| |
Verslag van het bestuur der Antwerpsche afdeeling.
(Juli 1898 - Juli 1899.)
Het afgeloopen jaar kenmerkt zich door de plechtige herdenking van een groot historisch feit uit onze geschiedenis in de 16e eeuw. Den 15n December 1898 zou het 300 jaren geleden zijn, dat de groote vaderlander, de wijze staatsman en dappere krijger, de uitstekende schrijver en dichter, Marnix Van Sint Aldegonde te Leiden stierf.
| |
| |
Die dag mocht naar onze meening volstrekt niet onopgemerkt voorbijgaan; wel integendeel, het Bestuur besloot eene grootsche plechtigheid in te richten zelfs buiten den beperkten kring der Afdeeling. Er moest gelegenheid gegeven worden aan alle vrijzinnige Nederlanders om den edelen Geus der 16e eeuw te vieren.
Met dat doel werd besloten de medewerking in te roepen van al de voornaamste Vereenigingen van Antwerpen en de omliggende gemeenten; en verhaasten wij ons er bij te voegen: de oproep van het Willems-Fonds vond geestdriftige instemming bij allen.
Er werd in de pers zoo van Noord- als van Zuid-Nederland hulde gebracht aan het initiatief van het Antwerpsch Willems-Fonds.
Een uitvoerend Comiteit werd door de afgevaardigden der verschillende Vereenigingen te Antwerpen gevormd bestaande uit: de Eerevoorzitters, heeren Fred. Delvaux, Voorzitter van de Liberale en Grondwettelijke Vereeniging; Jul. Verspreeuwen, Voorzitter van den Liberalen Vlaamschen Bond; Ed. Van Regemorter, Voorzitter van het Vooruitstrevend Democratisch Verbond; P.J. Augusteyns, Voorzitter van de Liberale Werklieden-vereeniging ‘Help U Zelve’; den Voorzitter, heer Max Rooses; de Secretarissen, heeren Flor. Van der Ven, Willem Schepmans; de Leden, heeren Jos. Angermille, H. Collette, E. De Groof, L. De Keuster, K. De Keyser, G. De Lattin, F. Devrin, E. Dirks, P. Duerinck, E. Cay, L. Mees, M. Mommens, Herman Mulder, Em. Sleebus, Van de Poel, A.C. Van der Cruyssen, Neel Van Deuren, I. Van Doosselaere, J. Van Ostaeyen, R. Verheyen, J. Weets, F. Willems.
Het Bestuur der Afdeeling was dus door zes zijner leden in bedoeld Comiteit vertegenwoordigd.
Onze Afdeeling opende de reeks plechtigheden der Marnixvereering met eene keurige Feestzitting op Donderdag
| |
| |
15 December, in de groote Feestzaal in de Blindenstraat, voor eene stampvolle zaal.
Als spreker trad op de heer professor Arthur Cornette, die handelde over Marnix van St-Aldegonde. De heer Willem Schepmans, declamator, droeg twee dichtstukken voor: De weerwraak, door Th. Van Rijswijck, en Het Geuzenvendel op den thuismarsch, van F.J. Hemkes.
Verder kwamen op het programma, dat versierd was met een uitmuntend portret van Marnix, nog voor zang- en muziekstukken uit de 16e eeuw, uitgevoerd door Mejuffrouw Mina Lemmens, lsten prijs van het koninklijk Conservatorium van Brussel, heer Albert Tyck en de Fanfarenmaatschappij De Broederband.
Eene voor deze gelegenheid opzettelijk samengestelde boekentombola bevattende werken van en over Marnix en over het Geuzentijdvak besloot dezen puiken feestavond.
's Vrijdags 16 December werd Marnix in gesloten kring door verscheidene redenaars herdacht.
Op Zaterdag 17 December te 7.26 uren 's morgens, vertrok uit Antwerpen per spoor naar Middelburg eene afvaardiging van 34 vertegenwoordigers der voornaamste Maatschappijen en der pers, met den heer Burgemeester Jan Van Rijswijck aan 't hoofd, om uit naam der vereerders van Marnix een bronzen lauwertak, met het opschrift: ‘Antwerpen aan zijn burgemeester - 15 December 1598-1898,’ vervaardigd door den beeldhouwer Frans Joris, aan het in 1872 door de Antwerpsche Geuzen opgericht gedenkteeken op het graf van den beroemden Nederlander te gaan hechten.
Te Middelburg werd deze afvaardiging aan het station ontvangen door het tot stand gekomen Zeeuwsch Comiteit en door het muziekkorps der Schutterij.
