1897 met eene openbare concert-voordracht, waarop de heer Adolf Buyl, candidaat der liberalen bij de laatste en wij verhopen ook bij de eerstkomende kiezing voor de Wetgevende Kamers, het woord voerde. Hartelijken en welgemeenden dank aan de drie knappe sprekers, die de Willemsfondsers van Nieupoort menig aangenaam en nuttig uur hebben geschonken en ze daarbij in de gelegenheid hebben gesteld zich met de geheimen der wetenschap en der kunst in te wijden.
Bovengemelde voordrachten werden opgeluisterd door zang en muziek. Het immer dienstvaardige Philharmonie-Genootschap van Nieupoort, benevens de heeren L. Puppinck, E. Wuillaume, Eug. Van Damme. Alf. Bulteel, K. Reychler, M. Sabbe, L. Ysenbrandt, E. Criel, J. De Vos, Aug. Delporte, G. Hayois, A. Van Commerberghe, J. Delporte en H. De Swarte verleenden hunne welwillende medewerking. Aan allen onzen innigen dank!
Het ontworpen Meifeest greep geen plaats door het afsterven der zoozeer geachte Mevrouw P.F. De Swarte-De Man, waardige en voorbeeldige echtgenoote van onzen ijvervollen Voorzitter. Wat het Willems-Fonds door dit afsterven heeft verloren laat zich gemakkelijker begrijpen dan in woorden uitdrukken. Immers het was Mevrouw De Swarte die steeds het hare bijdroeg wanneer het van noode was nuttig te zijn aan de Afdeeling. Talrijk waren de feesten, die met hare medewerking den leden zoo mild zijn aangeboden geworden, misschien zelfs door haar ontworpen, en ongekend zijn de opofferingen, welke zij zich immer getroostte, wanneer het de belangen van het Willems-Fonds gold. Altijd en in alles stond zij onzen achtbaren Voorzitter ter zijde; nooit werd er te vergeefs een beroep gedaan op hare gulhartige medewerking. Ten einde hunne dankbaarheid te toonen voor zoovele onschatbare diensten aan de Afdeeling bewezen, hebben de leden eene rouwkroon neergelegd op de te vroeg ontloken grafstede van haar, die men met recht als den schutsengel van het Nieupoortsche Willems-Fonds mocht beschouwen.