Hollandse nieuwe
Gerrit Krol: Kwartslag (Querido).
Verhalen, en heel goede. Bij het lezen ervan werd mij ineens duidelijk wat er mis is met veel verhalen van jonge schrijvers die tegenwoordig uitkomen. Wat daarin ontbreekt, is hier aanwezig: het nuchter beschrijven van het gedrag van mensen van uiteenlopend karakter en sociaal milieu: een voetballer, een zakenman, een nozem, een christelijke jongeling. Het slotverhaal, Handel, is weinig meer dan een nauwgezette reportage van een transactie betreffende een partij wasmachines. Die beschrijvingskunst is niet de hoofdzaak bij Krol, maar zij vormt een stevige grondslag voor zijn fantastische effecten en zijn ingehouden moralisme. Hij heeft een voorkeur voor eenzelvige, zwijgzame hoofdpersonen, die weinig geneigd zijn tot verbale zelfontleding, maar die zichzelf ontdekken in hun daden. Als ik dat zo zeg, klinkt het naar streekromanrealisme, maar Krol is te scherpzinnig, te veel geboeid door wat raadselachtig blijft, om zijn nuchtere zwijgers te idealiseren tot helden van de gezonde gewoonheid. De stijl is niet erg zorgvuldig, maar meestal effectief. De constructie van de verhalen is goed, en maar een enkele keer te opvallend, zoals in Kilroy was here en Het geval Hendrix, al wordt in het laatste veel goed gemaakt door de juist getroffen kazernesfeer. In het algemeen toont het werk van Krol niet alleen meer variëteit en vakmanschap, maar ook meer psychologisch inzicht dan dat van tal van schrijvers die zoveel spiegels in hun boeken doen.
A.N.