lezing geven over het leven aldaar. Sommigen zijner uitspraken zullen u heel vreemd in de oren klinken, maar de spreker heeft mij verzekerd dat hij alles serieus bedoelt en het zou dus onjuist zijn om te lachen om de dingen die hij ons over het Leven op Aarde vertelt.
Drs. Key: (applaus) Vriendelijk dank voor uw appreciatie van mijn woorden. Ik ben er zeker van dat u mij mijn Sedrogs wilt vergeven. Ik ben pas drie jaar in uw land, zodat ik er nog wat moeite mee heb, vooral met de werkwoordstijden. Ik ga proberen u te vertellen hoe op de planeet waar ik vandaan kom de tijd wordt ervaren. (Gelach.) Net als hier leven we daar nu in het heden, hebben we geleefd in het verleden, en zullen we nog gaan leven in de toekomst. Dus alles heel normaal.
(onrustig gemummel in de zaal) Maar wat we van de tijdperken Verleden en Toekomst weten is heel anders dan hier. Of u me gelooft of niet: op aarde weten we bijna niets van de toekomst. Alleen heel vage voorspellingen op langere termijn zijn mogelijk. Zo weten we b.v. wel dat we doodgaan, maar niet precies wanneer. Van de directe toekomst weten we helemaal niets. Daarom zetten we bij ons éérst geld in, en laten daarna pas de roulette draaien. Zo weinig we van de toekomst weten, zoveel van het verleden. Van het verre verleden weten we weliswaar niet alles, en daar hebben wij historici dus nog een zeker nut, maar van het directe verleden weten we alles. (gelach) Om eens een absurd voorbeeld te geven: Bij ons vertellen we een grap en lachen daarna. Bij ons kunnen de uitvindingen en wat er verder allemaal in de toekomst gebeurt niet zomaar uit de boekjes afgelezen worden, we moeten het allemaal zelf verzinnen. Daarom staan bij ons de uitvinders in hoog aanzien, net zoals bij u de geschiedkundigen die iets van het onbekende verleden trachten te ontdekken.
U begrijpt dat ik na aankomst op deze gastvrije planeet aanvankelijk wel wat moeite had om te begrijpen hoezeer mijn tijdsbesef van het uwe afwijkt. Ik ontdekte hoe de vork in de steel zat toen ik toevallig het bekende boekje “terugblik op de volgende 10 jaren” in handen kreeg, en daar de lezing die ik thans uitspreek in aantrof. Zelfs toen ik die gelezen had, begreep ik het nog niet helemaal. Ik ging naar een collega, die ik zo nauwkeurig mogelijk vertelde wat wij op Aarde van Verleden en Toekomst weten. Hij is een intelligent man en legde mij geduldig uit dat hier op Sedrog juist het directe verleden volkomen onbekend is, en de directe toekomst volkomen bekend. Van het wat verdere verleden heeft men alleen vage notities, zo weet b.v. wel iedere Sedroger dat hij geboren is, maar niet precies wanneer. Mijn collega was een overtuigd futuristisch materialist, en geloofde dus dat een mens geheel wordt gevormd door zijn toekomst. Niet alleen wordt iemands karakter bepaald door allerlei voorvallen in zijn verdere leven, ook is het seksuele leven meestal te verklaren uit een of ander seniliteitstrauma.
Nadat ik enkele weken op Sedrog was ontving is de Nobelprijs,