| |
Verslag van het bestuur der afdeeling Brussel.
(1 Juli 1899 - 30 Juni 1900.)
Op 30 Juni 1900 was het Bestuur der Afdeeling samengesteld als volgt: MM. Karel Buls, burgemeester te Brussel, eerevoorzitter; Julius Hoste, voorzitter; Jan Strang, 1e ondervoorzitter; Karel Bogaerd, secretaris-schatmeester; A. Jacquart, 2do secretaris; M. Rudelsheim, feestbestuurder; Edmond Hendrikx, A. Janssens, Is. Teirlinck, Pieter D'Hondt, en K. Sobry.
De heer Van Kalken, na twintig jaren onafgebroken werkzaamheid als bestuurder der door hem ingerichte Nederlandsche leergangen, die hij tot zulk een hoogen trap van bloei wist te voeren, meende eindelijk recht te hebben op welverdiende rust, en gaf zijn ontslag, dat met algemeen leedwezen en slechts op zijn onherroepelijk besluit werd aangenomen; hij werd als bestuurder dier leergangen vervangen door Leeraar Derboven, die sedert vele jaren de voornaamste medehelper was van den aflredenden bestuurder, en het werk van M. Van Kalken op waardige wijze zal weten in stand te houden en voort te zetten, met de medewerking der verdienstelijke onderwijzers en onderwijzeressen dier leergangen.
| |
| |
Wij houden ons overtuigd de tolk te zijn van gansch het Bestuur, in het bijzonder, en al de leden der Afdeeling, in 't algemeen, als wij hier eene openbare hulde brengen aan M. Van Kalken, voor al het goede, al het nuttige door hem, met medehulp zijner waardige medewerkers, gedurende die twintig jaren gesticht! Van hoe velen zou hij niet alleen den zedelijken, maar tevens den stoffelijken weldoener zijn geweest, door hen in staat te stellen, niet alleen met hunne Waalsche, maar ook met hunne Vlaamsche landgenooten te kunnen in betrekking komen, door het aanleeren der Nederlandsche taal, welke ten huidigen dage onontbeerlijk is geworden voor ieder die in het Vlaamsche land nog een eervol bestaan wil vinden of eenige bediening wil vervullen. Enkel de kortzichtige Walen en onverstandige verfranschte Vlamingen begrijpen dat niet, wat zeer te beklagen is - voor hen, wel te verstaan: ons, Vlamingen, is dat onverschillig; de verstandige Vlaamsche en Waalsche bevolking is met ons: om de flauwe spotternijen en kinderlijke onwetendheid der anderen hoeven wij ons natuurlijk niet te bekreunen.
Een ander smartelijk en onherstelbaar verlies onderging onze Afdeeling door het bijna schielijk afsterven van onzen algemeen geachten en betreurden vriend, M. Honoré Symays, sedert vele jaren bestuurlid en schatbewaarder onzer Afdeeling, en voorzitter der verdienstelijke tooneelmaatschappij ‘De jonge Tooneelliethebbers.’ M. Symays was een der candidaten der Liberale Vereeniging voor de laatste gemeentekiezingen te Brussel, waar hij stellig zou gekozen zijn geweest, maar de onverbiddelijke dood besliste er anders over; en eenige dagen vóór wij dachten onzen braven, levenslustigen makker te mogen huldigen als gemeenteraadslid der hoofdstad, brachten wij hem naar zijne laatste rustplaats, waar, in een tiental afscheidsgroeten, hulde werd gebracht aan den dierbaren afgestorvene, den wakkeren en moedigen Vlaming, die niet alleen aan het Willems-Fonds, aan de Jonge Tooneelliefhebbers, maar
| |
| |
aan de Vlaamsche Beweging vooral aanmerkelijke diensten heeft bewezen. Zijne nagedachtenis zal in eere bewaard blijven.
