Tirade. Jaargang 9 (nrs. 97-108)
(1965)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermdPortefolio
| |
[pagina 32]
| |
geboren 6 juni 1934, Amsterdam. Rijksnormaalschool, Amsterdam. Schildert en etst. Kon. Subsidie 1960 en 1961. reisde en werkte diverse keren in Turkije (1961,1962 en 1963). Exposities in Parijs in 1963 en 1964.
Hillenius is zéér geboeid door de verandering en maakt bij voorkeur van hetzelfde model een serie etsen die zich uitstrekt over lange tijd, soms twee tot drie jaar. | |
[pagina *1]
| |
Alice, 1964
| |
[pagina *2]
| |
Duinen, 1960
| |
[pagina *3]
| |
Mies, 1964
| |
[pagina *4]
| |
Jeanette, 1962
| |
[pagina *5]
| |
Tineke, 1964
| |
[pagina *6]
| |
Marjolein, 1963
| |
[pagina *7]
| |
Jeanette, 1963
| |
[pagina *8]
| |
Cameleon, 1963
| |
[pagina 33]
| |
Een kunstenaar is een slecht instrument. Hij kijkt naar een vrouw. Het beeld daarvan komt nog vrij zuiver over op zijn netvlies, zou nog best te gebruiken zijn in een magazine of zelfs de krant. Maar van het netvlies splitst het beeld zich in kleine impulsen die elk en onafhankelijk een verbrokkelde tocht gaat beginnen in wat men dan maar brein noemt, een brei van heel of half verteerde indrukken, bastaardeersels van verschillende herkomst, beelden zonder direct aan te wijzen herkomst, pijn, schrik, plezier, onbewuste stompzinnige invloeden, bewust nagestreefde grote meesters. Enfin, brein. De min of meer samenhangende stroom van indrukken van de buitenwereld zet zich na alle botsingen en dwaalgangen in de hersenen om in een evenzeer samenhangende reeks woorden, lijnen op papier, vegen verf. De kunstenaar die naar een vrouw kijkt maakt nu misschien wel een vrouw, de bijbel, een geëlaboreerd lucifersdoosje of een onnoembaarheid. De min of meer door reële modellen op gang gebrachte kunstenaar heeft de moeilijkheid dat zijn wil om tot een organische vorm te komen gevecht moet leveren met de organische vorm die zijn model reeds heeft. Het is niet zó moeilijk om de vorm van het model geheel te negeren, maar het gevaar bestaat dat daarmee de stroom ophoudt, ook van de eigen associaties, vervormingen, herkenningen. Wat men uit zich zelf los kan hakken heeft zelden de vanzelfsprekendheid van wat door een actie van buiten is meegesleept. Dat lijkt me een practisch voordeel van wat althans in opzet realistisch is. Er is een kwaliteit die met inzicht verloren gaat. ‘Pourquoi je n'aime plus à me promener dans le petit sentier? Je sais bien qu'il est le même mais il n'y a plus rien de l'autre côté de la haie.’ (Sainte Beuve.) De verlokkende geheimzinnigheid van een bos, heuvels, verdwijnt als men weet dat het toch altijd weer om bomen, struiken, stenen gaat. Tenzij men het vermogen heeft om die elementen van de buitenwereld om te zetten in een nieuwe verhouding, die de spanning heeft van geheim. Geheim is te maken, te veroorzaken, te organiseren. Een bepaalde plaatsing van de bestanddelen doet het. Maar het vereist een apart talent, los van esthetiek, reproducerend vermogen en andere vakmanschappen. Landschappen die het in werkelijkheid voor mij al lang niet meer hebben, nette, lieve, lelijke, zelfs mooie meisjes, worden na de spokentocht door het brein van Jakob Hillenius omgezet in producten waaraan iets van geheimzinnigheid de waarde uitmaakt. D. Hillenius |
|