Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 130
(2014)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Interdisciplinair
| |||||||||||||||||||||||||||||
1 In de ban van de melancholie‘Het leven is mij, van zoo lang mij heugt, pijnlijk, lastig, en ledig gevallen’. Zo begon de oude Willem Bilderdijk (1756-1831) een levensschets.Ga naar voetnoot1 Hij vervolgt dan: ‘Ik heb altijd lichamelijk, zedelijk en verstandelijk veel geleden, en hierop koomt alles neêr’. Naar eigen zeggen had hij nooit enige tevredenheid ervaren. Hij had het gevoel dat hij niet op aarde thuishoorde.Ga naar voetnoot2 Als de dichter om één ding bekend staat, is het zijn melancholie.Ga naar voetnoot3 Voor dat beeld was hij zelf verantwoordelijk, want telkens opnieuw droeg hij zijn pessimistische levensvisie uit. Het lijdt geen twijfel dat Bilderdijk zich dikwijls ongelukkig heeft gevoeld. Daar had hij ook alle reden toe. Toen hij vijf jaar oud was, trapte een buurjongetje bij het spelen op zijn linkervoet. Dat leidde tot een beenvliesontsteking. Door een verkeerde diagnose en behandeling werd hij mank. Met zijn pijnlijke horrelvoet strompelde hij jaren door het huis en was hij genoodzaakt een groot deel van zijn jeugd in eenzaamheid binnenskamers te slijten. Zo werd hij verlegen en mensenschuw, terwijl hij door zijn overmatige studeren een grote geestelijke bagage verwierf. Daar kwam bij dat de dichter gebukt ging onder het verlies van vele dier- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 1 Bilderdijk op zijn doodsbed, 1831, door G.J. Michaëlis. Collectie Bilderdijk Museum.
baren. Nog los van de talrijke miskramen van zijn tweede echtgenote, stierven er zo'n tien kinderen, bij twee vrouwen. Vanaf 1795 leefde Bilderdijk langer dan tien jaar in ballingschap, in Engeland en Duitsland, omdat hij als advocaat had geweigerd de eed af te leggen op het nieuwe Bataafse bewind. Alleen al gedurende deze periode moest hij twee jongens en twee meisjes begraven. Hij verloor ook kinderen die volwassen waren, zoals Elius Isaäc uit zijn eerste en Julius Willem uit zijn tweede huwelijk.Ga naar voetnoot4 Op latere leeftijd bleef Bilderdijks vurigste wens, een hoogleraarschap, onvervuld. Bilderdijks melancholie is echter niet alleen te verklaren met argumenten ontleend aan zijn levensloop. Wie zijn brieven leest, kan niet anders dan concluderen dat er, althans gedeeltelijk, sprake is geweest van self-fashioning.Ga naar voetnoot5 Door zijn melancholie als onderdeel van zijn publieke imago uit te dragen, beklemtoonde hij impliciet dat hij een bijzonder mens was. Daarmee plaatste hij zichzelf in een literaire traditie. Hypochondrie, het klagen over al dan niet ingebeelde fysieke en mentale klachten, gold sinds de late achttiende eeuw immers als een ‘emblem of genious’.Ga naar voetnoot6 Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw werd het idee gemeengoed dat waanzin, melancholie en genialiteit samenhingen.Ga naar voetnoot7 De Duitse socioloog George Becker verwoordde het in zijn studie The Mad Genius Controversy (1978) aldus: The aura of ‘mania’ endowed the genius with mystical and inexplicable quality that served to differentiate him from the typical man, the bourgeois, the philistine, and, quite impor- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||||||||||
tantly, the ‘mere’ man of talent; it established him as the modern heir of the ancient Greek poet and seer and, like his classical counterpart, enabled him to claim some of the powers and privileges granted to the ‘divinely possessed’ and ‘inspired’.Ga naar voetnoot8 Ongetwijfeld kende Bilderdijk voorbeelden van melancholici uit de geschiedenis.Ga naar voetnoot9 Of hij het klassieke werk The Anatomy of Melancholy (1621) van Robert Burton bezat, weten we niet, maar het is waarschijnlijk dat hij ervan op de hoogte was. Daarin worden pagina's lang voorbeelden en oorzaken van en geneeswijzen voor de melancholie besproken. Wel staat het vast dat Bilderdijk het Latijnse werk van de geleerde melancholicus Casparus Barlaeus las.Ga naar voetnoot10 Ook Joost van den Vondel gold als een melancholicus. Diens biograaf, Geeraardt Brandt, typeerde hem in 1682 als iemand die gekweld werd door ‘melancholia hypochondriaca’.Ga naar voetnoot11 Negentiende-eeuwers wezen op parallellen met Bilderdijk.Ga naar voetnoot12 Zo schreef Jeronimo de Vries, een vriend van Bilderdijk: ‘Vondel had een diep verstand, fijnen smaak, maar een zeer prikkelbaar, melancholisch gestel. Hij had dit gemeen met den eenigen Feniks van onzen tijd. Zij werden daardoor wel eens scherp en bitter’.Ga naar voetnoot13 Slechts eenmaal heeft Bilderdijk expliciet over de melancholie geschreven: in zijn leerdicht De ziekte der geleerden (1807).Ga naar voetnoot14 Daarin belichtte hij in drieduizend regels de talrijke fysieke en mentale kwalen die wetenschappers konden treffen. Teveel studeren leidde tot overmatige prikkeling van het lichaam, slapeloosheid en verspilling van lichaamssappen. Overigens was Bilderdijk er heilig van overtuigd dat er een oorzakelijk verband bestond tussen ziekten en religie. Alle aandoeningen beschouwde hij als een gevolg van de zondeval, waardoor de goddelijke orde van het lichaam (als pars pro toto van de gehele schepping) voor altijd ontwricht was geraakt.Ga naar voetnoot15 De verbinding die in de achttiende eeuw tussen genialiteit en melancholie werd gelegd, was evenwel veel ouder. In de vierde eeuw voor Christus werd een tekst geschreven die aan Aristoteles wordt toegedicht: Over melancholie. Die begint zo: ‘Waardoor komt het dat alle mannen die uitzonderlijk zijn geweest in de wijsbegeerte of de politiek of de literatuur of de kunsten, melancholici blijken te zijn’?Ga naar voetnoot16 Volgens de auteur kwam de melancholie voort uit een verstoring van de vier sappen in het lichaam. Daarmee sloot hij aan bij Hippocrates. Bij ieder mens is er doorgaans sprake van harmonie tussen zwarte gal, gele gal, slijm en bloed. In de middeleeuwen werd hier de temperamentenleer aan gekoppeld: het sanguïnische, het cholerische, het flegmatische en het melancholische. Melancholie werd veroorzaakt door teveel zwarte gal, meende men.Ga naar voetnoot17 Volgens de auteur van Over melancholie lopen genieën het risico in het moeras van de melancholie te zinken, maar is die geestesgesteldheid tevens een voorwaar- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 2 Melencolia I, gravure door Albrecht Dürer, 1514. Particuliere collectie.
