100 fr. gestegen is van 17,800,000 tot 20,782,000, dus met nagenoeg 3,000,000 nrs en dat van de biljetten van 1,000 fr. tusschen 7 Augustus 1901 en 7 Februari 1902 met 200,000 nrs.
Daar tot nog toe, dit is na 4 ½ jaar, de bank de wettelijke verplichtingen slechts gedeeltelijk toepast op de coupures van 50 fr. en 20 fr. en in 't geheel niet op de biljetten van 100 fr. en hooger, moeten we veronderstellen dat ze in allerhaast haar voorraad vernieuwd heeft om zich aan die verplichtingen te kunnen onttrekken.
Om deze reden heeft de laatste Algemeene Vergadering van het Willems-fonds, waar deze feiten besproken werden, ons gelast nog eens bij U aan te dringen opdat de wettelijke bepalingen nopens het taalgebruik in de Nationale Bank eindelijk zouden nageleefd worden.
Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-fonds:
G.D. Minnaert, Voorzitter.
J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.
Gent, 1n December 1904.