trouw bijwonen, dat de voordrachtgever er aan hield ons doel te bespreken. De bijval, dien hij genoot, was ruimschoots verdiend en de warme toejuichingen, die hem ten deel vielen, bewezen ten overvloede, dat hij zijn onderwerp meesterlijk behandelde. Het is overigens overbodig hier den lof van den heer Winnens te maken.
En wat zeggen van het muziekkaal gedeelte? Haasten wij ons om te verzekeren dat het puik was. Noemen wij eerst Mevrouw Corbet - Ledeganck, die met buitengewone verdienste de romancen Het Roosje en Goeden Nacht ten gehoore bracht. De stem waarop Mevr. Corbet verleden jaar mocht bogen, heeft sedert dien nog veel in kracht en zoetluidendheid toegenomen. De menigvuldige terugroepingen bewezen zulks. De heer De Meulenaere is een knap klavierspeler en de heeren F. Bossaerts en E. Rijckbosch bezitten eene zuivere, aangename stem, wat zij dien avond doortastend lieten blijken; ook zij werden, en niet zonder reden, luidruchtig toegejuicht. Gewagen wij het laatst van den jongen, maar reeds verdienstelijken fluitist, den heer John Coppens, die, ofschoon slechts 9 jaar oud, de talrijk opgekomen menigte wist te boeien en de bijvalsbetuigingen van de opgetogen kenners mocht uitlokken.
Op Donderdag 25 December 1902, had in voormelde zaal te 6 ½ uur's avonds, het Kerstfeest voor de kinderen onzer leden plaats. Ditmaal was het buitengewoon prachtig en aantrekkelijk. Vele kinderen droegen lieve stukjes voor of zongen gemoedelijke zangen, andere bespeelden heel kunstig het klavier en ieder kweet zich zoo goed van zijne taak dat de plaats ons ontbreekt om iedereen te noemen. Na het concert werd eensklaps het doek opgehaald en daar praalde de Kerstboom in al zijne heerlijkheid met velerlei prijzen behangen en oogverblindend van licht en glans. Na de uitreiking der menigvuldige en schoone geschenken werd er, zoowel door de groote als kleine kinderen, recht genoeglijk geflikkerd.
Den 5 Februari 1903, te 7 ½ uur 's avonds, werd in den Koninklijken Vlaamschen Schouwburg, te Brussel, eene vertooning gegeven, welke door de bemoeiingen van onze Afdeeling was ingericht geworden. Men voerde ten tooneele Aangebrande Hutsepot, blijspel in 5 bedrijven, door ons geacht medelid, den heer Aug. Hendrikx. De uitvoering was meesterlijk en wie het stuk van onzen verdienstelijken tooneelschrijver kent, hoeft niet te vragen of er gelachen werd.