de voor een bijzondere artistieke prestatie. De aristotelische verbinding tussen melancholie en genialiteit kreeg in de achttiende eeuw een stimulans. De melancholie werd een modeziekte: zij werd beschouwd als een ‘mark of both superior social and intellectual status and accomplishments’.Ga naar voetnoot18 Volgens Joris van Eijnatten | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||||||||||
was zij een verschijnsel dat paste bij de gestratificeerde achttiende-eeuwse standenmaatschappij: wie lid was van de geleerdenstand leed onder de typische geleerdenkwaal.Ga naar voetnoot19 Tegen deze achtergrond moet men ook Bilderdijks zwaarmoedigheid interpreteren. De temperamentenleer en het geloof in een melancholische gesteldheid bleven tot ver in de negentiende eeuw invloedrijk, ook in Nederland. In 1809 typeerde de medicus Gijsbert Swartendijk Stierling de melancholie als een ‘ziekte, die, het zij door een zittend leven, of door sterk en vermoeijend denken, of eene onregelmatige levenswijze, of andere diergelijke oorzaken geboren wordt, en uit hoofde hunner beroepsbezigheden [...] den Geleerden zoo zeer eigen is’. Volgens Stierling was de schadelijke invloed van de melancholie op het lichaam evident. Dat zij voortkwam uit een teveel aan zwarte gal was een mening die inmiddels ‘als onwaar verworpen, en in onze hedendaagsche tijden althans, als belachelijk is afgekeurd’, merkte de medicus op.Ga naar voetnoot20 Hoewel in de vroege negentiende eeuw het geloof aan zwarte gal niet meer algemeen was, leek Bilderdijk hier nog altijd aan vast te houden, getuige bijvoorbeeld deze passage uit 1780: Of juicht de miltzucht niet, hoe diep in rouw verzonken,
Wen 't ingewand zijn last heeft uitgeschud, verkwikt?
Zucht niet het bang gemoed, als in den boei geklonken,
Wanneer de zwarte gal den boezem als verstikt?Ga naar voetnoot21
Al vanaf zijn jeugd leek Bilderdijk als dichter met de melancholie te dwepen. Vrijwel elke brief begon met een reeks lichamelijke en geestelijke klachten. De ene keer had hij last van ‘gonzingen’ in het hoofd, voelde hij zich benauwd, duizelig of verward en klaagde hij over de verzwakking van zijn hersenen. Dan weer leed hij naar eigen zeggen aan slapeloosheid, reumatiek, hoest, bloedspuwingen of allerlei soorten pijnen. Vervolgens liet hij pagina's vol erudiete bespiegelingen volgen. Het leek alsof hij vrienden wilde imponeren door te tonen waartoe hij, ondanks alles, in staat was.Ga naar voetnoot22 Zo presenteerde hij zich als een bijzonder mens. Kortom: als een ware dichter. Om zijn melancholie te beschrijven maakte Bilderdijk gebruik van steeds andere metaforen. De ene keer noemde hij zich een soldaat, wiens stramme leden het hem onmogelijk maakten het vaandel te volgen. Dan weer vergeleek hij zichzelf met een kreupel paard, of met een kat die van een muur naar beneden stortte. Zijn levensgevoel vergeleek hij met een hondenbeet waarin wespen wroetten. Uit zijn onvrede met het bestaan vloeide zijn befaamde doodsverlangen voort, verwoord in hooggestemde regels als: ‘My, my is dit aanzijn straf, / En ik reikhals naar het graf.’Ga naar voetnoot23 In zijn werk droeg hij met verve het imago uit van een stervende, bijna-dode dichter.Ga naar voetnoot24 [afb. 1] Het moge duidelijk zijn: enige melancholische pose was Willem Bilderdijk bepaald niet vreemd. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 286]
| |||||||||||||||||||||||||||||
2 Een retrospectieve benaderingIn dit artikel kiezen we evenwel voor een andere invalshoek. Wat zou het opleveren als we Bilderdijk niet zien als iemand die met zijn zwaarmoedigheid koketteerde, maar zijn klachten serieus nemen? Het is bekend dat Bilderdijk een hypochonder was die de overdrijving zelden schuwde. Wat zou er gebeuren als we Bilderdijks melancholie niet als onderdeel van zijn publieke imago interpreteren,Ga naar voetnoot25 maar hem als patiënt benaderen? Hoe zou een psychiater over hem oordelen en welke diagnose zou hij stellen? Een neerlandicus en een psychiater in opleiding hebben de handen ineengeslagen. Tijdens een coschap bij de afdeling psychiatrie van het Laurentius Ziekenhuis in Roermond was er gelegenheid om de casus Bilderdijk kritisch te analyseren. In dit artikel worden, aan de hand van enkele levensfasen, Bilderdijks fysieke en mentale klachten tegen het licht gehouden. We leggen hem op de bank van de psychiater en onderzoeken, op basis van moderne inzichten, de dichter als psychiatrisch patiënt. Uiteraard zou het ook mogelijk zijn Bilderdijk te diagnosticeren volgens achttiende- en negentiende-eeuwse medische inzichten.Ga naar voetnoot26 Daarbij zou rekening gehouden moeten worden met de religieus gefundeerde opvattingen over ziekte aan het begin van de negentiende eeuw. Zo zag Isaäc da Costa, Bilderdijks leerling, lichamelijke en geestelijke ziekten als ‘in den vervallen staat der natuur noodzaaklijk’, die ‘in de hand van Gods Voorzienigheid zich zelve genezen zullen’.Ga naar voetnoot27 Met andere woorden: ziekten waren van God afkomstig; de mens diende zich er niet tegen te verzetten. Vanuit dat perspectief schreef Abraham Capadose in 1823 zijn strijdschrift Bestrijding der Vaccine, waarin hij zijn stem verhief tegen de in zijn (en ook Bilderdijks) ogen verderfelijke koepokinenting.Ga naar voetnoot28 Bilderdijks ziekteverschijnselen, zijn ‘opvattingen over lichaam en ziel, ziekte en gezondheid, fysieke en existentiële pijn’ zijn inmiddels uitvoerig en grondig beschreven door Joris van Eijnatten.Ga naar voetnoot29 In dit artikel kiezen wij voor een retrospectieve benadering, waarbij we ons bewust zijn van de gevaren die deze met zich mee kan brengen.Ga naar voetnoot30 Voor andere kunstenaars, zoals Van Gogh, Robert Schumann en Multatuli, is dit type onderzoek al verricht.Ga naar voetnoot31 De psychische gesteldheid van Goethe, met wie Bilderdijk in zijn tijd dikwijls werd vergeleken,Ga naar voetnoot32 is inmid- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 287]
| |||||||||||||||||||||||||||||
dels ook al onderwerp van studie geworden.Ga naar voetnoot33 In het onderzoek naar de beroemde Duitse auteur is eveneens gebruikgemaakt van een retrospectieve methode: Goethe's self-assessments in his works and letters as well as the description of him by others are analysed by phenomenological and hermeneutic methods from the perspective of current psychiatric classification and psychotherapeutic knowledge.Ga naar voetnoot34 Voor Bilderdijk wordt hier een vergelijkbare werkwijze gehanteerd: zijn klachten worden geïnterpreteerd in het licht van huidige psychiatrische kennis. Wat betreft het bronnengebruik is er echter een groot verschil met Goethe. Over de Duitse auteur zijn honderden getuigenissen bewaard gebleven. In het geval van Bilderdijk beschikken we slechts over zijn eigen geschriften; verslagen van tijdgenoten met betrekking tot zijn geestelijke gesteldheid zijn helaas niet of nauwelijks overgeleverd. Hierdoor is het onmogelijk om te controleren in hoeverre Bilderdijks klachten reëel dan wel gefingeerd waren. Uiteraard zou het de overtuigingskracht ten goede komen indien we wel over zulke bronnen zouden beschikken. Dat is helaas niet het geval - we hebben het te doen met wat er wel is. Een kritische houding is daarbij natuurlijk essentieel, want Bilderdijk geldt niet bepaald als de meest betrouwbare bron. Dat niemand Bilderdijk tot op heden als patiënt heeft onderzocht, is evenwel een daad van eenvoudige onrechtvaardigheid. Want als er één dichter voer voor psychiaters is, dan is het Bilderdijk wel. | |||||||||||||||||||||||||||||
