Tirade. Jaargang 5 (nrs. 49-60)(1961)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 477] [p. 477] Vier gedichten door D. Hillenius I ik neem aan dat de piloten de weg terug weer zullen vinden maar bar zijn de streken waarin ge gevoerd worden twijfel kruipt door de rafels van mijn kleding kou is niet meer af te wijzen de erkenning dat piloten nooit bestonden alleen de wormen die verbindinkje spelen in de beeldenkamer van mijn hersenen [pagina 478] [p. 478] II Veel later zag ik haar weer mooier dan in mijn gegriefde verbeelding een deel van leven dat nooit mocht ontkiemen geurde plotseling als van voorjaar [pagina 479] [p. 479] III Ogen breken zegt men als het licht dolgeworden voor de verstopte ingang versplinterend neerslaat op de stomme spiegel willoos oponthoud van verlokking [pagina 480] [p. 480] IV Zelfs stenen geuren in het voorjaar van verlangen dat nooit geleerd heeft dat bloei niet komt dat alleen vorst en hitte in strenge opeenvolging schil na schil zullen barsten reinigende regen maakt de kern van denken kleiner maar toch in het voorjaar geuren de stenen 15 augustus 1961 Vorige Volgende