Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 2
(1897)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina CXI]
| |
Muziekschool tot Koninklijk Vlaamsch Rijksconservatorium mag het Willems-Fonds van Antwerpen toch de nederigheid zóóver niet drijven van niet eens te herinneren, dat de Afdeeling nu meer dan twintig jaren geleden, in de dagen van strijd, de eerste in het gelid stond voor het grootsche werk van Peter Benoit. In het verslag over de werkzaamheden der Afdeeling gedurende haar vijf-en-twintigjarig bestaan werd breedvoerig gehandeld over dien jarenlangen strijd, eerst voor de verdediging en het behoud van het Vlaamsch karakter, later voor de verheffing der Muziekschool tot Conservatorium. En toen voor enkele maanden het bekend werd, dat de onderhandelingen tusschen Staat en Stad gingen afgebroken worden ten gevolge van eene door den Staat opgeworpene geldquaestie, was het weer de Antwerpsche Afdeeling van het Willems-Fonds die zich tot den Stedehlijken Raad richtte met het verzoek de onderhandelingen niet te staken, maar integendeel krachtdadiger nog voort te zetten. Tevens werd de zaak van het Conservatorium op voorstel der Afdeeling aan de dagorde gebracht der buitengewone Algemeene Vergadering van het Willems-Fonds den tweeden Pinksterdag dezes jaars te Brugge gehouden. De Afdeeling heeft dus tot het einde toe hare taak trouw volbracht en mag, nu de overwinning behaald is, de rechtmatige zelfvoldoening smaken voor een groot deel tot de verwezenlijking van Peter Benoit's ideaal te hebben bijgedragen. Zij zal dan ook, daaraan valt niet te twijfelen, talrijk vertegenwoordigd zijn bij de feestviering, in September a.s. Eene tweede waarlijk niet minder gewichtige overwinning voor de Vlaamsche Beweging zal, laat ons het hopen, weldra mogen aangeteekend worden, namelijk de gelijkstelling door de wetgeving der beide landstalen: het Nederlandsch en het Fransch. Wel heeft de Senaat door zijne ongelukkige stemming, waardoor het bijna eenparig in de Kamer aangenomen wetsontwerp De Vriendt verminkt werd, gemeend de zoo vurig gewenschte rechtserkenning te moeten verijdelen, doch die kaakslag heeft het Vlaamsche volk wakker geschud. In stad en dorp, heel Vlaanderen door is het volk opgestaan en heeft het door middel van verzoekschriften, meetingen en | |
[pagina CXII]
| |
betoogingen op treffende wijze de gelijkstelling zijner taal geëischt. Ook de Antwerpsche Afdeeling van het Willems-Fonds is in deze niet te kort gebleven aan hare vaderlandsche plichten. Waarschijnlijk zal nog in dezen zittijd de zaak opnieuw door de beide wetgevende Kamers behandeld en naar te voorzien is in gunstigen zin opgelost worden.
***
Gedurende den afgeloopen winter werden evenals in de vorige jaren openbare en kostelooze concert-voordrachten gehouden, namelijk den 10en December 1896, spreker heer F. Van Cuyck, over Erasmus. Concert met de medewerking van Mevr. Roofthooft-De Ridder (zang), de heeren P. Van Leemputten (fluit), Jul. Roelants (cello) en Joz. Bosiers (piano); Den 21en Januari 1897, spreker heer Leo Augusteyns, over de Verbroedering der Standen. Concert door Mej. Maria Weyler, de hh. B. Tokkie (zang), Joz. Bosiers en G. Delattin (piano) en J. Arthur De Landtsheer, die ‘De Brand’, van Tollens voordroeg; Den 11n Februari, spreker heer P. Tack, onderwerp: De Strijd voor den Aardbodem. Concert door Mej. Bertha Janssens, de hh. M. Vercammen (zang), P. Van Leemputten (fluit) en Joz. Bosiers (klavier); Mevr. Govers-Geudens declameerde ‘Roosje’ van J. Bellamy en de Tooneelmaatschappij Hoop en Liefde voerde op ‘Nieuwjaarsnacht’, tooneelspel in één bedrijf door R. Benedix. In deze zitting werden tevens de boekgeschenken van het Willems-Fonds uitgereikt aan de jonge heeren Em. De Vos. Van Overloop en De Mulder, bekroonden in den algemeenen prijskamp voor de Nederlandsche taal tusschen de gestichten van middelbaar onderwijs; Den 18en Maart, spreker heer Em. Ergo, over Het aanbreken van een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van ons muziekleven. Concert door Mevr. E. Van de Weyer-Heuts (zang), Mej. Louisa Van Cauter (klavier en declamatie), de hh. Edw. Alyn (zang) en Joz. Bosiers (piano); Den 13en Mei, spreker heer L. Moentack, onderwerp: Een uitstapje naar den Congo, opgeluisterd door eene nieuwe | |