Dit Comiteit bestond behalve uit den heer Buteux, Burgemeester, en de leden van den gemeenteraad van Oost- en West-Souburg, uit de volgende heeren: Jhr. Mr. L. Schorer,
| |
| |
Burgemeester van Middelburg; Jhr. Mr. A.A. Van Doorn van Koudekerke, Burgemeester van Vlissingen; Dr. J.C. de Man, Voorzitter van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen; Dr. H. Japikse, Directeur der Rijks hoogere burgerschool te Middelburg; Herm. Snijders, Majoor-Commandant der d.d. Schutterij van MiddeIburg; Marius Fokker, Penningmeester van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Gemeente-ontvanger van Middelburg; J.A. Frederiks, Architect, Secretaris der oudheidkundige Commissie te Middelburg; H. Tak, Rentmeester, Bestuurlid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen; Mr. J. de Witt Hamer, Rijksadvocaat te Middelburg; J.C. Van Woelderen, Direkteur der stoomvaartmaatschappij ‘ZeeIand,’ Koninklijke Nederlandsche postvaart, Lid der Provinciale Staten van Zeeland, te Middelburg; Mr. C. Bakker, Direkteur der stoomvaartmaatschappij ‘Zeeland,’ Lid van den Gemeenteraad van Vlissingen; Jos. Van Raalte, Majoor-Commandant der d.d. Schutterij en Lid van den Gemeenteraad te Vlissingen, Direkteur der Koninklijke Maatschappij van Scheepsbouw ‘De Schelde;’ ‘J.J.H. Doorenbos, Secretaris der Vereeniging ‘Uit het volk voor het volk,’ te Middelburg; De Ruyter de Wildt, Inspecteur van het Hollandsch loodswezen te Vlissingen; F. Delvoye, Lid van den Gemeenteraad, te Vlissingen; J.J. Plugge, Gemeentegeneesheer te Oost-en West-Souburg; Mr. G.N. de Stoppelaar, Voorzitter der Vereeniging ‘Uit het volk voor het volk,’ Lid van den Gemeenteraad van Middelburg; Fruin, Rijksarchivaris van Zeeland; P. Dumon Tak, Bankier te Middelburg; Mr. F.J. Sprenger, Advocaat en procureur, Griffier van den polder ‘Walcheren’; M.H. Lenshoek van Zwake, te Middelburg; W. Hioolen, Voorzitter van de Vereeniging tot bevordering van het vreemdeling en-verkeer te Middelburg; Grüber, Voorzitter derzelfde vereeniging te Vlissingen.
Na een hartelijken welkomstgroet van den heer Buteux
| |
| |
beantwoord door den heer Jan Van Rijswijck werden de aanwezigen metde stoomboot Walcheren naar Souburg gebracht, alwaar de afvaardiging plechtig ontvangen werd door het Gemeentebestuur in het netjes opgesmukt schoollokaal.
Na de uitvoering van een paar zangstukken door het koor der Vereeniging Uitspanning door Inspanning werd opvolgend het woord gevoerd door de heeren Buteux, Jan Van Rijswijck en Max Rooses, welke laatste een keurig ingebonden, op perkament gedrukt en door al de deelnemers aan den tocht onderteekend adres aan het archief van Souburg schonk, ter herinnering aan dezen dag en aan de gevoelens, welke de Antwerpenaars derwaarts hadden doen komen.
Bedoeld adres luidde:
‘Op heden 17 December 1898 zijn de ondergeteekenden uit Antwerpen, als afgevaardigden van duizenden hunner stadsgenooten, naar Souburg gekomen om den driehonderdsten verjaardag van het afsterven van Marnix van Sint Aldegonde plechtig te herdenken.
Aan den voet van het gedenkteeken, opgericht ter eere van den koenen aanvoerder in den strijd tegen Spanje, hebben zij eenen bronzen lauwertak neergelegd als blijk hunner vereering voor den begaafden schrijver, den grooten vaderlander, die in 1583-1585, in de dagen van scherpen kamp en bangen nood, de burgemeester hunner stad was.’
Daarna trok de stoet met de muziek der schutterij voorop in beevaart naar de laatste rustplaats van Marnix. De heer Jan Van Rijswijck sprak daar uit naam van Zuid-Nederland; de heer Herman Snijders uit naam van het Zeeuwsch Comiteit; Commandant A. Dominicus namens de officieren en matrozen van het oorlogschip Marnix; de heer J. De Hoogh namens de vereeniging Marnix en ten slotte dankte de heer Buteux de Zuid-Nederlandsche vrienden, die ons, zeide hij, in de gelegenheid gesteld hebben deze plechtigheid mede te vieren.
| |
| |
De stoomboot voerde de betoogers terug naar Middelburg waar hun in de Societeit St.-Joris een maaltijd door de Zeeuwsche broeders aangeboden werd.
