Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 8

[p. 271]

Boekbeoordeelingen.

Uit blijde Tijden, verzen van Meindert-Boogaert Jun. (Lekkerkerk, Gebr, den Oudsten, 1903); 64 blz.; gebr. 2 fr.; gebonden 3 fr.

Hier is een Woudklank:

Het lieve water gestrekt nu,
ligt-uit in gemijmer,
omzwenkt door den grond, geluw,
een teeder berijmer.
Stil werd mijn denken
bij 't mooi-geziene;
o, mocht ik schenken
mijn lief dit nieuwe.

Of 't lief er iets voor voelen of van begrijpen zal?

't Is zeker haar schuld niet, dat haar ‘zilverè nekhaartjes’

bezongen worden en haar ‘droomhanden, die weven gedachtentjes vol vlinderbeweeg’; of dat er haar gezeid wordt:

Kind, je lippen
zijn de tippen
van de lieflijkheid,
heel over je gespreid.
Ze zijn de teederheden
die de' dag verreden
heel open te zijn
voor jou en mij.

Ze zijn voor mij alleene,

voor andere geene, enz.

of nog:

Je handen, de zacht gebleken,
zijn zoo inniglijk gevouwen,
o, je lippen, de weeke,
schenken mij wel't zoet vertrouwen.
Uit je oog komt schijnen
het reine van je wezen,
een teederheid van lijnen
is om je hoofd in vreezen.

't Laatst geciteerde stukje heet In bewondering neer gezonken. Laat ik den schrijver zeggen dat ik er niet in bewondering voor neergezonken ben, en voor geen enkel ander stukje uit Van de Liefde of Jaegues Perk, uit Losse

[p. 272]

Verzen of Natuurindrukken ook niet. Maar 'k zou onrechtvaardig zijn, als ik niet zei dat het papier van dezen bundel van uitstekende kwaliteit is.

P.

Jahrbuch des Deutschen Vereins (Aarlen, A. Willems, 1903).

Sedert 1899 is een Vereeniging gesticht tot verzorging en verheffing van de taal der Duitsch sprekende Belgen. Het is een teeken dat ook bij hen het stambewustzijn en het zelfstandigheidsgevoel ontwaakt.

Het Jahrbuch bevat, behalve de stukken van bestuurlijken aard aard, een drietal belangrijke geschied- en letterkundige bijdragen.

Kinderspel en Kinderlust in Zuid-Nederland door A. De Cock en Is. Teirlinck, 3^e deel (Gent, A. Siffer, 284 blz. 8^o, 4 fr.)

Hoe meer het reuzenwerk van de HH. De Cock en Teirlinck vordert, hoe meer het overweldigt door zijn degelijkheid en volledigheid. Het is dus niet noodig bij dit 3^e deel opnieuw ons oordeel, voor de eerste twee deelen hier uitgesproken, nog te bevestigen.

Het volsta een overzicht te geven van den rijken inhoud: 45 werpspelen en 40 vinger-, hand- en vuistspelletjes worden beschreven. De alphabetische tafels beslaan 24 blz. 8^o.

Wij wenschen dan de schrijvers kloeken moed om hun werk voort te zetten en mogen hun den dank van alle folkloristen en van hun landgenooten waarborgen.

J V.