Services et Méthodes van de heer Michel Bongrand de vorige keer de anti-gaullistische heer Lecanuet had ‘geholpen’ en nu, omdat de eerste niet meer reflekteerde, beschikbaar was voor De Gaulle en aanhang. Neutraal en onverschillig, zoals elk reklamebureau ten behoeve van zeep, tabak, de reine zeden en het eeuwige heil wel zijn diensten wil verlenen; mits er redelijk wordt betaald. In ons altijd nog naieve landje werd, na de onthulling van het aandeel van het reklamebureau Franzen, Hey & Veltman in het verrassende sukses van D '66 er nog trouwhartig aan toegevoegd dat de heer Martin Veltman ook heus een overtuigd lid van de club is. Het heeft me zo geroerd als de mededeling dat de oude heer De la Mar zelf altijd het meest van de Douwe Egberts krultabak hield die hij ons zo hardnekkig voor ogen bracht.
Ik weet wel dat ook andere partijen van reklame- en public relationsbureaux gebruik maken en op zichzelf is het verstandig om, als er nu eenmaal met de massa moet worden gewerkt, die massa zo doelmatig mogelijk te hanteren, vooral als de massakommunikatiemiddelen met hun eigen eisen niet zijn te omgaan; maar voor mij blijft het grote verschil wàt men wil bereiken en hóe het middel zich tot het doel verhoudt. En juist wat dit laatste betreft stellen de D '66-voormannen mij niet gerust. In het onvermijdelijke interview met Bibeb (Vrij Nederland van 11 maart jl.) zegt Van Mierlo: ‘Daarom is er een pragmatische politiek nodig, de bereidheid tot ieder middel als het de samenleving beter maakt.’ Ik ben ervan geschrokken, het is de vrijbrief voor fanatici. Alle Hitlers, alle Stalins, alle diktatoren en inquisitoren van het verleden waren ervan overtuigd dat zij het patent bezaten van de betere samenleving en dat voor degenen die het waagden eraan te twijfelen, het buigen of barsten diende te gelden.
En ‘ieder’ middel? Hier ligt nu precies de kiem van het gevaar dat ik zie. De handige jongens die de betere samenleving zullen maken die de nette jongens ons beloven, zullen het wel weten. Nooit heeft de techniek grotere mogelijkheden voor de beïnvloeding van personen en bewustzijn opgeleverd dan nu. Nooit is het gemakkelijker geweest om niet alleen presidenten te maken, maar ook kiezers. Kiezers die we nodig hebben als materiaal en die we daarom paaien met meer ‘invloed’. De mens is bezig een fysiologisch, farmacologisch en chemisch te hanteren instrument te worden, een met list te conditioneren hond van Pavlow, op te wekken en neer te drukken met pil en prik. Gemakkelijk te leiden naar alle paradis articiciels, ook de politieke. We gaan binnenkort met ieder middel naar het Van Mierlo-paradijs en waarom niet met LSD '66 van eigen patent?
Een andere uitlating van Van Mierlo in hetzelfde interview is al even bedenkelijk. ‘Ik geloof niet in dat leerzuivere. Dat hele instituut is in discrediet.’ Hier komt een lelijk pragmatisch aapje uit de politieke mouw. Zijn een leer, geformuleerde principes, ideeën en theorieën in diskrediet? Misschien bij de wereldverbeteraars, straatprotestanten, happenaars en kickgenoten à la Provo, bij hun groene nalopers en grijze voorlopers, maar staan zo akademisch gevormde intellektuelen tegenover een maatschappelijke en politieke problematiek? Akkoord voor het geval men bepaalde dogma's niet aanvaard, en bepaalde stellingen als verouderd verwerpt. Maar ik dacht altijd nog dat hoe zuiverder een theoretische benadering is, des te beter de praktische politiek zich laat realiseren. Of is pragmatisme een maar wat anrotzooien in politiek opzicht? The proof of the pudding zal ons ervan overtuigen, maar ik ben alweer niet gerust over de ingrediënten van het D '66-gerecht. De ingrediënten die samen het program vormen dat ons in het wel heel onleerzuivere jargon wordt aangeprezen als ‘practisch, clean, modern en klasseloos’ en die bij nader inzien voornamelijk uit bedaagde koeien blijken te zijn gesneden, meestal nog opgedregd uit een buitenlandse sloot ook.