Tirade. Jaargang 10 (nrs. 109-120)
(1966)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 221]
| |
[pagina 222]
| |
Toen ik bij je knielde
met een handdoek op
mijn schoot, zette je
heel even behoedzaam
je blote druipende voet
op mijn haar en zei:
Maria Magdalena.
Van pure ontroering
lachte ik je uit.
Nu denk ik daar
aan terug zonder
te lachen.
| |
[pagina 223]
| |
Op deze aarde
waar altijd wel ergens
gevochten wordt en gemoord,
gekrepeerd en honger geleden,
zijn zonderlingen te vinden
die soepgroente op het brood eten
en anderen die zich moed indrinken
om een muis dood te slaan.
Maar vreemder zijn de miljoenen
die in alle gemoedsrust nieuwe
mensen maken en veronderstellen
dat men zijn ouders dankbaar is.
|
|