Sterfgevallen.
Wij ondergingen den 24 Augustus een gevoelig verlies door het afsterven van Emmanuel Van Driessche. Hij was in 1824 geboren; al vroeg deed hij zich kennen als een warm voorstander der jonge Vlaamsche beweging, die hij ook later als schoolopziener, schepen van onderwijs te Elsene en provincieraadslid van Brabant trouw bijbleef. Van Driessche was een der stichters van de Brusselsche Afdeeling van het Willems-Fonds, wier eerste voorzitter hij werd. Vijftien lange jaren ijverde hij voor het bekomen van een Nederlandsch tooneel te Brussel: in 1875 werd de poging van hem en zijne vrienden met goeden uitslag bekroond. Talrijk zijn de geschriften, die van Driessche gedurende zijne lange loopbaan in het licht zond. Ze worden thans verzameld uitgegeven: noemen wij onder zijne romantische werken Drie Vlaamsche novellen, Herman Arckel, Moeder Lysbeth, Klaas de veehoeder, De veroordeelde, Wat een meisje vermag, onder zijne tooneelwerken De flamingant, De zoon des beuls, Soort bij soort, en verder een Geschiedkundig overzicht der Nederlandsche taal- en letterkunde.
***
Pijnlijk werden wij getroffen door het nieuws van het overlijden van den hr. P. Vogelaere, ingenieur van bruggen en wegen, hoofdinspecteur in het Ministerie van spoorwegen en posterijen, waar hij 38 jaar dienst telde en als een uitstekend vakman bekend stond. Hij was ook een overtuigde vrijzinnige Vlaming, die als lid van het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds en als ondervoorzitter van de Afdeeling Brussel steeds met ijver en bevoegdheid werkzaam was en, ofschoon in bescheiden vorm, aan onze zaak veel diensten bewees. Zijne begrafenis had den 9 October te St Joost-ten-Oode plaats.