Tirade. Jaargang 6 (nrs. 61-72)(1962)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 727] [p. 727] Op een kerkhof herrie schoppen in een oud huis waar niemand liep dan een enkele dief, geen agent hoe blauw ook, die nachtegaal, die mus opwindt, tuin, unieke rafellijn in de bladerloze winter, hier groeien geen takken aan de bomen, geen bomen - onder sneeuw ligt stilte, verduisterde zon, de aarde is dood, ongeschreven, ongeschilderd is de ongemakzuchtige dood. Lente loopt nog levend af onder dor gesponnen nesten, een fiets voorbij het hek, twee vissen haar vlechten, makreel haar kettingkast. Doden die hier liggen onder spin van wortels! als naast mijn huis een molen stond, grijs riet, een rieten kathedraal, de wind die opsteekt van het altaar, molenstenen maalt! [pagina 728] [p. 728] Van asfalt gaan de wegen uit naar geluk. Waar lopen zij dood? Rivier in zand zijn zee vindt. De doden zoeken dekking, liggen zonder dromen, zonder winter, vandaag en gisteren, water rimpelt het rimpelloze onder rimpels, het ademloze water op de rug van de grond. Chris J. van Geel Vorige