Een tweede, niet minder betreurlijk verlies voor onze Afdeeling, in het bijzonder, en voor de vrijzinnige Vlaamsche Beweging, in 't algemeen, hebben wij hier aan te stippen: het afsterven van onzen oud ondervoorzitter, den talentvollen dichter Majoor Victor Vande Weghe, overleden te Laken, waar hij sinds een twaalftal jaren verblijf hield. Ook hij werd onder een buitengewonen toeloop van vrienden en vereerders, oud-wapenmakkers, bijna den ganschen gemeenteraad van Laken, met Burgemeester en Schepenen aan het hoofd, ten grave geleid. Talrijke redevoeringen werden bij zijn graf uitgesproken; de huidige ondervoorzitter der Brusselsche Afdeeling van het Willems-Fonds herinnerde er aan hoe destijds eenparig het voorzitterschap dier Afdeeling aan Vande Weghe werd aangeboden, doch, tot ons aller leedwezen, door hem niet kon worden aangenomen.
Eenige dagen later brachten wij eene onzer jongste leden ten grave, Mejuffer Helena Doorme, pas benoemd tot gemeenteonderwijzeres te St. Pieters-Jette: ook dàt verlies dachten wij hier te moeten vermelden, als eene herinnering aan de pas twintigjarige doode.
Na het herdenken dier verliezen laten wij hier melding volgen van de werkzaamheden onzer Afdeeling gedurende het afgeloopen maatschappelijk jaar.
Op het Nederlandsch letterkundig Congres en de Willemsfeesten te Gent was onze Afdeeling vertegenwoordigd door de volgende bestuurleden: MM. Hoste, voorzitter, Strang, ondervoorzitter, K. Bogaerd. secretaris, H. Symays, schatbewaarder, Ed. Hendrikx, T'Sjoen en Lejour, leden.
| |
Feesten en Voordrachten,
Een eerste concert-voordracht werd gegeven op 14 Januari 1900, in de feestzaal der Vlaamsche Brouwerij, waar de heer
| |
| |
L. Delpire, leeraar bij de middelbare school te Laken, eene prachtige voordracht hield over Transvaal. Het feestgedeelte werd op boeiende wijze uitgevoerd door den symphoniekring Inter nos van Laken, de juffers Laura De Rycke, A. Jonckheere, en R.P., de heeren Robert Raes, Tilly en Madinier. Op dat feest werden ook aan de bekroonde leerlingen in den wedstrijd van Nederlandsche taal, tusschen de middelbare onderwijsgestichten, de boekgeschenken overhandigd, hun door het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds toegekend.
De tweede voordracht had plaats in ons lokaal op 17 Maart 1900, en werd gegeven door den heer E.H. T'Sjoen, ondervoorzitter van het kunstgenootschap ‘De Distel’, die handelde over het boek La frontière linguistique en Belgique et en France, van Prof. G. Kürth. Met zijn gewoon gemak van spreken wist de heer T'Sjoen die uit haren aard droge quaestie op verstaanbare en aantrekkelijke wijze voor te dragen.
Op 31 Maart 1900 had, insgelijks in ons lokaal, de derde voordracht plaats, gegeven door den heer advokaat Alb. De Swarte, over de Finsche quaestie.
Met buitengewone welsprekendheid schetste de heer De Swarte ons den toestand af van Finland en zijne bevolking, als een tweede Polen ten prooi gegrepen door den tweehoofdigen roofvogel, den Russischen arend, en zulks op het oogenblik dat de Noordsche autokraat het huichelend komediespel van het Haagsche ‘Vredekongres’ liet vertoonen!
Misschien had een ‘oorlogskongres’ tot vreedzamer uitslagen geleid! Een ongemeenen bijval viel den knappen spreker ten deel.
Op 5 Mei 1900 werden in de feestzaal der Vlaamsche Brouwerij de diploma's uitgereikt aan de bekroonde leerlingen der Nederlandsche leergangen. Een prachtig muzieken zangfeest werd te dier gelegenheid gegeven door de artisten der Antwerpsche zangkapel, Mevrouwen B. Judels-Kamphuysen
| |
| |
en L. Arens-Callemien en de heeren Jef Judels en F. De Busscher, onder leiding van den heer Edward Keurvels.
