De Tijdstroom. Jaargang 2(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Japansch Vuurwerk Man Arnet Intermezzo. Een vaas met blauwe bloemen. Bloemen, vol en donkerblauw. Ernaast op het tafeltje een nikkele revolver. Het gesprek wordt dreigend luider heeter heeter heeter knal een der mannen zinkt opzij in zijn stoel de ander springt het raam uit. hij valt niet, hij zeilt hij zeilt langzaam neer in de hulstboom voor het huis. Schrammen op zijn gezicht, op zijn handen. De top van het boompje breekt. Hij valt op het tuinhek. Er staat een kind: wat doe jij? Ik, zegt hij, ik heb mijn beste vriend vermoord en toen ben ik uit 't raam gesprongen en hier lig ik o, zegt het jongetje, en waarom heb jij je vriend vermoord? waarom? waarom? WAAROM? Hij ziet het liefst ballets. Acrobatiek interesseert hem niet sinds hij uit het raam van de tweede verdieping sprong en heelhuids terecht kwam in een hulstboom. Aan clowns heeft hij een hekel. Danseresjes zijn lief. Trouwens was Tilly ook niet 'n danseresje? Er is niets liever dan zoo'n heele rij half-bloote danseresjes die voor zijn oogen veeren op de cadans van een hitsige melodie. Mieters!, zegt hij. de hoofd-inspecteur zit in de loge naast hem en wacht op het psycho- logisch moment het psychologisch moment komt iets voor de pauze als er een senti- menteel liefdeliedje wordt gezongen. [pagina 109] [p. 109] Dan stapt hij in Alex' loge en zegt: waarom hebt u George Lemaire vermoord. God nog toe, zegt Alex: waarom ja, God nog toe WAAROM? Het gaat hier niet om een moord. Het gaat niet om George Lemaire of Alex. Het gaat om de hoofdinspecteur. De hoofdinspecteur is te zakelijk voor sensatie. Hij zit in zijn kamer, in zijn diepste club, en telkens hoort hij Alex weer zeggen: ja, God nog toe, waarom? Idiote kerel, zegt-ie en zet de radio aan. Fideldi di di di doe, Fideldi di di doem, di doem, di doem Waarom? Jesses! De inspecteur wordt nijdig en laat het diner binnenbrengen. Na het diner zegt hij tegen juffrouw Fricard: U kunt wel naar huis gaan. En, God nog toe, ze zegt: WAAROM? Juffrouw Fricard loopt met langzame stappen langs de boulevard. Ze ziet dames en heeren. Kellners en dienstboden. Ze ziet kinderen. Ze ziet etalages. Ze ziet van alles, maar ze denkt: en hij ziet zoo witjes hij is vast niet goed hij heeft zorgen ik begrijp er niks meer van stel je voor dat-ie failliet gaat waar moet ik dan op m'n ouwe dag naar toe? Hoofdinspecteurs gaan niet failliet. Deze hoofdinspecteur is verliefd. Hij wil zijn kleine, tengere Nini kussen, als ze haar hoofd wegdraait, en zegt: waarom? Waarom? zegt hij. (Waarom waarom waaròm?) Ja, zegt zij. Als je me toch niet liefhebt, als je me toch maar als speel- goed beschouwt, morgen is 't weer 'n ander en overmorgen en maar de truc lukt niet hij zit met z'n ellebogen op zijn knieën en zijn vingers trippelen tegen zijn voorhoofd: waar om, waa rom, waarom waarom waarom? Dat is maar 'n vraag. 'n Heel menschelijke vraag. De oorzaak der dingen. Waarom schiet [pagina 110] [p. 110] jij je vriend dood en waarom hou jij van die Nini en waarom is Nini een vrouw en waarom is Nini een dievegge? Hij zit naast Nini en streelt haar been daar waar haar kous ophoudt. Dan springt Nini op, wit van drift: ben jij verdomme bedonderd, vuil kreng. Denk je dit ik jouw slet ben. Je ken verrekke, verrekke, verrekke, daar. En nu springt er een uiterst beminnelijke lach op de lippen van de inspecteur en hij gooit 'n pistool op tafel, en heeft alleen nog maar 'n paar handboeien in z'n hand en zegt: juist lieve kind, juist, wees maar zoet. Je bent mijn arrestant. Je bent Adèle de Biroux, je hebt voor meer dan 700.000 francs aan juweelen gestolen. Nini staat verbaasd, ze weet niet wat ze zegt, ze zegt: waarom? daarom, zegt de hoofdinspecteur: DAAROM. hij heeft het antwoord gevonden, 't kan hem niet meer verdommen, 't antwoord op waarom is daarom en daarmee uit. Hij werpt zich op 't lieve lichaam van Adèle de Biroux. Hij kust haar, kust haar, kust haar om haar fijne witte polsen prijken twee glimmende handboeien. Een fijn kettinkje hangt er tusschen de hoofd-inspecteur belt op om een taxi. Vorige Volgende