Wanneer en waar bent u geboren?
Geboren in Venlo op 1 juni 1925.
2.
Welke opleiding heeft u gehad?
Zo wat vanaf mijn 16e jaar leerling van Sef Moonen. Na de bevrijding aan de Rijksacademie in Amsterdam 6 jaar, waarvan 4 jaar bij Campendonk.
3.
In welk opzicht heeft u invloed ondergaan van uw milieu?
Mijn vader, zijn vader, mijn broer, zwager, ooms en neven zijn of waren spoorwegbeambten. Mijn grootvader van moederszijde was beeldenschilder. Kunstschilder is in onze familie een beroep dat wel fatsoenlijk geacht wordt, maar waarin geen droog brood te verdienen valt.
4.
Welke schilder heeft invloed gehad op uw vroegste werk?
Mijn leraren, misschien het meest Campendonk, niet allereerst door zijn werk, maar veel meer door het klimaat waarin hij ons, zijn leerlingen, iets probeerde bij te brengen.
5.
Zijn er ook nu nog invloeden?
't Zal wel, maar ik weet het niet.
6.
Zijn er andere dan beeldende kunstenaars die invloed op uw werk hebben of gehad hebben?
Dan niet bewust.
7.
Welke schrijvers leest u het liefst?
Twintig jaar geleden vond ik ‘Het blauwe Leven’ van Maxim Gorki het hoogste, ik bewonderde de verzen van Rilke.
Nu Garcià Lorca, Proust, Böll, Nescio, Sartre en kasten vol anderen.
8.
Welke componisten of muzikanten hoort u het liefst?
Romantische muziek. Schubert. Waarom weet ik niet.
9.
Houdt u van theater en wat ziet u het liefst?
Van theater om het theater, van circus om de sfeer. Niet erg van film. Echte mensen wil ik zien.
10.
Heeft u ooit buiten Holland gewerkt? Waar en waarom?
Per toeval een mozaïek boven de ingang van een Franse dorpskerk gemaakt.
[pagina *61]
[p. *61]
Zittend, 1962.
[pagina *62]
[p. *62]
Liggend naakt, 1962.
[pagina *63]
[p. *63]
Het dorp Ver, 1961.
[pagina *64]
[p. *64]
De haven van Arminza, 1963.
[pagina *65]
[p. *65]
Liggend naakt, 1962.
[pagina *66]
[p. *66]
Naakt, 1962.
[pagina *67]
[p. *67]
Langs de Zuiderzeedijk, 1962.
[pagina *68]
[p. *68]
Voor de spiegel, 1961
[pagina 569]
[p. 569]
11.
Welke hedendaagse beeldende kunstenaars vindt u belangrijk?
De grafiek van Dunoyer de Segonsac, Vuillard, Bonnard, Leger. Mijn collega's.
12.
Vindt u het geestelijk klimaat in Nederland stimulerend voor een kunstenaar?
Ik weet niet hoe 't ergens anders is.
13.
Hoe staat u tegenover abstrakte kunst en waarom?
Ik zie in het beste geval ‘abstrakte kunst’ als dekoratie. Meestal als flauwe kul.
Mondriaan was serieus, maar voor de schilderkunst niet van belang. Heeft betekenis voor de architektuur en glazenwassers.
14.
Rekent u pop-art tot de beeldende kunst?
De theaterdekorateurs Jan Luhlf, Chiel de Mey en Nun de Vries zijn de beste pop-artisten.
15.
Vindt u het belangrijk dat uw werk in een museum hangt?
Kan mij weinig schelen, ik vind 't fijner als het bij iemand hangt die het mooi vindt.
16.
Welke kleur is u het liefst?
Die kleur die in kombinatie met andere kleuren het mooiste is.
17.
Ziet u een levende traditie in Nederland en waar bevindt die zich?
Er is specifiek Nederlandse kunst net zo goed als er Franse, Duitse, Italiaanse of Spaanse kunst is.
Ik geloof in de traditie en de verdere ontwikkeling van de Nederlandse schilderkunst.
18.
Wat is het motief dat u emotioneel het meeste doet en dat in uw werk eventueel een speciale plaats inneemt?
Vrouwen en landschappen.
19.
Bent u tevreden met uw lot of wilt u de volgende keer een ander beroep en welk?
Zonder aarzelen weer schilder worden.
20.
Als u een collectie mocht samenstellen van twaalf werken, wat zou u dan kiezen?
De volgorde is geen rangorde.
1.
Batsheba van Rembrandt uit het Louvre.
2.
Blauwe vrouwtje van Corot.
3.
Landschap uit Italië van Corot.
4.
Olieverfschets van Constabel.
5.
Naakte Maya van Goya.
6.
Tuin van het Medicipaleis van Velasquez.
7.
Juffrouw met de brief van Vermeer.
8.
Naakt van Bonnard uit Musee d'Art Moderne.
9.
Een van de zeventig Rubens' uit het Prado. Keuze moeilijk.