Bij het uitreiken der schoone diploma's, vervaardigd door ons bestuurlid M. Pieter D'Hondt, bracht de voorzitter, M. Julius Hoste, eene treffende hulde aan den heer Van Kalken voor de uitstekende diensten, door hem, sedert meer dan twintig jaren, als inrichter en bestuurder der Nederlandsche leergangen bewezen.
Eene overgroote menigte, waaronder talrijke onderwijzers en onderwijzeressen, woonde die plechtigheid bij. Het gemeentebestuur van Brussel was er vertegenwoordigd door M. Lepage, Schepen van Onderwijs, de gemeentebesturen van Molenbeek en Laken door M.M. Pieter Gassée en K. Bogaerd, gemeenteraadsleden.
Een woord van dank dient hier gebracht aan de heeren Rudelsheim en Sobry, de inrichters dier feesten.
Ten gevolge van het afsterven van M. Symays werd het ambt van schatbewaarder opgedragen aan den secretaris der Afdeeling.
In den loop van dit jaar gaf de heer Vanden Berghe zijn ontslag als bestuurlid; de heer Van Autreve, boekbewaarder der boekerij nr 1 te Brussel, gaf insgelijks zijn ontslag en werd vervangen door M. Th. Zels, onderwijzer.
Met genoegen mogen wij melden dat de Nederlandsche leergangen, evenals onze drie openbare kostelooze boekerijen. meer en meer bijval genieten.
Op voorstel van M Van Kalken heeft het Bestuur, na rijp onderzoek, de onderwijzers en onderwijzeressen der Nederlandsche leergangen de verhooging van jaarwedde toegekend, waarophunne steeds aangroeiende bezigheden hun recht geven; ook aan den boekbewaarder te Brussel en de huiswachters der drie boekerijen is, om dezelfde reden, eene verhooging van jaarwedde toegestaan.
Die noodzakelijke verhoogingen hebben echter het bedrag
| |
| |
onzer uitgaven aanmerkelijk doen aangroeien, en hebben ons verplicht besparingen te doen vooral bij het inrichten van feesten; daar de Nederlandsche leergangen en de volksboekerijen de twee voornaamste stichtingen onzer Afdeeling zijn, denken wij ook aan die beide nuttige instellingen onze beste krachten te moeten wijden, en daartoe rekenen wij voortdurend in de eerste plaats op de verstandige en welwillende tusschenkomst van het Provinciaal Bestuur en van de Gemeentebesturen van Brussel, Molenbeek, St. Gillis, Elsene, St. Joostten-Oode en Laken. Aan die besturen brengen wij hier, in naam van het Willems-Fonds, hartelijken dank voor de milde ondersteuning waarmede zij jaarlijks onze werkzaamheden aanmoedigen. Dank insgelijks aan allen die bijdroegen tot het opluisteren der feesten onzer Afdeeling, aan de onderwijzers, de onderwijzeressen, en den bestuurder der Nederlandsche leergangen! En met onzen dank drukken wij tevens de hoop uit, voortdurend op hunne vriendelijke medewerking te mogen rekenen.
Boekerij nr 1 (Brussel).
|
Boekbewaarder: M. Zels. |
Getal aanwezige boeken: 2,678. |
Uitgeleend gedurende het jaar aan 356 lezers: 6,523 boeken. |
Open den Zondag van 10 tot 12 uren; den Maandag van 4 1/2 tot 6 1/2 uren. |
Boekerij nr II (Laken).
|
Deze boekerij bevat 674 boekwerken en heeft 3,823 boeken in lezing gegeven; zij is open den Zondag van 10 tot 12 uren. |
Boekbewaarder: M.K. Bogaerd. |
Hulpboekbewaarder: M. Jonckheere (zoon). |
| |
| |
Boekerij nr III (Elsene).
|
Boekbewaarder: M.E. T'Sjoen. |
Getal aanwezige boeken: 473. |
Uitgeleend 2,134 boeken aan 346 lezers. |
Open den Zondag van 10 tot 12 uren. |
De Secretaris-Schatbewaarder,
K. Bogaerd.
De Voorzitter,
J. Hoste.
|
|