Verslag van het bestuur der afdeeling Aalst.
(Juli 1897 - Juli 1898.)
Onvoorziene voorvallen hadden de boekerij en de werkzaamheden van de Afdeeling tot niets doen vervallen.
Een gansch nieuw Bestuur werd benoemd en wij hebben ons met nieuwen moed aan het werk gezet; de boeken zijn vermaakt, zij verkeerden in eenen erbarmelijken toestand! Nu gaan wij trachten de verdwenen en versleten door nieuwe te vervangen; zullen wij geld genoeg hebben?
Pas heringericht gaven wij eene voordracht opgeluisterd door een muzikaal feestje. De heer Felix Van Eecke, van Gent, sprak meesterlijk over: Onze gerechterlijke instellingen door de eeuwen heen, en de heeren Van der Cruyssen, Minnaert en Backaert verleenden hunne welwillende medehulp op kunstgebied.
Wij danken die heeren van harte en hopen dat wij op hen rekenen mogen voor de toekomende feesten, die wij zoo talrijk mogelijk geven zullen.
Wij zullen trachten onze Afdeeling op de hoogte weder te brengen, die zij vroeger bekleedde, en steeds streven tot verheerlijking onzer geliefde moedertaal.