Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9
(1904)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 192]
| |
Het oude Vlaamsche Volkslied.KoorGa naar voetnoot(1).Hoe min ik dat lied om zijn taal en zijn aard,
Zoo frisch en eenvoudig van wijze,
Het lied door ons Vaadren gezongen, bewaard,
Die lavende bron op hun reize.
Wie schetst ons uw invloed, gij tolk van ons hart,
Bij lijden of voorspoed, in blijdschap of smart?
Ja, rijk is uw schat en verscheiden uw toon,
Zoo vroolijk, bevallig, vol leven,
Zoo waar en zoo rein, zoo bekoorlijk en schoon,
En teeder of roerend, verheven.
Hoe fijn zijn die trekken, hoe diep is die zin,
Hoe klagend uw wendig bij 't lied van de min!
Hoe boeit ons uw lied, uw betoovrend geluid,
Hoe wensch ik U, Dichter, te loonen,
Wanneer gij ons zingt van de liefde der bruid
In zielsrijke en smeltende tonen;
Of grijpt in de snaren van 't diepe gemoed
En alles doet trillen van hartstocht en gloed.
Hoe zoet klinkt die zang bij de wieg van het kind,
Als moeder hem liefdrijk doet hooren,
Zoo zalig, dat 't wichtje den slaap er bij vindt,
En 't heele gezin kan bekoren.
Hij sprankelt van leven bij 't spel van de jeugd,
Is dartel en jolig bij feest en bij vreugd.
| |
[pagina 193]
| |
Hoe plechtig en vroom rijst uw lied naar 't gewelf
Of schalt door de statige bogen
Van 't oude ‘Wilhelmus’ en ‘Helpt nu u zelf,’
Uit moedige borsten omhooge!
Dat lied, waar de geest van een Marnix in zweeft,
De hoop en de moed onzer Vaadren in leeft.
Ja, forsch klonk dit fier en manhaftig gezang,
Heel Neerland in 't oor bij het strijden
Voor vrijheid en recht, tegen valschheid en dwang,
Verachtend den dood in het lijden.
O schenk ons die liefde, die kracht en dien moed,
Als 't Vaderland vraagt onze trouw en ons bloed!
Oud lied, dat nog lang uw bezielende klank
In 't hart van ons volk blijve woelen,
Veredel zijn taal met uw loutrenden zang,
Leer het fijner en dieper gevoelen!
O wek weer zijn trots, en zijn kracht en zijn gloed,
Doe 't harte weer trillen voor 't reine en voor 't goed'!
Gent. 1903.
G.D. Minnaert.
|
|