Ook aan dien gezelligen disch werd menig warm woord van verbroedering tusschen Noord en Zuid en van hulde aan het Willems-Fonds gesproken.
Al de deelnemers hebben van hun tocht naar Zeeland in 't hartje van den barren winter de aangenaamste herinnering meegebracht.
Den volgenden dag - Zondag 18 Decbr. - trok een indrukwekkende stoet van Maatschappijen en vereerders met wapperende vaandels en onder de tonen van het machtige Wilhelmus van Nassouwen en het opwekkend Geuzenlied door Antwerpens straten naar het monument Marnix, op de Marnixplaats.
Toen allen op het groot plein rond het gedenkteeken geschaard stonden, sprak de Voorzitter, heer Max Rooses, eene gloedvolle redevoering uit. Spreker schetste in breede trekken het welvervuld leven en het rusteloos streven van den onafscheidbaren vriend van Prins Willem den Zwijger en spoorde allen aan, naar 't voorbeeld van Marnix en zijn spreuk ‘Repos ailleurs’ gedachtig, immer strijdvaardig op de bres te staan, voor het heil van het lieve vaderland en voor de duurbare vrijheid van geweten.
Een reusachtige lauwertak, gedragen door de leden van de Rederijkerskamer De Violier in hun eigenaardig zestiendeeuwsch costume uitgedoscht werd namens het uitvoerend Comiteit bij het monument neergelegd. Ook de te Antwerpen verblijvende Walen legden als blijk van hulde een palm neer.
Wij zullen ons bij deze vluchtige schets van de Marnixvereering bepalen, omdat in al de voornaamste dag- en weekbladen van Nederland en België tijdens die gedenkdagen een uitvoerig relaas der verschillende plechtigheden te vinden is.
We zullen er enkel nog bijvoegen, dat op verzoek der
| |
| |
Afdeeling in het Tijdschrift van het Willems-Fonds, aflevering van December, een artikel over Marnix van St-Aldegonde verschenen is, dat ook afzonderlijk in brochure uitgegeven werd en waarvan door onze zorgen 500 exemplaren verspreid werden.
De kosten van heel de huldebetooging werden door de Afdeeling alleen gedragen.
***
Behalve de feestzitting ter gedachtenis van Marnix werden nog vier andere openbare zittingen ingericht, in de groote zaal van het Armbestuur in de Blindenstraat; deze zittingen, welke telkens door een overgroot publiek werden bijgewoond, dank zij het rondzenden van een vierduizendtal uitnoodigingen aan aan de leden van de werkliedenvereeniging ‘Help u zelve’ bestonden uit:
10 November 1898. - Voordracht door den heer H. Laroche, van den Nederlandschen schouwburg, van 5 monologen. Concert door Mevrouw E. Roofthoof-De Ridder en heer Alb. Tyck (zang) en heer W. De Latin (piano).
2 Februari 1899. - Voordracht met lichtbeelden over Congo, door den heer A. Moortgat. Kluchtliederen door den heer Jan De Smet en opvoering door de Tooneelmaatschappij ‘Hoop en Liefde’ van Soort bij Soort, tooneelspel in één bedrijf, door F. Jos. Van den Branden.
23 Februari. - Spreker hoogleeraar J. Vercoullie, Secretaris van het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds te Gent, onderwerp: De Duivel. Concert door de Juffrouwen B. Kamphuyzen (zang), M. Ontrop (harp); de heeren J.M. Tyssen, B. Tokkie, Wijnbergen (zang), van het Nederlandsch Lyrisch Tooneel, en W. De Latin (piano).
23 Maart. - Voordracht door den heer A.C. Van der Cruyssen, ondervoorzitter der Afdeeling, over Comedie.
De Rederijkerskamer ‘De Violier’ voerde dien avond op: Zijn Eer, tooneelspel in 3 bedrijven door G. De Lattin, en
| |
| |
Jochem Pezel! Wat zijt gij toch een ezel! blijspel in één bedrijf naar het Hoogduitsch van Fritz Reuter.
Op de concert-voordrachten van 10 November en 2 Februari werden de boekgeschenken van het Algemeen Bestuur aan de bekroonden in den prijskamp voor de Nederlandsche taal tusschen de gestichten van middelbaar onderwijs uitgereikt.
Bij elke dezer feestzittingen werd, zooals reeds sedert jaren gebeurt, eene boekentombola gehouden, tegen 10 centimen het lot.
In 't geheel werden verleden winter 157 werken uitmakende 185 deelen verloot. De opbrengst beliep tot de som van fr. 226.95.
