Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9

[p. 168]

Algemeen Bestuur van het Willems-fonds.

In uitvoering van een besluit van het Algemeen Bestuur werd het volgende verzoekschrift gezonden aan de Heeren Burgermeester en Gemeenteraadsleden van Aalst, Antwerpen, Borgerhout, Brugge, Brussel, Dendermonde, Diest, Diksmuide, Gent, Harelbeke, Hasselt, Herenthals, Ieperen, Isegem, Kortrijk, Leuven, Lier, Mechelen, Mespelare, Nieuwpoort, Oostende, Oudenaarde, Roeselare, St-Nikolaas, St-Truiden, Tienen, Turnhout, Wijngene, Zottegem en Zoutleeuw.

Hooggeachte Heeren,

Het schijnt de gewoonte te zijn dat op onze Vlaamsche beiaarden bijna uitsluitend vreemde muziek gezet of gespeeld wordt. Toch bezitten we een rijk nationaal repertorium van kunststukken onzer Vlaamsche meesters.

Daarom meent het Algemeen Bestuur van het Willems-fonds bij U te mogen aandringen opdat dit Vlaamsch repertorium voortaan zijn rechtmatig aandeel krijge onder de stukken door den beiaard van Uw gemeente uit te voeren.

Zoodoende zult Gij aan dit oude Vlaamsche klokkenspel zijn eigenaardig karakter bewaren en den historischen band die ons volk met zijn heerlijk verleden verbindt, op echt vaderlandslievende wijze in stand houden.

Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-fonds,

G.D. Minnaert, Voorzitter,

J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.

Gent, den 23 Juni 1904.

Uit verschillende plaatsen ontvingen we een instemmend antwoord. Den 30 Juni kregen we uit Brussel het volgende schrijven:

[p. 169]

Brussel, den 30 Juni 1904.

Gemeentebestuur van BRUSSEL

6^e Afdeeling N^o 12.537

Geachte Heeren,

Wij hebben de eer u te laten weten, gevolg gevend aldus aan uw schrijven van den 23 dezer, dat de Stad Brussel geen beiaard meer bezit en er voorloopig van heeft afgezien, voortaan nog een beiaard in den toren van het Broodhuis te hangen.

Aanvaardt, Geachte Heeren, de verzekering onzer hoogachting.

Van wege het College:

De Secretaris,

(Handt. onleesbaar.)

Het College,

(Handt. onleesbaar.)

Daarmee mochten we de zaak, wat Brussel betreft, als afgedaan beschouwen. Immers het klokkenspel, dat ongebruikt in het Broodhuis hangt, bestaat niet. Toch kwam ons verzoekschrift op de dagorde van de zitting van den Brusselschen Gemeenteraad den 11 Juli, wat aan den Burgemeester, den heer De Mot, de gelegenheid verschaft heeft eens geestig te zijn ten koste van ons Algemeen Bestuur.