3 Een bijzonder kindHet begint allemaal bij Bilderdijks jeugd. Daarover zijn we relatief slecht ingelicht. Wat we weten, is wat hij er zelf over heeft losgelaten. Daaruit doemt het beeld op van een wonderkind.Ga naar voetnoot35 In 1806 beweerde hij: ‘Ik las op het jaar reeds volkomen, schoon nog verscheiden letters niet wel uitsprekende’. Toen hij anderhalf was, bestudeerde hij al Cats. Op zijn vijfde maakte hij zich naar zijn zeggen het Latijn eigen. Zelfstandig leerde hij Grieks uit Sophocles, Italiaans uit Boccacio, Duits uit Mendelssohn en Engels uit Shakespeare. Ook het schrijven behoorde al spoedig tot zijn talenten. Op die leeftijd zou hij ook al de bijbel en de mythologie hebben beheerst. Zittend op de schoot van zijn grootmoeder legde hij haar de geschiedenis uit. Als hij een prent niet kon verklaren, voelde hij zich diep terneergeslagen, beweerde hij. Anderhalf jaar oud las hij al Franse boeken. De Heidelbergse catechismus beheerste hij eveneens al spoedig, net als het Hebreeuws. Al dat studeren had nadelige gevolgen voor zijn gezondheid. Reeds vroeg zou hij last hebben gehad van een suizend hoofd en van ‘gonzingen’, door de vermoeidheid van denken. Deze maakten, zo beweerde hij later, zijn leven tot een hel. Hierdoor kon hij niet meer slapen en begon hij naar de dood te verlangen. ‘Ik kan op mijn kindsheid niet te rug denken, zonder horror,’ stelde hij later.Ga naar voetnoot36 Vanwege zijn verminkte voet leefde Bilderdijk vooral binnenshuis. Naar school ging | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 288]
| |||||||||||||||||||||||||||||
hij niet meer. Hij kreeg les van zijn vader. Intussen zat hij voortdurend met zijn neus in de boeken. Als kind leed Bilderdijk al aan slapeloosheid. Perioden van activiteit, opwinding en rusteloosheid werden afgewisseld met momenten van neerslachtigheid. Sombere gedachten spookten naar eigen zeggen voortdurend door zijn hoofd. De jonge Willem was prikkelbaar, voelde zich eenzaam en leed aan weemoedige mijmeringen.Ga naar voetnoot37 Vaak voelde hij zich moe en lusteloos, hetgeen naar zijn zeggen enkel te vergelijken was met het slapen van een been.Ga naar voetnoot38 Naar hij later zelf beweerde, liep hij in deze tijd al rond met zelfmoordgedachten. Meer dan eens zou hij als kind met het idee hebben gespeeld om zijn leven door geweld ten einde te brengen.Ga naar voetnoot39 Dankzij bekroningen bij genootschappen wist hij zijn naam als dichter in de jaren zeventig van de achttiende eeuw te vestigen. Toch was hij niet tevreden. Het lijkt wel of het hem zelden of nooit gegeven was om aan zijn prestaties enig genoegen te beleven. Regelmatig werd hij bezocht door aanvallen van melancholie. In 1779 kampte hij met ‘zware vlagen van geesteloosheid en mistroostigheid’.Ga naar voetnoot40 Een jaar later klaagde hij over de zwakheid van zijn geest, die snel afgemat raakte. Hierdoor werd hij voor zijn gevoel in zijn mogelijkheden beperkt. Het verhinderde hem ‘ten minste zo veel nuts te doen, dat ik mij der moeite van geboren te worden getroosten kon’.Ga naar voetnoot41 Elders is beschreven dat Bilderdijk zich met het overdrijven van zijn jeugdige prestaties in een klassieke traditie plaatste.Ga naar voetnoot42 Van tal van grote mannen uit de geschiedenis werden de meest curieuze verhalen uit hun kindertijd verteld. Zo was Hugo de Groot een bekend wonderkind. Naar verluidt kocht hij als knaap al kaarsen van zijn zakgeld om 's avonds te kunnen lezen. Als achtjarige schreef hij zijn eerste elegieën. Op zijn elfde ging hij naar Leiden om te studeren, waar hij drie jaar later op stellingen promoveerde.Ga naar voetnoot43 Constantijn Huygens kon als tweejarige al liederen van zijn moeder nazingen en bespeelde al vroeg muziekinstrumenten. Toen hij vijf was, sprak hij al Frans alsof het zijn moedertaal was. Als zevenjarige bekwaamde hij zich in het Latijn en het Grieks en in het hanteren van wapens, het paardrijden, dansen, schaatsen, zwemmen, tekenen en dichten.Ga naar voetnoot44 Frans R.E. Blom heeft erop gewezen dat Huygens bewust een beeld van zichzelf creëerde, gebruikmakend van een topos uit de klassieke oudheid, dat bijvoorbeeld al voorkomt bij Ovidius in zijn bundel Tristia (Treurzangen): dat van het kind dat zich tot de Muzen voelt aangetrokken.Ga naar voetnoot45 Hoe zou een psychiater over Bilderdijk oordelen? In elk geval is het duidelijk dat Bilderdijks kinderjaren afwijken van die van de meeste mensen. Door de blessure aan zijn voet groeide hij afgezonderd van leeftijdsgenoten op. Behalve het contact met zijn naaste familie ontbrak het hem aan interactie met andere kinde- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 289]
| |||||||||||||||||||||||||||||
ren. Deze omgang is echter wel nodig voor een normale ontwikkeling van de persoonlijkheid. Onder persoonlijkheid wordt het complexe geheel van psychologische kenmerken verstaan die bepalen hoe iemand omgaat met emoties, gedachten en gedrag. De basis hiervan wordt in de kindertijd gelegd. Een gestoorde persoonlijkheidsontwikkeling in de kindertijd kan zorgen voor latere problemen. Het sociaal isolement waarin de jonge Bilderdijk verkeerde, had mogelijk een ongunstige invloed op zijn verdere ontwikkeling. Beperkt door de handicap aan zijn voet stortte Bilderdijk zich op jonge leeftijd al op de literatuur. Slechts weinig kinderen zijn hiertoe in staat. De wijze waarop de kleine Willem Bilderdijk al als kleuter klassieke auteurs kon lezen, schept het beeld van een wonderkind. Het vermogen om op jonge leeftijd te lezen noemt men hyperlexie. Aanvankelijk zullen zulke kinderen vooral losse woorden kennen; rond de leeftijd van drie jaar kunnen ze vaak al hele zinnen lezen. Dit geeft ouders meestal het idee dat hun kind een genie of een wonderkind is. Hyperlexie omvat echter ook problemen en moeilijkheden met het begrip van het gelezene.Ga naar voetnoot46 Uit de beschrijving van Bilderdijks kindertijd kan niet worden afgeleid of er sprake was van een juist begrip van de gelezen stof. Toch is het interessant om zijn ontwikkeling te bezien in het licht van de hyperlexie. Leo Kanner (1968) beschreef jongens en meisjes met autisme die over buitengewone leesvaardigheden beschikken.Ga naar voetnoot47 De autistische stoornis is één van de vijf syndromen die in de psychiatrie vallen onder de Pervasieve Ontwikkelingsstoornissen (met ‘pervasief’ wordt ‘diep doordringend’ bedoeld). Deze worden gekenmerkt door beperkingen in de wederkerige sociale contacten, de talige en niet-talige communicatie en beperkte en rigide patronen van interesse en gedrag.Ga naar voetnoot48 Ook latere studies hebben aangetoond dat hyperlexie bij vijf tot tien procent van de personen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis voorkomt.Ga naar voetnoot49 Uit het verslag van Bilderdijks jeugd blijkt dat hij in sociaal opzicht minder ontwikkeld was. Zelf weet hij dit aan zijn voet die hem belemmerde om buitenshuis te verkeren. Naast beperkingen in de sociale interactie brengt een pervasieve ontwikkelingsstoornis ook beperkingen in de communicatie met zich mee. Daar had Bilderdijk ook last van. In een gedicht schreef hij later: Wat nu? 'k Moest uitgaan. - Uit? Ik uitgaan? ik! neen, nimmer.
