[De Tijdstroom 1930 nr. 1]
Verantwoording
‘De Tijdstroom’ bedoelt het orgaan te worden ener generatie die, wars van al de eksperimenten der laatste jaren, arbeiden wil aan de opbouw ener persoonliker en menseliker kunst. Zij menen dit te kunnen bereiken door meer tucht en concentratie enerzijds, en anderszins door meet waarachtigheid. Wij aanvaarden dat de kunst de kristallisering van het leven van de kunstenaar is, en dat haar graad schoonheid wordt bepaald door de hevigheid van het beleven en de mogelikheid deze bewogenheid te verstoffeliken in de enige passende vorm. De manier van beleven verschilt echter volgens de levensovertuiging van de kunstenaar, en zo blijft het ten slotte het etiese beginsel dat richtinggevend optreedt, én voor het leven én voor de schoonheid. Ook dit beginsel kan verschillend zijn, maar wij geloven het te bezitten in de door God veropenbaarde en door de in deze bladen ook plaats is voor werk van andersdenkenden, voor zover Heilige Roomse Kerk voorgehoudene leer. Wat echter niet uitsluit dat het niet strijdig is met de door ons beleden waarheid en ook naar de geest aan de onze verwant is.
Wij willen trachten door scheppend werk iets van deze geest te verwezenliken en, door onze kritiek en inwijding, zoveel mogelik aandacht verlenen aan de meest aktuele kunstuitingen, zo op het gebied van poëzie, proza, toneel en muziek als van beeldende kunst. Verder verlangen wij, naast een overzicht van de buitenlandse kunststromingen, een vergelijk te vinden in de angstwekkende chaos der vaak taktloze en meestal bevooroordeelde kritiek.
Met een woord van dank aan allen die ons hielpen en nog helpen zullen, beginnen wij vastberaden onze taak. En wij zullen doorhouden als God ons helpt.
De Redaksie.