[pagina CXIII]
| |
reeks lichtbeelden door den Bestuurder van het Antwerpsoh Dioroma. Concert met de medewerking van Mej. H. Zellien (harp), de hh. B. Tokkie, G. Smolders (zang), Joz. Bosiers (piano) en de hh. M. Vercammen, J. Angermille, Ed. en Joz. Peeters, van de tooneelafdeeling der Jonge Vlamingen, die het zangspel ‘De Wijnproevers’ opvoerden. Bij gelegenheid dezer voordracht was in de zaal eene kleine doch merkwaardige tentoonstelling ingericht van coloniale voortbrengselen en andere bijzonderheden van den Congo. Deze feestzittingen werden telkens door eene boekentombola besloten. 158 Nederlandsche werken, uitmakende 178 boekdeelen, werden onder het publiek verloot. De opbrengst der 5 tombola's bereikte het cijfer van fr. 125,70. In den loop van 't jaar werden door den heer G. Douwes verscheidene boeken voor de tombola's geschonken. Gevolg gevende aan den wensch door een groot getal leden uitgedrukt, heeft het Bestuur eene Plezierreis per stoomboot ingericht. Den 18n Juli, te 7 uren 's morgens, vertrok de ‘Hercules’, door een prachtig zomerweer begunstigd, met een zeventigtal Willemsfondsers, vrienden en genoodigden naar Vlissingen. 's Avonds te 9 uren keerden de reizigers in de beste stemming te Antwerpen terug, hunne spijt uitdrukkende dat die aangename tocht zoo gauw afgeloopen was. Wat voorzeker niet onvermeld mag blijven is dat dit uitstapje nog een batig slot van fr. 4,40 voor de kas meebracht. Wie weet zouden dergelijke tochtjes nog niet eene winstgevende bron kunnen worden om den benarden financiëelen toestand der Afdeeling te redden.
***
Nog dient er aangeteekend te worden, dat de Afdeeling deel genomen heeft aan de feestviering dezen winter ter eere van Mevrouw Verstraete-Lacquet, de geliefde Antwerpsche tooneelkunstenares, ingericht; aan het feestmaal te Brugge gehouden den 2n Pinksterdag, ter herdenking van het vijf-entwintigjarig bestaan onzer Brugsche zusterafdeeling, en aan de huldebetooging ter eere van den heer schepen A. Van den Nest ingericht den 11n Juli ll., bij gelegenheid van de 25e verjaring van den dag waarop de vrijgezinde partij in 1872 het stadsbestuur in handen nam. | |
[pagina CXIV]
| |
Ook heeft de Afdeeling zich aangesloten bij het Comiteit der betooging Peter Benoit; bij het Comiteit ter oprichting van een gedenkteeken aan Eug. Zetternam en bij het 24e Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, te Dordrecht. - Het Verslag van den Secretaris over de werkzaamheden der Afdeeling gedurende de eerste 25 jaren van haar bestaan werd aan de leden gezonden. - De vertoogschriften door het Algemeen Bestuur naar den Senaat en de Kamer der Volksvertegenwoordigers gestuurd werden door de Afdeeling ondersteund, namelijk: een paar verzoekschriften betreffende het wetsontwerp op de gelijkstelling der beide landstalen, het Nederlandsch en het Fransch, en een ander houdende verzoek naar aanleiding der dubbele veroordeeling van den grenadier De Ruyter zonder één enkel woord verstaan te hebben van de debatten, de wetgeving voor de militaire rechtbanken te wijzigen en bij voorloopig besluit en in afwachting van de herziening van het militaire wetboek het reeds voorgelegd ontwerp der heeren Van der Linden en consoorten als wet te willen aannemen.
***
Ten slotte eene zeer aangename plichtvervulling tegenover de talentvolle sprekers, musici, declamators en tooneelspelers, die in 't afgeloopen jaar hunne gewaardeerde en immer bereidwillige medewerking aan het Bestuur verleenden, aan allen, ook aan den heer G. Douwes voor zijn boekgeschenk, hulde en dank! Het Bestuur rekent op die trouwe vrienden voor de toekomst. Algemeene Vergadering van 6 Augustus 1897.
De Secretaris-Verslaggever, Flor. Van der Ven. De Voorzitter, Max Rooses. |
|