is zeker niet overdreven om een aangenaam feestje te kunnen bijwonen, want onze voordrachten zijn altijd opgeluisterd door puik muziek en fraaie tooneelstukjes.
En nochtans vermeerdert het getal onzer leden niet; het verwondert de vreemdelingen en ons ook. Men is wel bereid om van de feesten te genieten, maar... dit is alles.
Wachten wij dus betere tijden af.
De eerste voordracht werd gegeven door den heer Pol Anri, van Gent, over: In en rond het huisgezin.
De heer J. Ten Berge van Gent, moest de tweede voordracht houden, maar daar hij belet was, werd hij vervangen door den heer H. Meert, leeraar te Gent, Deze sprak over den Transvaal.
Innige dankbetuigingen zijn wij verschuldigd aan de Fanfaren-, Koor- en Tooneelmaatschappij, want het is hunne kostelooze medewerking die ons grootendeels in staat stelt, zulke schoone feesten te kunnen inrichten.
Onze Afdeeling had dit bestuurjaar weer eens het genoegen eene reeks boeken van het Algemeen Bestuur te ontvangen voor den jongen heer Halsband onzer middelbare school, laureaat (1sten prijs) in Nederlandsche taal tusschen de gestichten van middelbaar onderwijs (2den graad).
Ongelukkig ging die schoone overwinning gepaard met een droevig voorval. Hr J. Van Meer, lid onzer Afdeeling, leeraar aan onze middelbare school, die zoo dikwijls in de laatste jaren zijne jeugdige leerlingen naar de zegepraal voerde op gebied van Nederlandsche taal, is dit jaar overleden, na eene pijnlijke en langdurige ziekte.
Wij achten het ons eenen plicht hier eene innige hulde te brengen aan de nagedachtenis van hem, die onze zaak met zooveel verkleefdheid genegen was.