[Samenvattingen]
Samenvatting
Dit artikel gaat over het spanningsveld tussen communicatie-adviezen en ontwerprichtlijnen enerzijds, en ‘fundamenteel’ onderzoek naar schriftelijke communicatie anderzijds; meer specifiek gaat het over de relatie tussen leesonderzoek en tekstadviezen. Het spitst zich toe op de rol van explicitering van de tekststructuur in informerende teksten, en met name op relationele structuursignalen, die de coherentierelaties tussen de tekstdelen expliciet maken (connectieven en signaalwoorden of -zinnen). Daarover worden veel adviezen gegeven, zonder dat die duidelijk gefundeerd zijn. Een literatuuroverzicht en een bespreking van twee experimenten laten zien dat het theoretisch plausibel is dat signalen helpen bij het lezen, omdat ze de lezer instrueren bij de constructie van coherentie. Bovendien kunnen dergelijke signalen, met name wanneer positief causale relaties worden geëxpliciteerd, leiden tot snellere verwerking van tekstuele informatie, zonder dat dit ten koste gaat van tekstbegrip. Verder onderzoek wordt besproken, alsmede de bruikbaarheid van dergelijk leesonderzoek als fundament voor schrijfadviezen over begrijpelijkheid.
Samenvatting
In dit artikel wordt ingegaan op het recente onderzoek naar verzwegen argumenten. Nadat twee traditionele benaderingen zijn beschreven, wordt de discussie over het onderscheid tussen deductie en inductie en de consequenties hiervan voor verzwegen argumenten besproken. Vervolgens komt de verwarring over de gebruikte termen en definities aan de orde. Daarna wordt ingegaan op het idee van het verzwegen argument als zogenoemde gap-filler en op het onderscheid tussen ‘used premises’ en ‘needed premises’. Ten slotte wordt besproken welke rol de context speelt in een analyse van verzwegen argumenten en welke relatie er is tussen argumentatieschema's en verzwegen argumenten.
Samenvatting
In zijn oratie schetst Steehouder het onderzoek naar instructieve teksten dat aan de Universiteit Twente wordt gedaan. Daarin staan inhoud, structuur, stijl en vormgeving van technische instructies centraal. In het eerste deel wordt ingegaan op onderzoek naar het gebruik en de effecten van declaratieve informatie. Die informatie blijkt zeker aandacht van lezers te krijgen en leidt tot een beter mentaal model bij de lezers - maar niet onder alle omstandigheden. Een ander onderzoeksthema betreft de verschillende lezersrollen die in instructies te onderscheiden zijn, met name die van operator en gebruiker. Vermoed wordt dat de keuze van lezersrollen invloed heeft op de motivatie om aandacht te besteden aan de instructies. In het tweede deel van de oratie gaat Steehouder in op de organisatorische context waarin technisch-instructieve teksten worden geproduceerd. Hij stelt dat in bedrijven en organisaties dikwijls sprake is van ‘documentatie’ (waarbij het vastleggen van gegevens en procedures vooropstaat) en minder van ‘communicatie’ (waarbij het sturen van gebruikersgedrag voorop staat).