Tirade. Jaargang 10 (nrs. 109-120)(1966)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 459] [p. 459] Wat zou ik doen of doe ik dat al Door mijn geliefde verlaten onder het brekende dak van een geleegde kazerne (takken door gaten stekende verliezen hun bladeren weer) voetstappen van haar een keer per jaar langs gaand en zij roepend maar niet verstaand door ijzige zwartgezaagde steekbeesten gevoerd, en telkens hun ongevraagde steenslag weer opgeboerd, 's nachts onder een gebarsten en holle brullende maan, daags onder fijngeknarste zonpoeder stuk gedaan, met een pen die niet kan schrijven door mijn handpalm heen gegroeid, en met ogen vol gruis, te vermoeid om open en dicht te blijven zou ik nog luisteren naar het fluisteren van de wind en het rinkelen van de ringen, zolang ik ten minste blijf weten dat daaraan gordijnen hingen van haar, ook al zijn ze versleten en korte jaren geleden op de grond gestort. Wel zal ik de stofwolk vergeten die ze toen opwierpen. Leo Vroman Vorige Volgende