In dank werden verscheidene belangrijke boekgeschenken voor de tombola's ontvangen: van den heer Burgemeester Jan Van Rijswijck, 2 exemplaren van de laatste uitgave der Dicht- en Prozawerken zijns vaders; van den heer F. Van Laer, de prachtuitgave van Herbergprinses; van den heer L. Van Opstal, de volledige Dichtwerken van Bilderdijk, in 48 afleveringen; van den heer G. De Lattin, een veertigtal exemplaren zijner werken en van de heeren Lod. Opdebeek en Max Rooses, boeken van verschillende schrijvers.
***
Den 11en September l.l, werd eindelijk het zoo lang verbeid gedenkteeken ter eere van den te vroeg ontslapen Tony Bergmann, den knappen schrijver van Ernest Staes, Rijnlandsche Novellen, de Geschiedenis van Lier en andere stukken, te Lier plechtig onthuld.
De Afdeeling heeft aan die betooging ruimschoots deel genomen, zoo door het getal harer leden als door de geldelijke bijdrage in de kosten van den palmtak in gesmeed ijzer, welke namens de Antwerpsche vereenigingen aan het voetstuk van het monument gehecht werd.
| |
| |
- Bij gelegenheid der hulde door de Turners van gansch het land aan hunnen rusteloozen hoofdman, den heer N.J. Cupérus gebracht, heeft de Afdeeling, als blijk van genegenheid en van erkentelijkheid voor de vele diensten aan onze vaderlandsche zaak bewezen, den overtuigden Vlaming een palm aangeboden.
- Den 18n September heeft de Afdeeling deelgenomen aan den stoet naar het graf van Hendrik Conscience, ter herdenking der 15e verjaring van het afsterven van den onvergetelijken Vlaamschen schrijver.
- Nog andere jubelfeesten werden dit jaar ingericht, namelijk: den 1n Augustus voor den heer Jul. Roelants, bij de 25e verjaring zijner indiensttreding bij de firma John P. Best et Cie;
Den 17n November voor den heer Willem Lemmens, bij zijn vijf-en-twintigjarig tooneeljubileum;
Den 28n derzelfde maand voor den vroolijken kluchtzanger heer Jan De Smet, bij de 35e verjaring van zijn optreden als zanger, en den 21n Februari voor den heer B. Tokkie, medestichter van het Lyrisch tooneel.
Met vreugde heeft de Afdeeling deze gelegenheden te baat genomen om aan hare oude, trouwe en zoo zeer verkleefde medewerkers een gering blijk harer dankbare hulde te schenken.
***
Niet altijd, helaas! beleefde onze Afdeeling dagen van vreugde in 't afgeloopen jaar. De 22e September was een dag van diepen rouw: onze geliefde voorzitter en zijne achtbare gade werden dien dag zwaar beproefd door het overlijden van hunnen eenigen zoon Max. Allen die de geachte familie Rooses in 't hart dragen hebben in haar onherstelbaar verlies gedeeld en zullen, onze voorzitter weze er van overtuigd, lange jaren nog den braven Max gedenken.
| |
| |
Tot aandenken van hunnen zoon hebben de heer en Mevrouw Max Rooses aan de Afdeeling eene som van 500 frank geschonken.
***
In de samenstelling van het Bestuur der Afdeeling is eene kleine wijziging gekomen: de heer B.J. Mees namelijk werd in de laatste algemeene vergadering vervangen door den heer F. Van Laer.
- Verder mogen we nog wijzen op eenen merkelijken aangroei van het getal inschrijvers. De Afdeeling mocht 47 nieuwe leden aanwerven dank aan de persoonlijke stappen door verscheidene onzer medewerkers aangewend en wel voornamelijk door de heeren Van Doosselaere, Max Rooses, Herman Mulder en Van der Cruyssen.
Het Bestuur hoopt, dat hun lofwaardig voorbeeld zal nagevolgd worden door al degenen die het welmeenen met de nuttige instelling van het Willems-Fonds.
- Ten slotte brengt het Bestuur een woord van warmen dank aan de talentvolle sprekers, musici en declamators, tooneel- en muziekmaatschappijen, die verleden winter met de van ouds gekende bereidwilligheid hunne gewaardeerde medewerking aan onze instelling verleenden.
Ook betuigen wij onze erkentelijkheid aan de talrijke personen en maatschappijen, die de Afdeeling zoo ijverig ter zijde stonden in de inrichting der grootsche Marnix-betooging.
Wij achten het tevens eene aangename plichtvervulling aan de milde schenkers van boekwerken voor de tombola's onze welgemeende dankbetuiging te herhalen.
We durven hopen, dat hun voorbeeld onze andere inschrijvers tot navolging zal wekken.
Algemeene Vergadering van 7 Augustus 1899.
De Secretaris-Verslaggever,
Flor. Van der Ven.
De Voorzitter,
Max Rooses.
|
|