Ik voel me alleen te krank; by menschen, tienmaal slimmer!
Neen, in mijn kamer staat my 't denken vrij voor 't minst.
Wat ik my-zelv' onttrek met mijmren, schat ik winst.Ga naar voetnoot50
Ten slotte is er bij een pervasieve ontwikkelingsstoornis sprake van beperkte, zich herhalende stereotype patronen van gedrag en belangstelling. De jonge Bilderdijk lijkt, als we hem zelf mogen geloven, op een bijna obsessieve wijze bezig te zijn geweest met literatuur en taal. Juist omdat het hier een contactstoornis betreft, is het noodzakelijk om de getuigenissen van anderen bij de diagnose te betrekken. Omdat die niet zijn overgeleverd, is dat echter helaas niet mogelijk. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 290]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Bilderdijk beschrijft verder dat momenten van activiteit werden afgewisseld met perioden van somberte. Wanneer een volwassen iemand deze symptomen omschrijft, wordt direct gedacht aan een bipolaire stoornis. Daarbij heeft de patiënt manische episoden waarin hij actiever is dan normaal, minder slaap nodig heeft en vaak grootheidsideeën koestert. Daarnaast ervaart hij ook depressieve episoden waarin hij somber is en nergens van kan genieten. Een bipolaire stoornis ontwikkelt zich meestal tussen het vijftiende en vijfentwintigste levensjaar en openbaart zich zelden in de kinderleeftijd. Als kind voldoet Bilderdijk nog niet aan de criteria voor een bipolaire stoornis. Het is echter mogelijk dat hij deze op latere leeftijd wel heeft ontwikkeld. Ervaring leert namelijk dat patiënten met deze aandoening als volwassene vaak retrospectief kunnen vaststellen dat zij tijdens hun kindertijd milde kenmerken van de ziekte vertoonden. De stemmingsklachten en slapeloosheid kunnen echter ook de reactie van een hoog intelligent kind zijn op de onmogelijkheid tot normale omgang met leeftijdsgenoten. De overgave waarmee Bilderdijk zich op de literatuur stortte, kan dan gezien worden als een copingmechanisme, dat wil zeggen: als een manier van om te gaan met de vervelende situatie waarin hij door zijn voetblessure verkeerde. | |||||||||||||||||||||||||||||
4 Razende echtgenootNa zijn rechtenstudie vestigde Bilderdijk zich in 1782 als advocaat in Den Haag. Dat werk viel hem niet mee: ‘Overhoopte arbeid; hoofdbreken, dat ter naauwernood manqueert van mij 't verstand te berooven, gelijk het mij van mijne nachtrust ontzet, en mijn gestel dagelijks sterker aandoet’. Ondanks zijn inspanningen, voelde hij zich ongeschikt voor zijn werk en voor het leven: ‘ik ben niet voor deze wareld, dit bevind ik, gemaakt’.Ga naar voetnoot51 Intussen was hij verliefd geworden op Catharina Rebecca Woesthoven, met wie hij in 1785 trouwde. Ook tegenover haar klaagde hij dat hij zich treurig, zwaarmoedig en geesteloos voelde, vooral op dagen dat hij haar niet zag.Ga naar voetnoot52 Het huwelijk was geen succes.Ga naar voetnoot53 Steeds vaker had de prikkelbare Bilderdijk te kampen met aanvallen van razernij. Nadat zijn vrouw in 1789 bevallen was, droeg hij de dienstmeid op om haar niets dan melk en beschuit te serveren. Omdat ze zwak bleef, wilde zij Catharina een boterham opdienen. Toen Bilderdijk dit ontdekte, ontplofte hij. Hij rende de trap op naar zijn vrouw, sloeg haar op het hoofd en in het gezicht, waarna hij haar aan haar haren de gang op sleepte. Toen de meid begon te gillen, raakte hij buiten zichzelf van woede en gooide het bord met de boterham door het venster. Zulke voorvallen waren niet ongewoon. Een dienstmeid verklaarde dat er geen dag voorbij ging zonder dat hij Catharina uitschold, sloeg, schopte en mishandelde. In 1786, toen Catharina zwanger was, had hij zich ook al zo gedragen, aldus dezelfde getuige. Bilderdijk eiste dat zij elke avond thee voor hem zette en op hem | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| |||||||||||||||||||||||||||||
wachtte, als hij laat thuis kwam. Op een dag was ze vroeg gaan slapen. Midden in de nacht verscheen Bilderdijk aan haar bed met een degen, waarmee hij dreigde haar hart te zullen doorsteken. Catharina vluchtte naar de kelder. Alleen de knecht, in de deuropening geposteerd, kon de woedende echtgenoot tegenhouden. Een andere keer zat Bilderdijk te werken, toen het vuur uitging. Omdat het Catharina niet lukte om de haard weer aan te krijgen, viel Bilderdijk hevig tegen haar uit en ontzegde hij haar de toegang tot de woning. Catharina zocht haar toevlucht bij een kennis. Al spoedig arriveerde daar een briefje, waarin Bilderdijk schreef: Ik zit zonder licht en vuur alleen, en vind noch vrouw, noch kind, noch dienstbode. Ik ben stijf van koude, en kan mij niet kleeden. Waarom ontloopt men mij? - Ben ik ziek - heb ik dan geen oppassing nodig? ben ik 't niet, wat is er dan gebeurd? Weet dan mijne vrouw niet, wie ik ben, en dat ik haar boven alles lief heb, en meer dan God zelven aanbid?Ga naar voetnoot54 Het moge duidelijk zijn: Bilderdijk leed aan stemmingswisselingen. Soms sleepte hij zijn vrouw aan haar haren door het huis en schold hij haar de huid vol, in dezelfde tijd schreef hij dan bijvoorbeeld: ‘ja, mijne dierbare, ik bemin