollandse huiskamerleukigheid die de wereldoceanen ondanks het veelvuldige oversteken bij Vroman niet hebben weggewassen, maar het doet aan mijn waardering voor hem niets af; hij heeft er allang recht op in geschrift te worden genomen zoals hij is.
Maar Vroman is op andere passende momenten ook wijsgeer, een denker die zijn eksperimentele handelen in laboratorium en studeerkamer steeds peinzend begeleidt met een aan standaard-ideologie noch geloofsvoorschriften gebonden verantwoordelijkheidsgevoel. Daardoor is hij een van de weinige wetenschappelijke onderzoekers die ‘totaal’ kunnen ageren en reageren, die als een kompleet en geen vermogen opofferend mens in zijn werk staat en omdat hij als zodanig een artistiek zich realiserend mens is, ook van een wetenschappelijk voorlichtend werk een kunststuk maakt.
Inderdaad, Vroman heeft ruim tien jaar geleden een wetenschappelijk proefschrift geproduceerd, eveneens over zijn levenswerk, de bestudering van bloedstollingsverschijnselen. Het is de gangbare etalage van specialistenjargon, vol met aan tekens opgehangen geheimtaal, en ik ben dan ook niet in staat er een bladzij van te begrijpen. Maar om praktische redenen heeft hij toen het universitaire korset zich even moeten laten aanmeten en nu hij dan onlangs in Amerika de kans kreeg de stand van zaken met betrekking tot zijn bloedonderzoek in een boek vast te leggen, ging ook zijn schrijversbloed de weg op die voor hem natuurlijk is. Dat eerst in de V.S. verschenen boek is dan, na door hem en zijn vrouw Tineke samen te zijn vertaald en door hemzelf hier en daar nog allerpersoonlijkst te zijn bewerkt, in de eerdergenoemde Nederlandse serie verschenen. (Querido en Wetenschappelijke Uitgeverij).
Ik wil niet zeggen dat ik van dit ook specialistische boek wel alles heb begrepen, maar ik heb het gefascineerd gelezen. Als het verslag