Tirade. Jaargang 13 (nrs. 143-152)(1969)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] [Gedichten] Mijn vogeljaar Op m'n veertiende schreef ik een boek over lijsters. Hoe grondig het was bewijzen de veertjes de notenbalken met wat misschien de St. Louis Blues is, de getekende eieren. Bronvermelding hoefde nog niet maar Thijsse zou blij zijn geweest als hij mij zo bezig had gezien. Enkele zeldzame soorten werden vermeld maar niet beschreven want de kans dat iemand ze zou waarnemen was te klein voor de moeite. Die had ik er wel aan besteed zoals ook het kartonnen kaft toonde dat ik gisteren ineens zag liggen tussen oude kranten. T. van Deel [pagina 48] [p. 48] Verkade-album Het exemplaar van Hans de Torenkraai dat ik kocht in de Poort haalt het niet bij mijn oude dat ik kwijtgeraakt ben. Neem nu die bruine vlekken vroeger op het titelblad, of de scheur bij de kiekendief (23) - onzalig moment waarop ik met de gedachte moet hebben gespeeld de plaatjes los te maken! Het bewijst ten overvloede dat voor mij Hans met ‘pezen en spieren tot scheurens toe gespannen’ niet meer zoals toen door het luchtruim schiet. T. van Deel [pagina 49] [p. 49] Daal en Bergse laan De gereformeerde school lag hoger op de heuvel dan de roomse - dichter bij God zou ik nu zeggen met zo'n fijn volwassen gevoel voor symboliek en ironie - en als ik afdaalde om op de Paasberg (kan er niets aan doen, hij heette zo) thuis te eten, stond dreigend een muurtje jongens in de weg. Een aanloop moest genomen om er heelhuids door te komen. Als ik dan daarboven aan tafel hoorde praten over het Dal der Verschrikking wist ik het wel. Here zegen deze spijze amen. T. van Deel Vorige Volgende