Ook blijft raadselachtig door welke regel de apostrof in de titel van het boekje gerechtvaardigd wordt. Wordt daar een uitspraakprobleem opgelost, of behoort de spelling vanaf 1987 exclusief aan één uitgeverij?
Jammer is het dat de woordafbreking wat onevenwichtig wordt behandeld. Wel wordt bijvoorbeeld ingegaan op gevallen als po-chen, goo-chem, koor-tje en koord-je, maar van samenstellingen als met-een en meest-al neemt Verhoeven blijkbaar aan dat ze geen problemen veroorzaken. Ten onrechte denk ik, als je af mag gaan op de fouten in veel kranten, maar ook in publikaties waarbij de woordafbreking niet computergestuurd is. Ook zou enige aandacht op z'n plaats geweest zijn voor afbreekproblemen bij woorden uit een vreemde taal, met name het Engels. Is het comput-er of compu-ter, train-er of trai-ner? Het antwoord hangt van de gebruikssituatie af. Gebruik je het woord als leenwoord, dan volg je de Nederlandse regels en breek je of op de lettergreepgrens. In een citaat volg je de regels van de andere taal en breek je bij een Engels woord dus af voor het suffix. Voorzie je uitspraakproblemen (la-serprinter, interviewer), of ontstaat er een vreemd woordbeeld (snoo-ker), dan is het raadzaam alleen op de samenstellingsgrens of helemaal niet af te breken.
Op de spelling van de telwoorden wordt in Kleintje Spelling niet ingegaan. Een omissie vind ik. Dat er regels zijn, weten de meeste Nederlanders wel; hoe die luiden is vrijwel onbekend. Veel plaats had de behandeling niet hoeven innemen. Het was voldoende geweest te zeggen dat het behalve in geldbedragen, datumaanduidingen en percentages gebruikelijk is om getallen tot en met twintig in letters te schrijven. Hogere getallen worden altijd in cijfers weergegeven, tenzij het ronde getallen betreft.
De woordenlijst is uitgebreider dan het formaat van het boekje in eerste instantie zou doen vermoeden: er staan zo'n vierduizend items in, en daarmee zal zeker een flink deel van de spellingvragen van de gebruiker beantwoord kunnen worden. Verhoeven houdt zich aan de voorkeurspelling uit het groene boekje. Ook toegelaten spellingen zijn opgenomen, maar niet als zelfstandig item. De notatie is simpel: items als kopie / c- en fotocopi- / -kop -, maken duidelijk hoe (bizar) de c/k-kwestie in 1954 is opgelost. In sommige gevallen maakt Kleintje Spelling de verwarring nog wat groter. Zo geeft het groene boekje sekse en sextant als voorkeurspelling en zijn sexe en sekstant toegelaten. In Kleintje Spelling worden sexy en oversexed gegeven zonder alternatieven, maar bij seks gaat de voorkeur toch weer uit naar de ks boven de x. Diskette spelt Verhoeven met een k, maar hij schrijft ook disc en floppy-disc. Een verrassing voor computergebruikers, die door hun Nederlandse en Engelse handleidingen gewend zijn geraakt aan termen als diskdrive en harddisk (floppy-disk komt nauwelijks voor; men gebruikt floppy of diskette).
Behalve flink wat traditioneel lastige Nederlandse woorden (onmiddellijk, gezamenlijk, uitweiden, enigszins enz.), bevat de lijst uiteraard veel leenwoorden (curriculum vitae, pied-à-terre, überhaupt, strapless, shoarma etc.). Over de selectie valt hier en daar te twisten - dat kan ook moeilijk anders. Zo vind ik dat items als hopelijk, burgerlijk, adellijk, stiekem en publikatie niet hadden mogen ontbreken, evenmin als caissière, cryptisch en synthesizer. Die zorgen in de praktijk voor meer problemen dan gewone woorden als banaan, bereik en leraar, die er wel in staan. Anderzijds bevat de lijst bijvoorbeeld ook cloaca, mirliton, nefast, protuberans en suzerein - woorden waarvan de gebruiksfrequentie naar mijn gevoel juist erg laag is.