U boven al wat beminnen heeten kan’.Ga naar voetnoot55 Intussen bleef de dichter in zijn brieven over zijn gezondheid mopperen. Meermalen klaagde hij over de uitputting van zijn geest. Reumatische koortsen maakten hem naar eigen zeggen gedachteloos. Wederom verlangde hij naar het moment van sterven - hij hoopte vurig op een dodelijke ziekte.Ga naar voetnoot56 Omdat ook in dit geval getuigenissen en waarnemingen van anderen met betrekking tot Bilderdijks jeugd en conflicthantering ontbreken, is het moeilijk om definitieve uitspraken te doen. Duidelijk is wel dat Bilderdijk in zijn huwelijk een grote hoeveelheid agressief gedrag vertoonde. Agressie is een manier om met conflicten om te gaan. De meeste mensen leren tijdens hun kindertijd manieren om conflicten op te lossen zonder agressie. Agressief gedrag tijdens het volwassen leven kan dan ook het gevolg zijn van het ontbreken van aangeleerde vaardigheden met betrekking tot het oplossen van conflictueuze situaties. Het is mogelijk dat Bilderdijk ten gevolge van zijn kindertijd, met weinig omgang met andere kinderen, niet heeft geleerd hoe hij conflicten moest oplossen. Agressie was wellicht de enige methode die hij tot zijn beschikking had. Daarnaast kan agressief gedrag ontstaan wanneer een psychiatrisch syndroom aanwezig is dat zorgt voor een afname van de zelfcontrole. Vele psychiatrische syndromen kunnen leiden tot agressief gedrag, bijvoorbeeld psychotische stoornissen, stemmings-, persoonlijkheids- en ontwikkelingsstoornissen. Agressie komt vaak voor bij een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze diagnose kan worden gesteld bij personen met een gebrek aan achting voor de rechten van anderen en die voldoen aan minimaal drie criteria uit een lijst van zeven criteria.Ga naar voetnoot57 Bilderdijk voldoet mogelijk aan drie van de zeven criteria: hij is impulsief, snel geïrri- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||||||||||||||||||
teerd en agressief en hij lijkt geen berouw of spijt te tonen als hij zijn vrouw heeft mishandeld. Het blijft natuurlijk gissen. Bilderdijks gedrag wijst op karaktertrekken die bij een borderlinepersoonlijkheidsstoornis kunnen passen. Zo lijkt er sprake te zijn van een intense en instabiele relatie met zijn vrouw, waarbij hij voortdurend wisselt tussen idealisering en kleinering. Zijn impulsiviteit, extreme stemmingswisselingen en moeite met het beheersen van zijn woede passen hier eveneens bij. Ten slotte benadrukt Bilderdijk voortdurend dat hij niet voor deze wereld gemaakt is. In dit licht zou men nog aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis kunnen denken. Hierbij vindt de persoon zichzelf belangrijker en specialer dan anderen en verlangt hij naar buitensporige bewondering voor zijn prestaties. Bovendien kan er sprake zijn van preoccupatie met de eigen genialiteit. Op basis van de feiten is het niet mogelijk uitsluitsel te geven over Bilderdijks persoonlijkheid. Zijn agressie lijkt voor een groot deel echter voort te komen uit een persoonlijkheidsproblematiek. | |||||||||||||||||||||||||||||
5 Een leven lang lijdenZijn leven lang bleef Bilderdijk klagen over een oneindige reeks fysieke en mentale kwellingen. Tijdens zijn ballingschap was hij dikwijls zeer somber. Zo verdroeg hij de lucht niet en verafschuwde hij alles wat Duits was, zoals kachels en dekbedden. Verbitterd schreef hij in 1798: ‘Intusschen verkwijnt en verteert my lichaam en geest; de eene ziekte volgt op de andere, ik verlies myn geheugen, myn denkvermogen, en alle vatbaarheid voor studie of wetenschap’.Ga naar voetnoot58 In Engeland was hij verliefd geraakt op de twintig jaar jongere Katharina Wilhelmina Schweickhardt. Zij volgde hem naar Duitsland, maar omdat ze ongetrouwd waren, konden ze niet samenwonen. Zo vaak hij kon, reisde Bilderdijk naar Wilhelmina toe. Die lange tochten te paard, door moerassige gebieden, vielen hem niet mee. Keer op keer zuchtte hij over ongemakken. Op 10 november 1799 schreef hij in zijn steenkolenengels: ‘I was somewhat hungry and exhausted without finding any thingh to eat but bread, my headach returned on a sudden, and I was obliged to take opium.’Ga naar voetnoot59 Vermoedelijk is dit de eerste keer dat deze drug in zijn correspondentie opduikt. Het kalmerende en verslavende middel zou de komende jaren in het leven van Bilderdijk een grote rol gaan spelen.Ga naar voetnoot60 Vaak ging het slecht met hem, beweerde hij. Dan voelde hij zich ziek, had hij jeuk, gebruikte hij een laxeermiddel en slikte hij opium om een paar uur te kunnen slapen. ‘My head is so embarassed, my dearest, that I can n't write,’ schreef hij Wilhelmina. Een andere keer heette het: ‘I can n't tell you how unhappy I feel my-self. Lowspirited as I am, (and so it is every time) every thingh goes contrary to my wishes, and the whole world conspires to my ill-luck [...] I can n't describe the weakness of my head, and how I suffer with giddiness, headache &c.’.Ga naar voetnoot61 | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 3 Titelvignet van W. Bilderdijk, De voet in 't graf. Rotterdam, 1827. Particuliere collectie.
