tochten, de kleine bitterheden van kleine zorgen. Doch waarheen de gondels van onze gedachten ook glijden, door welke donkere lagunes ze hunnen weg zoeken, hun ranke tocht gaat naar het land van verlangen. Want terwijl men stil in zijn stille kamer droomt, klinkt van buiten het drukke gewoel van de straten. Er ligt een heel wondere romantiek, een zee van poezie in het bruischende lied van een werelstad, in het gedruisch van voorbij jagende voertuigen.
In de verte hoor ik een regelmatig tikken van paardehoeven op het asphalt. Het komt nader en nader. Ik droom, droom van een gouden koets, die zal stilhouden voor mijn huis. Er zal een lieve lachende gestalte uitkomen, die met gouden stem zegt: ‘Kom’. Dan zal ze mij bij de hand nemen en door bloeiende velden voeren, waarboven de leeuwrik jubelend ten hemel stijgt..... Voorbij. Het eentoonige klipklap der hoeven wordt vager en vager. Het rijtuig volgt zijn weg. Ergens anders zal het een wonder brengen.
Daar nadert een auto met krijschend getoet en snorrend getuf. Een wilde reeks van beangstigende beelden en fantastische gestalten in geel, groen en paars zal daarmede arriveeren. Nog een oogenblik en mijn deur zal openspringen, een wilde jacht zal door mijn kamer jagen, mij hoonen en bespotten en een regen van bonte bloemen in het gezicht werpen..... Voorbij. Het getuf en getoet der auto klinkt verder en verder, wordt vager en vager. Andere, telkens weer andere voertuigen jagen aan, eindeloos varieerende tonen en beelden brengend, doch geen werkelijke vervulling.
En zoo als de voertuigen in het gewoel van een groote stad, zoo komen en gaan in onze ziel de wenschen, die nooit hun vervulling vinden. Altijd weer brengen ze een droom, een mogelijkheid tot geluk, een lach, een zonneschijn, die den zin en de inhoud van ons leven moesten vormen, doch die altijd weer voorbijmoeten, snel als voortuigen op rollende raderen.
O, wat zijn onze gedachten en onze gevoelens, onze droomen en onze wenschen, ja zelfs onze groote hartstochten anders dan voertuigen, die op snel rollende raderen langs onze ziel jagen. En ieder voertuig, dat verder rijdt, geeft ons het gevoel van een verzuimden levenstocht en laat ons vermoeider en ouder achter in...... het land van verlangen.