Verslag van het bestuur der Groninger studentenafdeeling.
(Juli 1895 - Juli 1896.)
Een paar jaar lang deed de Afdeeling naar buiten niets dan twee weinig gelezen Zuidnederlandsche tijdschriften ter lezing leggen en onderhandelen om een spreker hierheen te lokken. Het zou nu anders worden. Na veel vruchteloos schrijven kwam de heer A. Vermeylen, maar dit kon helaas niet anders dan op een uiterst ongeschikten dag: onmiddellijk vooraf gingen n. 1. twee, door het heele Corps meegevierde, feestdagen: rectoraatsoverdracht en uitvoering van Spriet. De weinige aanwezigen waren dus moeilijk te brengen in een stemming, dat ze opvlogen en den Vlaamschen Leeuw brulden, of maar eenvoudig hun handteeken op de lijst zetten - zelfs de enkele eerstejaarsleden bleven onverschillig; toch kwamen er nog 7 nieuwe leden. Tal van ouderen hadden al bedankt, zoodat we nu verder dan ooit af zijn van de ± 100 leden voor 4 jaar.’Ende desespereert niet.’
Nu is er al eenige werking, het volgend jaar zal en moet die toenemen, tot eens weer het heele Corps doordrongen is van de ware gevoelens voor onze Zuidsche taalbroeders.