In 1805 liet hij zich om te kunnen kalmeren in drie weken zeven keer aderlaten. Slapen kon hij niet. De slaap beschouwde hij als een tegennatuurlijke bedwelming, die chronische hoofdpijn veroorzaakte: Ik sliep voorheen zelden dan om den derden nacht; nu breng ik wel 7, 8, ja 10 etmalen achter een door, zonder dat er sluimering in mijne oogen koomt, doch eindelijk bezwijke ik, en val in die soort van slaap die my eigen is; en zoo niet, moet ik hem door opium maken.Ga naar voetnoot62 Tegelijkertijd had Bilderdijk aanvallen van ‘dichtzucht’. Zonder directe aanleiding kon hij, zoals hij dat zelf beschreef, in een soort delirium vervallen. Dan was hij productiever dan gezond voor hem was en sprak hij naar eigen zeggen nachtenlang in verzen, alsof hij weggesleept werd in een wervelwind.Ga naar voetnoot63 Op andere momenten was hij tot niets in staat en noemde hij zich oud en lusteloos. Toen er een einde kwam aan zijn ballingschap, voelde Bilderdijk zich niet veel beter. In maart 1806 kon hij eindelijk terugkeren naar Nederland. De reis naar het vaderland viel hem niet mee. Hij was koortsig, ziek en hij gebruikte ‘spaansche vliegpleisters’ (Cantharide) ter verzachting. Zulke pleisters werden gebruikt om blaren te veroorzaken of de huid te irriteren. Hij sidderde bij de gedachte dat hij | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||||||||||||||||||
te weinig opium zou kunnen krijgen.Ga naar voetnoot64 's Nachts had hij naar eigen zeggen kramp in benen en voeten. Zijn vingertoppen waren gescheurd en zaten vol pijnlijke abcessen, beweerde hij: Heaven may assist me, for I am in the most deplorable and despairfull state, one can imagine [...] No, no body suffered what I am deemed to! I can n't hold the pen, nor withhold my-self from crying aloud! - Heaven, see down, see down, and at least make an end of such an ill-fate!Ga naar voetnoot65 Ook nadien was Bilderdijk constant gedeprimeerd. In 1807 schreef hij: Zonder boeken [...] lig ik hier in de ongezonde Haagsche lucht meestal te bedde, verga van pijnen [...] en verteer in droefenis van mijn bestemming voor altijd te missen, terwijl dag aan dag mijn hoofd en ligchaam verzwakt, en mijn hart naar het sterfuur snakt [...] Ik ben niets dan een ongelukkige, dan een nutlooze last der aarde.Ga naar voetnoot66 Om zijn herstel te bevorderen, nodigde koning Lodewijk Napoleon hem in de zomer van 1808 uit op paleis Soestdijk. Daar hield hij het niet lang uit. Op de derde dag vluchtte hij, omdat hij ook daar de lucht niet kon verdragen.Ga naar voetnoot67 Dat lijkt overdreven, maar jaren later herinnerde zijn vrouw zich: Wy waren naauwlyks twee dagen te Soestdyk geweest [...] of hy werdt ellendig ziek, en verviel in eene diepe melancholie, met vlagen van volkomen zinneloosheid, zoo dat de doktoren die ik ondanks hem deed komen, het raadzaam vonden dadelyk weer naar Leyden terug te keeren, het welk wy met veel moeite en kosten ook deden.Ga naar voetnoot68 In de jaren hierna bleef Bilderdijk keer op keer over zijn fysieke en mentale gezondheid klagen. In 1815 onderwierp hij zichzelf aan een psychologische beschouwing: Ik kan niet genieten; zelfs het leven is mij altijd moeilijk geweest, en niets kost mij zoo veel, als de leiding van eens anders gedachte in een vertoog of discours te volgen. Mijne ziel is niet vatbaar voor de rust, de stilte of kalmte van werkeloosheid, die dit vordert. Maar, een denkbeeld bij mij opgewekt wordende, vliegt zij op, streeft, zonder zich te kunnen weêrhouden, vooruit en schept zich haar eigen wareld, zonder op iets anders te kunnen letten. Van daar dat ik genoegzaam in alles geheel anders denke en gevoele dan anderen: dat ik alles uit mijzelven heb moeten vinden, omdat ik de aanwijzingen van anderen niet volgen, niet afwachten, niet bijhouden kon. Van daar ook dat ik in de buitenwareld niet leef, noch leven kan, maar alleen in die van mijn eigen hart.Ga naar voetnoot69 Vreugde ervoer hij zelden. Zijn gestel werkte ook niet mee. Naar eigen zeggen kon hij niet langs een groene heg lopen of zijn lichaam reageerde erop, met koorts en aantasting van het zenuwstelsel tot gevolg. Doordat hij als kind steeds binnen had gezeten, was hij zijns inziens allergisch voor de hele natuur geworden: ‘Van waar | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| |||||||||||||||||||||||||||||
dan ook de eindlooze rheumatieke pijnen en ongesteldheden bij elke toestrooming van lucht, hoe zacht, zuiver, en weldadig voor anderen zij ook zijn moge.’Ga naar voetnoot70 In 1815 ging het weer slecht. Dat dit geen aandachttrekkerij was, blijkt wederom uit een brief van zijn vrouw Wilhelmina. Volgens haar leed haar echtgenoot aan ‘vlagen van afwezendheid van geest’. Ze durfde niet met hem een uitstapje te maken naar het platteland, uit angst dat het weer mis zou gaan, vanwege de grote agitatie van zijn geest: ‘Terwyl ik schryve zit hy te sluimeren, maar ik kan myn oogen niet op zyn gelaat slaan zonder de allerbedroevendste gewaarwording: Ach hy gevoelt zich zoo ongelukkig en dit gevoel drukt zich in al zyn trekken uit!’Ga naar voetnoot71 Toch bleef de poëzie stromen. Donkere dagen van depressie en geesteloosheid, die Bilderdijk naar eigen zeggen voornamelijk mijmerend en kermend in bed doorbracht, werden afgewisseld met manische perioden waarin hij zeer actief was. Aan een vriend schreef hij in deze tijd: ‘Onlangs had ik een aanval als van vroeger tijd, die mij 24 uren lang een vloed van verzen deed uitstorten’.Ga naar voetnoot72 Bilderdijk leed tijdens zijn leven aan uiteenlopende kwalen. Het is een bekend verschijnsel dat patiënten met een depressie vaak fysieke klachten ervaren waarvoor geen oorzaak gevonden wordt. Dit verschijnsel noemt men somatisatie. De klachten kunnen zeer divers zijn, variërend van diverse pijnsoorten, misselijkheid en duizeligheid, tot geheugenverlies en andere neurologische verschijnselen. Uit de brieven die Bilderdijk schreef, kan worden vastgesteld dat hij naar alle waarschijnlijkheid aan een depressie leed. De kernsymptomen (een sombere stemming en verlies van interesse en plezier in vrijwel alle activiteiten) komen immers duidelijk naar voren. Daarnaast beweerde zijn vrouw dat hij aan ‘vlagen van afwezenheid van geest’ leed. Wellicht doelde ze hiermee op een afname van zijn aandacht en concentratie, eveneens een symptoom van depressie. Ook de terugkerende gedachten aan de dood, de slapeloosheid en vermoeidheid passen hierbij. Patiënten die met een depressie kampen, zijn meestal tot weinig in staat en vertonen nauwelijks initiatief. Gezien de duizenden versregels die Bilderdijk schreef, moeten er ook perioden in zijn leven zijn geweest waarin hij niet depressief was. Bij een bipolaire stoornis komen er naast depressieve perioden manische episoden voor. Men spreekt tegenwoordig van een manische episode wanneer iemand gedurende minimaal zeven dagen een duidelijk verhoogde stemming heeft met daarbij grootheidsideeën, een afgenomen behoefte aan slaap, verhoogde spraakzaamheid en een toename van doelgerichte activiteit. Wanneer iemand gedurende minimaal vier maar minder dan zeven dagen manische symptomen vertoont, spreekt men van een hypomanische episode. Deze komen voor bij patiënten die lijden aan wat men een bipolaire II-stoornis noemt. Hierbij worden depressieve episoden afgewisseld met hypomanische episoden. Onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat de Duitse componist Robert Schumann (1810-1856) aan deze stoornis leed. Op basis van zijn brieven is overtuigend aangetoond dat er een verband bestond tussen zijn geestesgesteldheid en zijn productiviteit. Tijdens depressieve periodes bracht hij aanzienlijk minder tot stand dan gedurende hypomanische fasen.Ga naar voetnoot73 De omschrijvingen van Bilderdijks | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| |||||||||||||||||||||||||||||
