Het dramatische madrigaal
De eerste die deze muzikale vorm uitbreidde met een beschrijvend dramatisch element was Allessandro Striggio (1584), die met zijn compositie genaamd Cicalamento delle donne al bucato (Het gebabbel der vrouwen bij de wasplaats) voor het eerst een poging deed om de verschillende zangstemmen een individuele expressie te geven, terwijl de verschillende ‘personages’ werden voorgesteld door elkaar om beurten toesprekende zanggroepen.
Orazio Vecchi (1550-1605) was de eerste componist, die na een reeks bescheiden pogingen van voorgangers, doorgaans met het karakter van ‘intermedi’ of ‘mascherate’, het idee had om een comedie uit te voeren door middel van een polyfoon in meerdere actes verdeeld zangspel met een groot aantal verschillende personages. Hij noemde dit een ‘commedia armonico’, en in zijn voorwoord van zijn Amfiparnaso verklaart hij: ‘Dit samengaan van toneel en muziek is nog nooit door iemand anders gemaakt, voor zover ik weet, misschien heeft niemand er ooit aan gedacht.’
Inderdaad had Vecchi hiermede een geheel nieuw genre gecreëerd.
Voorlopig ontbreken de voor de ‘opera’ onontbeerlijke attributen van het theater: het decor, de scène en de solisten. Deze voltooiing zou vijftien jaar later door Monteverdi voorgeschreven worden.
Orazio Vecchi heeft daar zelf niet aan gedacht: in de proloog van l'Amfi-parnaso laat hij zingen ‘de stad waar dit werk zich afspeelt is het grote theater van de wereld’. De grote vondst van Vecchi is verbeeld in de titel: ‘L'Amfiparnaso’ betekent letterlijk ‘de dubbele Parnassus’, comedie en muziek.
Door zijn plastische kwaliteiten, zijn onderscheidene personages en vóór alles door de voortdurende afwisseling van duetten, terzetten, monologen en koorscène's is deze ‘commedia’ een indrukwekkend kunstwerk en een potentiële voorloper van wat later de Italiaanse kunstvorm bij uitstek zou worden: de ‘opera-buffo’.
Gedrukt te Venetië in 1597, schijnt het werk al in 1594 in besloten kring ‘opgevoerd’ te zijn. Het verhaal volgt de in die tijd bloeiende Commedia dell' Arte, triomf van de liefde over allerlei slecht volk met de medewerking van de kleurige personages van het Italiaans volkstoneel: de Venetiaan Pantalone, zijn knechten Pedrolino en Francatrippa, Il Capitano en de courtisane Hortensia, die uitsluitend in de komische scènes verschijnen en in verschillende
Italiaanse houtsnede: Arleechino