Sterfgevallen.
Reimond Stijns.
Den 15 December 1905 werd, onder een grooten toeloop van vrienden, Reimond Stijns ten grave gedragen.
Reimond Stijns, een der best begaafde van de Zuidnederlandsche novellisten, die ook zeer in Noord-Nederland gewaardeerd werd, schreef eerst met zijnen schoonbroeder Isidoor Teirlinck eenige romantisch getinte, maar reeds goed geziene dorpsschetsen. Het werk Arm Vlaanderen, die sombere bladzijden uit den schoolstrijd, is in veler handen. Toen de beide schrijvers elk huns weegs gingen, sloeg Stijns de realistische richting in. Ruwe Liefde, In de Ton, Driften, Broodnijd bewijzen hoe hij er niet voor terugschrikte de werkelijkheid, ze mocht dan ook ruw en naakt zijn, te schilderen.
Op het oogenblik dat zijn meesterwerk, Hard Labeur, ons de groote kracht openbaarde die in hem was gerijpt, en die nog zooveel schoons voor de toekomst beloofde, velde het noodlot den knappen schrijver neer. Hard Labeur dat Brand in De Vlaamsche Gazet noemt ‘een epos van het verdierlijkend zwoegen, het stierachtig scharrelen om geld, geld... Een boek der verschrikkingen, dat op uw gemoed blijft wegen en drukken als een nachtmerrie... Een hoog staande, sobere kunst, scherp gezien, doordringend gevoeld... De wreede studie van eene arme, vuige menschenziel, zooals slechts een groot kunstenaar ze uitbeelden durft.’
Reimond Stijns, die onderwijzer was geweest en leeraar aan het atheneum geworden, schreef ook eenige goede boekjes voor de schooljeugd, o.a. Kobus de Zeekapitein, De Stekelbaars en de Zwaluwen, Dikke Miel.