‘dichtzucht’, waarbij hij verzen uitstortte als water uit een fontein,Ga naar voetnoot74 zouden eveneens kunnen passen bij een hypomanische episode. Dit zou betekenen dat Bilderdijk mogelijk aan een bipolaire 11-stoornis heeft geleden, maar zeker is dat niet. Volgens een recent onderzoek zou overigens Johann Wolfgang von Goethe dezelfde bipolaire stoornis hebben gehad.Ga naar voetnoot75 | |||||||||||||||||||||||||||||
6 Oud en verwardIn Leiden doceerde Bilderdijk tussen 1817 en 1827 als privaatdocent een klein groepje studenten de vaderlandse geschiedenis. Toen een vriend hem eens kwam opzoeken, bleef de deur gesloten: ‘Ik lag dol van hoofdpijn en bedwelmd van opium, te bed’.Ga naar voetnoot76 Nog altijd zat hij nachtenlang op zonder slaap en gebruikte hij meer opium dan goed kon zijn. Steeds weer klaagde hij over hoofdpijn, slapeloosheid, duizeligheid en geheugenverlies. Dikwijls droeg hij een vochtige doek om het hoofd om de pijn enigszins te verzachten. Op 11 mei 1818 schreef Bilderdijk, nadat hij weer een hoofdpijnaanval had gehad, dat hij niet meer tegen het leven kon.Ga naar voetnoot77 In de zomer van 1818 werd hij weer getroffen door ‘zyne gewone Brunswyksche ziekte’, die volgens zijn echtgenote Wilhelmina gepaard ging met hoofdpijn en koorts. Vervelender was volgens haar de sombere melancholie en prikkelbaarheid die de kwaal met zich meebracht.Ga naar voetnoot78 Soms leek het weer wat beter met hem te gaan: ‘Mijn toestand is thands zeer draaglijk, dank zij den Algoede! Ik heb weinig pijn, en een zacht voorgevoel van het naderend einde [...] Ieder zegt, my nooit zoo vrolyk gemoed te hebben gekend’.Ga naar voetnoot79 Telkens volgde echter de terugslag. Begin 1820 had hij een slechte periode. Hij zou in acht dagen geen woord hebben geuit. Zijn vrouw verklaarde dat ze hem nog nooit zo gezien had.Ga naar voetnoot80 In 1825 beschreef hij zo'n fase aldus: ‘Ik gevoel my gants niet wel, en als een zware krankte onder de leden hebbende, dof, neêrgeslagen van geest, vol pijn in- en uitwendig, met gonzingen in het hoofd, werkeloosheid der ingewanden, benaauwdheden in borst en onderlijf, ongeregelde pols, enz. daarby slaperig, of liever, duttende’.Ga naar voetnoot81 Vanaf nu begon Bilderdijk ook over de ouderdom te klagen. Zijn geheugen liet hem in de steek, beweerde hij: ‘Ik word traag, ben telkens moede, en dan ruischt my het hoofd’.Ga naar voetnoot82 Reizen ging niet meer: ‘Ik neem van dag tot dag af in re mentali. Myn geheugen is byna weg, en zoo ook mijne attentie’. Werken lukte niet meer. Op zijn drukproeven kon hij zich niet concentreren, omdat hij naar eigen zeggen niet meer kon begrijpen wat hij zelf geschreven had.Ga naar voetnoot83 Hij voelde zich dof en | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||||||||||||||||||
wezenloos. Maar nog altijd keerde soms onverwachts de behoefte om verzen te schrijven terug. Zijn opiumconsumptie maakte zijn verwarring alleen nog maar erger. Aan Da Costa schreef hij in 1826: ‘De dofheid waarover ik dezer dagen te klagen heb is 't gevolg van den voor eenige dagen gebruikte Opium’. Hij moest steeds meer gebruiken om hetzelfde effect te bereiken.Ga naar voetnoot84 In 1827 beweerde hij: Onbekwaam om een woord met iemand te spreken, aan iets te denken, terwijl my de hersens als met een kokende beweging in 't hoofd schijnen rond te draaien als een molenrad, zit of lig ik daar, in de diepste angst en door allerlei hersenbeelden geschokt.Ga naar voetnoot85 Dat proces verergerde toen Bilderdijk in 1827 naar Haarlem verhuisde. In 1828 schreef hij aan Da Costa, vermoedelijk onder invloed van opium: Half redenloos, en half levenloos, my-zelven tot last, en als in een gevoel van sluimering en droomende verbeelding, kruipen de uren en dagen voor my om, als in twijfel of ik leve dan niet. Zonderling is mijn toestand, en inderdaad even zoo de samenloop van alles rondom my sedert nu zoo veel weken, en het is of geheel de wareld in 't ronde om my, betooverd is. Zwaar lichaamlijk ongemak heb ik niet; maar besefloos en my zelven in den weg, kan ik niet dan naar 't eind van een zoo wonderlijk droomleven verlangen.Ga naar voetnoot86 Steeds vaker zat Bilderdijk wezenloos voor zich uit te kijken. Hij wist niet meer welke dag van de week of welke maand het was en het schrijven van brieven viel hem steeds moeilijker. Lezen ging niet meer. Het was alsof er poppen dansten in zijn brein, beweerde hij. Dat gevoel vergeleek hij met dronkenschap.Ga naar voetnoot87 Na Wilhelmina's dood op 16 april 1830 was de dichter tot vrijwel niets meer in staat. Schrijven deed hij niet meer. Een student die hem bezocht, verklaarde: ‘Ik bezocht hem onlangs, toen hij in een hevige vlaag van moed- en hopeloosheid was’.Ga naar voetnoot88 Bilderdijk heeft vanaf circa 1799 tot het einde van zijn leven opiumpillen gebruikt om te kalmeren. Nu was dat niets bijzonders; het middel was in de negentiende eeuw bij de kruidenier net zo eenvoudig verkrijgbaar als aspirine tegenwoordig.Ga naar voetnoot89 Ook zijn vrouw nam het. Tal van auteurs, zoals Samuel Taylor Coleridge, John Keats, Edgar Allan Poe en Charles Baudelaire gebruikten het eveneens,Ga naar voetnoot90 net als Multatuli. De Engelsman Thomas de Quincey publiceerde er zelfs een boek over, Confessions of an English Opium-Eater (1821), waarin hij de ‘pleasures’ en ‘pains’ van het drugsgebruik besprak. De Quincey beschreef de ‘horrors of opium’, zoals slapeloosheid en huiveringwekkende nachtmerries en visioenen. Ook toen hij probeerde de opium geleidelijk te ontwennen, viel dat niet mee. Na vier maanden was hij nog steeds ‘agitated, writhing, throbbing, palpitating, shattered; and much, perhaps, in the situation of him who has been racked’.Ga naar voetnoot91 Het opvallende aan Bilderdijk, die zichzelf ook als medicus beschouwde, is dat | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 4 Door Bilderdijk eigenhandig geschreven opiumrecepten. Collectie Bilderdijk Museum.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||||||||||
