Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 1

[p. CLXV]

De algemeene vergadering van het Willems-Fonds.

Verleden Zondag, 25 October, werd in het Lakenmetershuis de gewone Jaarlijksche Algeraeene Vergadering van het Willems-Fonds gehouden. Betrekkelijk talrijk was de opkomst van stemgerechtigden en leden.

Bijna de geheele zitting werd ingenomen door het eerste punt der dagorde, de bespreking van het algemeen verslag, of liever door de behandeling van een reeks belangrijke punten die naar aanleiding van het verslag ter sprake kwamen.

Door den hr. P. Fredericq werd er op gewezen dat Afdeelingen van sommige groote steden te weinig leden tellen in verhouding van andere in kleine steden gevestigd, als b.v. de door haar ledental en haar werkzaamheden voorbeeldige Afdeeling Nieupoort.

Er werd ook op gewezen hoe gemakkelijk de Afdeelingen uitstapjes zouden kunnen ondernemen in de buitengemeenten rondom hun zetelplaats en er concert-voordrachten improviseeren.

Dan werden de werkzaamheden van het Comiteit ter bevordering van den Nederlandschen Zang in oogenschouw genomen. Er werd op gewezen dat het Comiteit nevens zijn gewone reeksen van zangstukken ook de meesterwerken onzer Vlaamsche meesters zou kunnen uitgeven, wanneer die niet reeds voor het publiek toegankelijk zijn. Als voorbeeld werd aangehaald de Lucifer van Benoit. Verschillende sprekers drukken de hoop uit dat er ook voor de uitvoering van deze zanguitgaven zou gezorgd worden en door den hr. J. Sabbe werd aangetoond dat in dit opzicht veel afhangt van de klasse van Nederlandschen zang in het Conservatorium te Gent.

Toen werd overgegaan tot de verkiezing van negen nieuwe bestuurleden. De Algemeene Secretaris, de hr. J. Vercoullie, vestigde de aandacht van de vergadering op het onherroepelijk besluit van den hr. J. Vuylsteke om af te treden en als voorzitter en als bestuurlid. Hij herinnerde dat Vuylsteke

[p. CLXVI]

het Willems-Fonds gemaakt had wat het was, hij toonde dat de geschiedenis van Yuylsteke's vijf en dertigjarige deelneming aan het Algemeen Bestuur als lid, secretaris en voorzitter de geschiedenis is van het Willems-Fonds en drukte de verzekering uit dat het Willems-Fonds moet bloeien zoolang Vuylsteke's geest er in voortleeft.

In vervanging dan der hh. J. Boonroy, A. De Cock, E. De Geynst, J. De Roose, P. Geiregat, J. Stroobants, P. Vermeulen. A. Verstraeten en J. Yuylsteke, werden gekozen de hh. C. De Bruyne (Gent), P. Fredericq (Gent), J. Heyse (Eine-bij Oudenaarde), O. Kops (Rupelmonde), H. Mulder (Antwerpen), G. Staes (Gent), T'sjoen (Brussel), Van Eyck (St-Nikolaas), E. Van Goethem (Gent).

Het derde en vierde punt der dagorde, de toestand der kleine Afdeelingen en de werkzaamheden van het Willems-Fonds op den buiten, werden ontwikkeld door den heer Van Beek, van Contich, die aantoonde hoe de pas gestichte Afdeeling van Contich er in geslaagd was eene bibliotheek in te richten en in verschillende gemeenten van het kanton feestzittingen te houden, waar lezers en hoorders naartoe stroomen.

De volgende punten der dagorde werden eventjes aangeraakt, niet zoozeer omdat de voorstellers niet aanwezig waren, als omdat het uur reeds te ver gevorderd was; want een lekkere maaltijd wachtte de Willems-Fondsers in het Posthotel. Toch werd eerst nog bepaald dat de buitengewone Algemeene Vergadering zou plaats hebben omstreeks Paschen, in den schoot der Afdeeling Brugge, die dan haar jubileum van 25 jaar viert.

Eindelijk werd op voorstel van den heer P. De Swarte besloten, dat het Algemeen Bestuur onder ai de Afdeelingen van het Willems-Fonds een petitionnement zou inrichten naar aanleiding van het geval van den grenadier De Ruyter, waaruit blijkt dat na 66 jaar onafhankelijkheid een Vlaamsch soldaat in België kan ter dood veroordeeld worden zonder één woord van de debatten, de pleidooien noch het vonnis te verstaan.

Twee en zeventig dischgenooten namen aan het feestmaal deel, dat in opzicht van de toebereiding der spijzen en de gezellige stemming niets te wenschen overliet. Talrijke heil-

[p. CLXVII]

dronken werden ingesteld, die wij niet alle kunnen vermelden. Stippen wij aan dat na een toast van J. Sabbe op J. Vuylsteke, deve tot Eere-voorzitter van het Willems-Fonds werd uitgeroepen; - dat na een toespraak van den jongen heer H. Sabbe een omhaling fr. 61,70 opbracht voor het in't Zal-wel-Gaan gestichte fonds voor de concert-voordrachten in de kleine Afdeelingen; - dat na een warmen oproep van vader Sabbe een tweede omhaling fr. 145,95 opbracht voor de weduwen en weezen der verongelukte Oostendsche visschers; - eindelijk dat professor P. Fredericq in betreffende bewoordingen de beteekenis deed uitschijnen van het feit dat Prins Albert op 18 October een Nederlandsche redevoering hield ín de Vlaamsche Academie, en dat hij met instemming der vergadering den jongen Prins warm hulde bracht voor deze zoo gewichtige daad. Onmiddellijk werd dit naar Brussel geseind in de volgende be woordingen:

De Jaarlijksche Algeraeene Vergadering van het Willems-Fonds, te Gent gehouden en bestaande uit afgevaardigden van geheel het liberale Vlaamsche land, brengt eerbiedig en hartelijk hulde aan Prins Albert ter gelegenheid zijner eerste zoo gewichtige redevoering in de moedertaal door hem uitgesproken.

De Algemeene Secretaris,

J. Vercoullie,

professor aan de Hoogeschool te Gent.

Daarop ontving de Algemeene Secretaris het volgende antwoord:

Heer Algemeene Secretaris,

Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albert van België heeft mij gelast, U hartelijk te bedanken voor de hulde Hem door de algemeene vergadering van het Willems-Fonds toegebracht, in hare zitting van verleden Zondag.

Gelief, Heer Secretaris, den dank van Zijne Koninklijke Hoogheid aan de Heeren afgevaardigden van het gewichtig en werkzaam genootschap te betuigen, en wees verzekerd dat Zijne Koninklijke Hoogheid zeer geroerd is geweest door de eenstemmige gevoelens die gij Haar uitgedrukt hebt.

[p. CLXVIII]

Aanvaard, Heer Algemeene Secretaris, het bewijs mijner hoogachting.

De Secretaris der Bevelen,

(get.) Jules Bosmans.

Brussel, den 29 October 1896.

Den Weledelen Heer Vercoullie, Algemeenen Secretaris van het Willems-Fonds.

Wij besluiten dus met te zeggen dat deze Algemeene Vergadering zeer gewichtig is geweest.