Over Stijl John Vanderveken
Het speet hem dat Sherlock Holmes dood was. Sherlock Holmes is dood, zoo zegt de volksmond. En de volksmond is de spreekbuis van de waarheid. 't Is ook daarom dat er zoo weinig leugenachtige praatjes in de wereld rondklawieren.
Het speet hem dat Sherlock Holmes dood was. Er was immers een brief vermist geraakt, ontegensprekelijk verloren gegaan. Hij had er nergens een spoor van weergevonden. Iedereen had hij lastig gevallen en uitgevraagd, alles onderzocht.
Niemand die zich een brief van Zaterdag kon herinneren. Hij vroeg zijn jongsten broer of die er soms kazernelektuur had van gemaakt. Die patriottenbroek antwoordde tamelijk bits dat men daar lektuur genoeg had. Dit was bluf of leugen, of allebei. Hij had twintigmaal de plaats bekeken waar men het ‘blauwe’ omslag gewoonlijk deponeerde, alles overhoop gesmeten en onderste boven gekeerd, matten en tapijten opgerold, uitgeschud en teruggelegd, en alzoo het werk van de meid gedaan, zonder iets te vinden. Hij ging op zijn buik liggen om onder de kasten te zien. Niets, maar hoegenaamd niets te ontwaren, dan veel stof. Om 't even, gelooven wou en kon hij niet dat het hem welbekend blauw schrijfpapier op minder dan een week tijds algeheel tot stof verpulverd was.
Het speet hem dat Sherlock Holmes dood was.
Dien avond schreef hij in zijn dagboek: B. spoorloos verdwenen. Alle opzoekingen bleven vruchteloos.
Papier is Papier. Blauw is blauw. En een papier dat beschreven wordt of dat nu wit of rose of groen of lilas is of chocolat, blijft een brief.
Inmiddels zijn de dagen voortgeschoven, zonder dat er iets meldenswaardig gebeurde.
Toen op een Donderdag namiddag.
Er was weer een brief verloren gegaan. Weer een blauwe.
Hij (stillekens tot zijn Pa):
- Pa, zou ik een ledige sigarenkist mogen krijgen van U?
Pa (goedmoedig)