ten dode gedoemd zijn wanneer het zich uitsluitend tot het produceren van nederlandse bellettrie zou moeten beperken. Door het uitgeven van andersoortig werk, zoals schoolboeken, wetenschappelijke publicaties, detectives, reisboeken, populair-wetenschappelijke publicaties en lichte literatuur, zoekt de nederlandse uitgever compensatie voor de risico's en verliezen die met de publicatie van nederlandse literatuur gaan gepaard. Men hoeft daarom geen medelijden met de uitgevers te hebben, al wordt hun onbaatzuchtigheid, één met beperkte aansprakelijkheid, zou men kunnen zeggen, en met garanties waarover de schrijver niet beschikt, door het publiek over het algemeen miskend. Van de omzet van drie miljoen gulden verdelen, eveneens volgens een schatting van de heer Visser, ongeveer honderd schrijvers de 10 procenten die hun als royalty toekomen. Het gemiddelde jaarinkomen van een nederlandse schrijver uit boekpublicaties bedraagt dus drieduizend gulden. Voor de meeste schrijvers ligt het jaarinkomen evenwel ver beneden dat bedrag.
Een schrijver die zich niet in eerste instantie van een inkomen uit een ander beroep verzekert, maar door ‘bijkomende’ werkzaamheden probeert in zijn onderhoud te voorzien, ontdekt al gauw dat die werkzaamheden, zoals vertaalarbeid, medewerking aan dag-, week- en maandbladen, aan de radio of de televisie, miserabel worden beloond. Hij moet zich het lazarus werken om van de ene maand in de andere te sukkelen en hij is practisch gedwongen iedere opdracht te aanvaarden. Op den duur ontbreekt het hem niet slechts aan tijd om te schrijven, maar wat net zo belangrijk is, ook aan de tijd om zich op dat schrijven voor te bereiden: tijd om te lezen, te studeren, zich te documenteren, te experimenteren en een gevarieerde ervaring op te doen. Als hij er niet in slaagt op iemand of iets voor zijn onderhoud te parasiteren, is hij als schrijver reddeloos verloren. In het licht van de bovengenoemde cijfers en bedragen en van de hier geschetste situatie moet men het schrijverschap in ons land en de schrijversactie zien. Wie dat alles wegwuift, bagatelliseert of ironiseert, weet niets van het nederlandse uitgeversbedrijf, begrijpt niets van schrijven of wenst niet au sérieux genomen te worden.