Tirade. Jaargang 4 (nrs. 37-48)(1960)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Gedichten door Pierre Kemp In witte contouren Vandaag leef ik weer in witte contouren en anderen doen dat ook. Het is niet een wereldbeeld van het Stoere en ook niet dat van de Rook. Ik meen er aangenaam in te leven en kijk er de Zon zo op aan met groot air: alles te willen geven, voor zover ik dat niet reeds heb gedaan. Man van het binnenfeest Er ligt een witte gek in het bed, met op zijn feestneus een diadeem. Wat sluier is er om heen gezet als bruid voor zijn slapende binnenpret en zijn mond in de stand van: neem wat van mijn feestneus en eet! Dat ik dit nu weer weet? Ik ben toch de Man van het Binnenfeest en zeker hier er bij geweest! Gekgeworden dromen Met haar ogen als chansons van de moderne straat Kijkt zij voor zich uit, langs zijn gelaat, tot waar aan de wanden van ons vertrek de tinten van het behangsel worden gek. Zij glimlacht egoïstisch en niets voor mij. Zijn er wel twee wezens zo voorbij voor elkander, die toch nog samenkomen om te zwijgen over gekgeworden dromen? Harmonie Ergens in de avond spreekt een mond met de oranje lijnen op de horizont en gaat dan door het fluisteren over een bed. Het is het bed van de complete harmonie van een alles in het duistere Het is een bed, dat spreken kan, gelijk een vrouw doet met een man als zij zijn ogen dichtdrukt en zegt: Zie! Vorige Volgende