hij zijn eigen opiumrecepten schreef, waarvan er meer dan honderd bewaard zijn gebleven.Ga naar voetnoot92 Opium is een sap dat gewonnen wordt uit de plant Papaver somniferum. Het bevat diverse stoffen, waaronder morfine en codeïne, die tegenwoordig nog gebruikt worden als pijnstillers. Heroïne kan eveneens verkregen worden door de bewerking van opium. Net als heroïne en morfine is opium een zwaar verslavend middel. Binnen enkele uren tot dagen na de onttrekking van het middel treden er ontwenningsverschijnselen op, waardoor de gebruiker zich onbehaaglijk voelt. Ook zijn er ook symptomen van intoxicatie in het geval van een overdosering. Behalve ter bestrijding van zijn vele klachten (jeuk, agitatie, hoofdpijn en vele andersoortige kwalen) gebruikte Bilderdijk de opium om in slaap te komen. Slaapstoornissen kunnen voorkomen bij zowel hypomanische als depressieve episoden. De slapeloosheid kan tevens een onttrekkingsverschijnsel van opium zijn. Hierdoor zal Bilderdijk telkens opnieuw opium hebben gebruikt om weer te kunnen slapen. Veel van de klachten die hij beschrijft, kunnen het gevolg zijn van onttrekking van opium. Zo gebruikte Bilderdijk naar eigen zeggen opium om zijn hoofdpijn te bestrijden. Het is echter bekend dat hoofdpijn eveneens kan optreden bij het tijdelijk stoppen met het gebruik.Ga naar voetnoot93 Ook het geheugenverlies en de ‘werkeloosheid der ingewanden’ kunnen het gevolg zijn geweest van zijn overmatige druggebruik. Opium zorgt voor obstipatie, waardoor Bilderdijk klachten gehad kan hebben van zijn buik. De slaperigheid die Bilderdijk beschrijft, is eveneens een gevolg, en ook de ‘ongeregelde pols’ en de koorts kunnen ontstaan bij onttrekking van opium. In het geval van het opiumgebruik beschikken we over één belangrijke getuige: de Haarlemse dichter Jan van Walré. Deze maakte Bilderdijk van dichtbij mee gedurende diens laatste levensjaren. Later zou hij aan Nicolaas Beets vertellen: Wanneer ik bij hem zat [...] heb ik menigmaal gedacht, hoe is het mogelijk dat zulk een man zoo veel vijanden heeft, hij was de verdraagzaamste, de zachtste, de beminnelijkste, de beleefdste man, dien ik gekend heb. Ik voor mij zou durven beweren dat het overmatig gebruik van opium, waaraan hij zich gewend had, dikwijls veel heeft toegebracht tot het caustique [bijtende] van zijn stijl. Ik heb hem, niet éens, maar meermalen in een zeker soort van delirium gezien, dat ik aan niet anders toeschreef. Hij verbeeldde zich dan, in den omtrek der Groote Kerk, waar zijn huis op uitzag, lichten, schimmen, en allerlei wonderlijkheden te zien.Ga naar voetnoot94 Dat is een duidelijke aanwijzing dat Bilderdijks overmatige opiumgebruik van nadelige invloed was op zijn geheugen en geestelijk welbevinden. | |||||||||||||||||||||||||||||
7 BesluitVanaf het einde van de achttiende eeuw werd geleidelijk het idee gemeengoed dat ware kunstenaars tevens melancholici dienden te zijn. Het dwepen met mentale | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||||||||||
klachten was een modeverschijnsel. Dat zal ook voor Bilderdijk hebben gegolden. De dichter stond nog volledig in de traditie van dit melancholiediscours en heeft zijn leven lang het romantische imago van de lijdende dichter met verve uitgedragen. Uit getuigenissen blijkt echter dat hij regelmatig echt ziek was. Wie iets wil zeggen over Bilderdijks psychiatrische gesteldheid begeeft zich daardoor op glad ijs. In dit artikel is gekeken naar Bilderdijk als psychiatrisch patiënt. Aan die benadering kleeft één belangrijk gevaar: elke uitspraak over Bilderdijk vanuit de huidige tijd is bij voorbaat anachronistisch. Een eenentwintigste-eeuwse diagnose doet uiteraard geen recht aan Bilderdijk, die in een andere tijd en een andere cultuur leefde, waarin andere opvattingen bestonden over ziekte. We hebben vastgesteld dat er in het geval van Bilderdijk sprake kan zijn geweest van somatisatie: zijn fysieke klachten hingen mogelijk samen met zijn psychische gesteldheid. Zelf interpreteerde Bilderdijk zijn ziekte uiteraard anders. Hij gaf er een religieuze verklaring voor: ziekten waren afkomstig van God en noodzakelijk. De mens moest zich er maar bij neerleggen. Boudewijn Büch noemde het hypocriet dat Bilderdijk zijn melancholie blijkbaar niet als een door God geschonken kwaal aanvaardde, omdat hij die voortdurend trachtte te verdoven met overmatig gebruik van opium. Dit terwijl Bilderdijk tegelijkertijd fel tegen de koepokinenting ageerde.Ga naar voetnoot95 Dat er in de vroege negentiende eeuw anders over ziekten werd gedacht, betekent niet dat een moderne diagnose geen interessante inzichten kan opleveren. In dit artikel is vanuit dat perspectief getracht om enig licht te werpen op Bilderdijks fysieke en mentale aandoeningen. Het is moeilijk om een etiket op de dichter te plakken. Biografen zijn immers geen psychiaters, of omgekeerd. Uit de beschikbare bronnen rijst het beeld op van een man met een complexe geest. Zijn kinderjaren werden getekend door het letsel aan zijn voet dat hem belemmerde in de omgang met leeftijdsgenoten. Hierdoor onderging hij mogelijk een gestoorde persoonlijkheidsontwikkeling die met name op volwassen leeftijd tot problemen leidde. De agressie jegens zijn vrouw lijkt hieruit voort te komen. Opvallend is verder dat Bilderdijk kenmerken van een bipolaire II-stoornis vertoont; fasen waarin hij tot niets in staat was werden afgewisseld met hypomanische episoden waarin hij zeer actief was en veel schreef. In dat opzicht doet hij denken aan Goethe en ook aan Robert Schumann. Voor die laatste is de verhouding tussen depressieve en manische perioden en zijn productiviteit statistisch in beeld gebracht.Ga naar voetnoot96 Voor Bilderdijk is dat moeilijker uitvoerbaar, omdat uit zijn brieven niet nauwkeurig is af te leiden wanneer hij zijn werken precies schreef. Bilderdijks opiumgebruik had een onbedoeld effect: hij nam zijn toevlucht tot het middel om te kalmeren, maar dat bracht weer andere klachten met zich mee - op latere leeftijd ook geheugenverlies. Het zijn slechts enkele aspecten van Bilderdijks complexe en fascinerende karakter. Het zou de moeite lonen als biografen en psychiaters, meer dan nu nog gebeurt, de handen ineen zouden slaan. Bilderdijk is een dankbare casus, voor beide typen wetenschappers. Er zijn meer dan tweeduizend brieven bewaard gebleven, vele met een persoonlijke toon, boordevol expliciete beschrijvingen van zijn toestand. Daardoor lijkt het soms net alsof Bilderdijk zijn hart bij een psychiater uit- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||||||||
stort en we hem meer dan honderdtachtig jaar na zijn dood direct horen spreken. Wat voegt een retrospectieve psychiatrische benadering toe aan de kennis over de persoon en zijn schrijverschap? Bilderdijk was een auteur die bewust bezig was met het cultiveren van zijn excentrieke imago. De melancholie en het doodsverlangen waren daar een onderdeel van, net als zijn romantisering van de goddelijke inspiratie, van zijn armoede en van het dichtproces.Ga naar voetnoot97 Toch is het auteurschap van Bilderdijk complexer. Zelfs wie ervan overtuigd is dat Bilderdijk aan self-fashioning deed, moet ervan uitgaan dat dit slechts voor een deel door hem zelf gereguleerd was. Net als ieder mens werd de dichter daarnaast gestuurd door factoren die hij niet zelf in de hand had, zoals zijn geestelijke - mede door zijn jeugd bepaalde - gesteldheid. Met dit artikel wilden we juist dit tweede aspect, dat tot dusver onderbelicht is gebleven, onder de aandacht brengen. Uiteraard hebben we niet de pretentie dat nu hiermee een definitieve diagnose is gesteld. We hebben slechts willen laten zien dat Willem Bilderdijk voer voor psychiaters is - en blijft. | |||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||||||||||||||||||
[Om privacyredenen is dit tekstgedeelte niet zichtbaar.] |
|