Verslag van het bestuur der afdeeling Lier.
(Oogst 1895 - Juli 1896.)
Verleden jaar wezen wij op de noodzakelijkheid voor onze Afdeeling, door eenen man beheerd te worden, onafhankelijk genoeg om de geschikte middelen te harer opbeuring onbeschroomd te kunnen aanvaarden; en wij besloten met den wensch, weldra zulken persoon te mogen vinden.
Het spijt ons te moeten melden, dat die vrome wensch niet verwezenlijkt werd.
Het is grootendeels daaraan toe te schrijven, dat gedurende het afgeloopen jaar geene feesten werden gegeven.
Wij hebben al onze zorgen aan de boekerij gewijd, die - wij zijn gelukkig het te kunnen vaststellen - voortdurend in bloeienden toestand verkeert. Menigvuldig zijn de lezers, die haar regelmatig bezoeken.
Wij zijn voornemens eerlang een groot deel onzer geldmiddelen aan het inbinden van werken en het vermeerderen van onzen boeken voorraad te besteden.